Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gebruikswijzen; Dubbelpompbedrijf - Wilo -Veroline IP-E Einbau- Und Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Wilo-Veroline IP-E:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

NEDERLANDS
Verdere uitrusting
Thermische overbelastingsbescherming
van de frequentieomvormer
x
van de motor door middel van PTC
x
Een elektronische overbelastingsbewaking schakelt de motor bij
overbelasting automatisch uit.
Voor de opslag van gegevens zijn de modules uitgerust met een
niet-vluchtig geheugen. Bij een willekeurig lange stroomonderbre-
king blijven de gegevens behouden. Na het terugkeren van de net-
spanning loopt de pomp verder met de instelwaarden van vóór de
stroomonderbreking.
Pompimpuls: wanneer een pomp 24 uur stilstaat (bv. via ext. off)
gaat de pomp automatisch gedurende 5 seconden in werking tre-
den.
Het module typeplaatje is in de klemmenruimte van de module
(figuur 1, pos. 5) gekleefd. Het bevat alle gegevens voor een pre-
cieze bepaling van het type.
+ 24 V (3)
(uitgang):
x
verbruiker/overdrager. De + 24 V kan maximaal met 60 mA wor-
den belast. De spanning is kortsluitvast.
IN1 – 0 ... 10 V (1) (kan worden omgeschakeld naar 2-10 V;
x
0-20 mA; 4-20 mA); ingang werkelijke waarde, bv. werkelijke
drukwaarde
Signaal
Spanning (0 - 10 V, 2 - 10 V)
Stroom (0 - 20 mA, 4 - 20 mA)
GND (2): aardverbinding voor signaalingang IN1
x
IN2 – 0 ... 10 V (kan worden omgeschakeld naar 2-10 V; 0-20m
x
A; 4-20 mA); doelwaarde-ingang
Bij gebruikswijzen ∆ p-c en ∆ p-v en toerentalregeling (stelaan-
drijving) kan de IN2 als ingang voor de doelwaardeafstandsrege-
ling worden gebruikt. De doelwaarde volgt de spanning / de
stroom volgens figuur 6.
Signaal
Spanning (0-10 V, 2-10 V)
Stroom (0-20 mA, 4-20 mA)
GND (2): aardverbinding voor signaalingang IN2
x
aux.: niet aangesloten
x
Ext. off:
x
Via het externe, potentiaalvrije contact kan de pomp in- en uit-
geschakeld worden. Bij installaties die vaak worden in- en uitge-
schakeld (> 20 in- en uitschakelingen per dag) moet het in- en
uitschakelen via het „ext. off" worden voorzien.
SBM (verzamelbedrijfsmelding):
x
Via het potentiaalvrije contact kan voor een centrale besturing
een verzamelbedrijfsmelding aangesloten worden.
SSM (verzamelstoringsmelding):
x
Voor een centrale besturing kan via het potentiaalvrije contact
een verzamelstoringsmelding aangesloten worden.
MP (Multi Pump): interface voor verbinding van de dubbel pomp
x

7.3 Gebruikswijzen

De serie IP-E / DP-E kan in gebruikswijzen 'verwarming' en
'koude/airco' gebruikt worden. Beide gebruikswijzen verschillen in
de fouttolerantie bij de behandeling van voorkomende foutmel-
dingen.
Gebruikswijze 'verwarming':
Fouten worden (zoals traditioneel de gewoonte is) tolerant behan-
deld. Dit wil zeggen dat de pomp naargelang het type fout pas een
storing meldt, wanneer diezelfde fout binnen een bepaalde tijd
meermaals voorkomt. Foutenmatrix 'HV'
Gebruikswijze 'koude/airco':
Voor alle toepassingen waarbij iedere fout (in de pomp of de instal-
latie) snel herkend moet worden (bv. toepassingen i.v.m. aircondi-
tioning).
90
gelijkspanning
voor
een
Ingangsweerstand
_ 10 kÖ
Ri
>
R
= 500 Ö
B
Ingangsweerstand
_ 10 kÖ
Ri
>
R
= 500 Ö
B
Iedere fout wordt dadelijk gemeld (< 2 sec.). In de modus dubbele
pomp bereikt de reservepomp binnen de 3 seconden na het voor-
komen van de fout het oude werkpunt. Foutenmatrix 'AC'
Beide gebruikswijzen maken een onderscheid tussen storingen en
waarschuwingen. Bij storingen wordt de motor uitgeschakeld, ver-
schijnt de foutcode op het display en wordt de storing met de rode
led gemeld.
Storingen leiden altijd tot het activeren van de SSM (zie hfst. 7.4 &
8.2).

