Instructies Voor De Reiniging; Aanwijzingen Voor De Reiniging; Instructies Voor Het Onderhoud; Aanwijzingen Voor De Onderhoudsmonteur - Bartscher Snack Serie Installations-, Gebrauchs- Und Wartungsanleitung

INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING

AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING

De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit, indien
aanwezig, alvorens welke handeling dan ook te gaan ver-
richten.
• Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een geautoriseerd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer onder het ap-
paraat schoon te maken.
GESATINEERDE OPPERVLAKKEN VAN ROESTVRIJ STA-
AL
• Maak de oppervlakken schoon met een doek of spons en
water en gewone, niet-schurende reinigingsmiddelen. W rijf
de doek in de richting van de satinering. Spoel de doek vaak
uit, en maak het apparaat vervolgens goed droog.
• Gebruik geen schuursponzen of andere voorwerpen van
ijzer.
• Gebruik geen chemische producten die chloor bevatten.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, die de oppervlakken kun-
nen krassen of beschadigen.
11 FILTERS
Luchtf lters
• Om breuk en beschadigingen van de toepassing te ver-
mijden, moet het lucht f lter regelmatig schoon. Het f lter zit
extern het apparaat.
• Haal de f lter uit zijn zitting om het schoon te maken: als
het f lter vuil is met vet, moet het worden afgewassen met
een ontvettende zeep, waarna het afgespoeld en afgedroogd
moet worden. Breng het f lter daarna terug in zijn zitting aan.
Vervang het f lter wanneer het van kwaliteit verslechterd is.

INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD

AANWIJZINGEN VOOR DE ONDERHOUDSMONTEUR

De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalif ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het model wordt aan-
gegeven op de verpakking en op het gegevensplaatje van
het apparaat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
38
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
• Om breuk en beschadigingen van de toepassing te ver-
mijden, moet het luchtf lter regelmatig schoon.

12 INBEDRIJFSTELLING

Na de installatie, aanpassing aan een ander gastype of on-
derhoudswerkzaamheden moet de werking van het apparaat
worden gecontroleerd. In het geval van storingen moet de pa-
ragraaf "Oplossen van storingen", verderop in deze handlei-
ding, worden geraadpleegd.
12.1 ELEKTRISCHE APPARATEN
Pas de volgende procedure toe om het apparaat in te scha-
kelen:
• Verwijder eventuele pannen van de bereidingszones.
• Controleer of de bereidingszones uit zijn.
• Schakel de spanning naar het apparaat in met de hoofdscha-
kelaar op het apparaat zelf: de groene lampjes knipperen één
keer (daarna mogen ze niet branden of knipperen)
• Schakel de bereidingszones in en verhoog het niveau: het
groene lampje van de zones moet regelmatig knipperen om
aan te geven dat er geen pan aanwezig is.
• Zet een pan met water op elke zone: het groene lampje blijft
vast branden.
• Breng het vermogen op het maximum: na enkele minuten
start de ventilator.
• Controleer de stroomwaarden van elke fase.

13 OPLOSSEN VAN STORINGEN

DEFECT OORZAAK
De bereidingszone Pan niet geschikt
wordt onvoldoende
verhit
De bereidingszone Onderdelen
wordt voortdurend de knop defect
verhit met het maximale
vermogen
De kookzone functione- Pansensor defect
ert zonder pan. Kleine
metalen voorwerpen
worden warm
Het apparaat gaat niet Zekeringen of on-
aan derbreking in de
voeding
De zekeringen grijpen in Kortsluiting op de
bij de inschakeling generator
De bereidingszone Pandiameter klei-
wordt niet warm ner dan 12 cm
Generator defect
Als de rode en groene lampjes uit zijn:
• Controleer de smeltkleppen.
• Hoofdschakelaar van de elektrische voeding niet ingescha-
keld.
• Voedingsspanning onvoldoende, of onjuiste elektrische aan-
sluiting van het apparaat.
Als de rode en groene lampjes werken:
• Controleer en tel het aantal malen dat het groene lamp-
je knippert. Na een lang knippersignaal volgt een bepaald
CORRIGERENDE
ACTIE
Gebruik geschikte
pannen
van Controleer/vervang
de component
Vervang de genera-
tor
Controleer de aan-
sluitingen
Vervang de genera-
tor
Gebruik geschikte
pannen
Vervang de genera-
tor