Stand 3 "12 V" (14,4 V / 3,8 A); Stand 4 "12 V" (14,7 V / 3,8 A); Lege (Verbruikte, Overladen) 12 V-Accu's Regenereren / Opladen; Beveiligingsfunctie Van Apparaat - ULTIMATE SPEED ULG 3.8 A1 Bedienungs- Und Sicherheitshinweise

LED-indicatie
8
automatisch naar de druppelladingsmodus.
Stand 3 "12 V" (14,4 V / 3,8 A)
Q
Deze modus wordt hoofdzakelijk gebruikt om 12 V-
loodzuuraccu's met een capaciteit van meer dan
14 Ah onder normale voorwaarden op te laden.
D ruk op de toets MODE
Wanneer u vervolgens geen ander proces uit-
voert, schakelt de elektronica samen met de LED-
weergave in en begint het laadproces.
4
Wanneer het proces probleemloos uitgevoerd
wordt, blijft de LED-weergave
complete ladingsproces ingeschakeld totdat de
accu opgeladen is. Wanneer de accu volledig
opgeladen is, brandt de LED-weergave
en de LED-weergave
schakelt automatisch naar de druppelladings-
modus.
Stand 4 "12 V" (14,7 V / 3,8 A)
Q
Deze modus wordt gebruikt om 12 V-loodzuuraccu's
met een capaciteit van meer dan 14 Ah onder koude
omstandigheden of om sommige AGM-accu's van
meer dan 14 Ah op te laden.
D ruk de keuzetoets MODE
kiezen. Zodra u de gewenste modus hebt ge-
kozen, begint de dienovereenkomstige LED-
weergave direct te branden. Wanneer u
5
geen verdere instellingen uitvoert, schakelt de
elektronica in na afloop van een bepaalde ver-
traging aan het begin van het laadproces. in
deze modus is de laadstroom dezelfde als in
„
modus 3". Wanneer het proces probleemloos
uitgevoerd wordt, begint de LED-weergave
te branden, de elektronica is ingeschakeld
8
en blijft ingeschakeld totdat de accu opgeladen
is. Zodra de accu geladen is, schakelt de bat-
terijlader over naar de druppelladingsmodus.
Nu dooft de LED-weergave
weergave brandt om de actuele status
7
weer te geven.
. Het apparaat schakelt
om stand 3 te kiezen.
9
tijdens het
8
dooft. Het apparaat
8
om modus 4 te
9
en de LED-
8
Lege (verbruikte, overladen)
Q
12 V-accu's regenereren /
opladen
Wanneer de batterijlader op een accu aangesloten
wordt en het laadproces start, herkent de batterijlader
automatisch de accuspanning. De lader schakelt
over op de druppellaadstand wanneer de spanning
binnen het bereik van 7,5 V ± 0,5 tot 10,5 V ±
0,5 V ligt.
Het druppelladen gaat door tot de accuspanning
toeneemt tot 10,5 V ± 0,5 V. Zodra deze toestand
bereikt is, schakelt de batterijlader over naar de
normale laadmodus die u tevoren hebt gekozen.
Nu kan de accu snel en veilig worden opgeladen.
Met deze procedure kunnen de meeste lege accu's
weer worden opgeladen en opnieuw worden gebruikt.
OPMerkInG: Tijdens de impulslading knippert
7
de ledweergave
Beveiligingsfunctie
Q
van apparaat
Zodra een afwijkende situatie optreedt, zoals bijv.
een kortsluiting, een kritiek spanningsverlies tijdens
het laadproces, een open stroomkring of een om-
gekeerde aansluiting van uitgangsklemmen, scha-
kelt de acculader de elektronica uit en schakelt het
systeem onmiddellijk terug naar de uitgangspositie
om schade te voorkomen.
Als u geen andere instelling uitvoert, blijft het systeem
in de standbystand. Bij omgekeerd aansluiten van
de klemmen licht bovendien de LED-indicatie "aan-
sluiting met verkeerde stand van polen / fout"

Oververhittingsbeveiliging

Q
Als het apparaat tijdens het opladen te heet wordt,
dan wordt automatisch het uitgangsvermogen ver-
laagd. Hierdoor wordt het apparaat beschermd
tegen beschadiging.
Bediening
.
8
NL/BE
.
6
21