7.4 Dubbelpompbedrijf

De hieronder beschreven eigenschappen staan slechts ter beschik-
king, wanneer de interne MP-interface gebruikt wordt.
De regeling van beide pompen gebeurt via de master.
Storing van een pomp: de andere pomp loopt volgens de stuur-
richtlijn van de master. De masterpomp is de pomp links in de
stroomrichting (zie figuur ). Op deze pomp moet de druksensor
worden aangesloten!
ext.
IF(InterFace)-module:
Voor de verbinding tussen de pompen en de PLR van de pompen
(via LON-BUS, PLR of een interfaceconvertor) is er per pomp een
IF-module (toebehoren) nodig, die in de klemmenruimte op een
multistekker geplaatst wordt (figuur 1).
Bij dubbelpompen is slechts een PLR- of LON-module op de
master nodig!
De verbinding tussen master en slave via een interne interface
(aansluitklem: MP, zie figuur 2).
Bij gebruik van een „mastercomputer" voor de pompen (PLR) /
interfaceconvertor of de LON-interface:
In principe de masterpomp op PLR of LON aansluiten
Verbinding
PLR/Interfaceconvertor
LONWORKS-netwerk
Pieklastbedrijf/Parallelbedrijf: bij deellast wordt het hydrauli-
x
sche vermogen eerst geleverd door één pomp. Het rendement
van de 2de pomp wordt geoptimaliseerd, wanneer de som van de
vermogensopnames P1 van de beide pompen in het deellast klei-
ner is dan de vermogensopnames P2 van één pomp. Op dat ogen-
blik worden de beide pompen synchroon naar boven geregeld tot
het max. toerental.
Hoofd-/reservebedrijf: elk van beide pompen kan de noodzake-
x
lijke volumestroom leveren. De andere pomp neemt over in geval
van storing of loopt na de wisseling van de pompen. Er loopt altijd
maar één pomp.
Werking bij onderbreking van de communicatie:
x
Bij een onderbreking van de communicatie tonen beide displays
de foutcode 'E52'. Gedurende de onderbreking gedragen beide
pompen zich als afzonderlijke pompen.
Beide modules melden via het ESM/SSM-contact de storing. Los
van de voorheen ingestelde gebruikswijze wordt de regeling door
de master overgenomen.
Gedrag van de slavepomp naargelang de gebruikswijze
Hoofd-/reservebedrijf: de slave wordt in ieder geval uitgescha-
keld
Gecombineerd bedrijf (master of slave in bedrijf): de slave wordt
in ieder geval uitgeschakeld
Gecombineerde bedrijf (master en slave in bedrijf): de slave loopt
met het maximale toerental
Na het resetten van de foutmelding verschijnt gedurende de
onderbreking van de communicatie op beide pompdisplays de
statusweergave. Daarmee wordt tegelijkertijd het ESM/SSM-con-
tact teruggezet.
Tijdens de onderbreking van de communicatie kan
OPGELET!
de gewezen slave niet in regelbedrijf lopen, omdat
de druksensor op de master aangesloten is.
Zodra de onderbreking van de communicatie herstelt is, hervatten
de pompen het reguliere dubbelpomp-bedrijf , zoals vóór de sto-
ring.
Pompwisseling: in „dubbelpomp-bedrijf" doet zich om de 24 uur
x
een pompwisseling voor. Het ogenblik voor de pompwisseling
stemt overeen met het ogenblik van de ingebruikneming.
Master
Slave
IF-Module PLR
niet nodig
IF -Module LON
niet nodig

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Diese Anleitung auch für:

Wilo-veroline dp-e

Inhaltsverzeichnis