Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbouwhandleiding - Truma Saphir compact Gebrauchsanweisung, Einbauanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Saphir compact:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3

Inbouwhandleiding

Inbouw en reparatie van het toestel mag enkel door de
vakman worden uitgevoerd. Vóór begin van de werkzaam-
heden de inbouwinstrukties zorgvuldig lezen en opvolgen!
Toepassingsgebied
Dit toestel werd voor de inbouw in de binnenruimte van woon-
wagens en caravans geconstrueerd. Andere toepassingen zijn
enkel na ruggespraak met Truma mogelijk.
Vergunning
Conformiteitsverklaring:
De luchtconditionerer Truma Saphir compact voldoet aan de
wezenlijke eisen van de EN 14511, aan de veiligheidstechni-
sche en milieurelevante eisen van de EN 378, aan de EMV-
richtlijn 89/336/EWG, aan de laagspanningsrichtlijn 73/23/EWG
alsook aan de medegeldige EG-richtlijnen en is bevoegd het
CE-teken te voeren.
EEG-typegoedkeuring:
De Saphir compact voldoet aan de richtlijn voor radiosto-
ring van motorvoertuigmotoren 72/245/EEG met de aanvul-
lingen 2004/104/EG, 2005/83/EG en 2006/28/EG en draagt het
typegoedkeuringsnummer: e1 03 4392.
Voorschriften
Ledere wijziging aan het apparaat of het gebruik van reserve-
onderdelen en voor het functioneren belangrijke accessoires
die geen originele Truma onderdelen zijn, als ook het niet op-
volgen van de inbouw- en gebruikshandleiding leidt ertoe dat
de garantie vervalt en dat claims m.b.t. aansprakelijkheid zijn
uitgesloten.
Selektie van de stelplaats
Het toestel dient principieel zo te worden ingebouwd dat het
voor servicewerkzaamheden steeds goed toegankelijk is en
gemakkelijk kan worden in- en uitgebouwd.
De lengte van de 2 aansluitkabels (net- en IR-ontvangerka-
bels) moet in nauwe inbouwsituaties zo worden gekozen,
dat de installatie met een aangesloten kabel eruit kan worden
getrokken en het deksel geopend.
290 mm
200 mm
Om een gelijkmatige koeling van het voertuig te bereiken,
moet het aircosysteem centraal in een tussenruimte on-
der de vloer of dergelijke worden gemonteerd, zodat de koude
lucht gelijkmatig wordt verdeeld.
De airconditioning wordt op de vloer gemonteerd die egaal en
glad moet zijn. Eventueel moet bijv. bij een geribbelde vloer de
luchttoevoer (LE), lucht afvoer (LA) en de steun (11) van extra
afdichtingen worden voorzien.
De te koelen omgevingslucht wordt via openingen met een
totaal oppervlak van min. 300 cm² door het apparaat weer uit
de binnenruimte van het voertuig aangezogen.
790 mm
30 mm
440 mm
20 mm
De circulerende lucht wordt tijdens de werking van het
apparaat gereinigd en gedroogd. Daarom moet bij mon-
tage in de buitenste stuwruimten (bijv. dubbele bodem) door
passende maatregelen worden gegarandeerd dat de te koelen
lucht uit het interieur van het voertuig wordt gezogen. De aan-
zuiging van buitenlucht kan de werking van de airconditioning
uitermate nadelig beïnvloeden.
Het toestel indien mogelijk zodanig plaatsen dat het voertuig-
chassis tussen de luchtinlaat (LE) en luchtuitlaat (LA) ligt.
Het inbouwsjabloon in de voor de inbouw bestemde opberg-
kast leggen en de ruimte voor de vloeropeningen controleren.
De airconditioner moet aan de zijkant een minimumafstand
van 20 mm en aan de achterkant 30 mm tot wanden resp.
meubeldelen hebben, om geluidsoverdracht tijdens werking
te vermijden. Aan de voorkant bedraagt de minimumafstand
200 mm, om het wisselen van de pluis-/deeltjesfilter mogelijk
te maken.
De openingen in de voertuigvloer moeten vrij toegan-
kelijk zijn en mogen niet door erachter liggende chas-
sisdelen en dergelijke worden bedekt! Deze mogen niet in het
spatbereik van de wielen liggen, evt. spatlappen aanbrengen.
Inbouw van het aircosysteem
Inbouwsjabloon in de opbergruimte leggen en vastzetten.
De bevestigingsgaten voor de 2 montagehoekijzers (2 – HW)
en voor de 2 bevestigingshoeken aan de zijkant (3) markeren.
11
Ø 50 mm
20 mm
De vloeropening „LE" voor de toevoerlucht-aanvoer, „LA" voor
de toevoerlucht-afvoer en „KO" voor de condenswater-afvoer
markeren.
Het sjabloon wegnemen en de afgetekende vloeropeningen
uitzagen.
Vóór het boren altijd letten op erachter liggende resp.
blind gelegde kabels, gasleidingen, chassisdelen en
dergelijke!
Vervolgens de snijvlakken bij de openingen in de voertuigvloer
verzegelen met tectyl.
De 2 bevestigingshoekijzers (3) aan de zijkant met elk 2 schroe-
ven en de 2 montagehoekijzers (2 – HW – been moet naar
buiten wijzen!) met elk 3 schroeven vastschroeven.
Aansluitstomp (11) voor de condenswater-afvoer (KO) van
bovenaf plaatsen.
De aansluitstomp (11) voor de condenswater-afvoer van
onderaf rondom helemaa afdichten met carosserie-afdichtings-
materiaal.
3
3
KO
KO
2
LA
LE
1
5
2
43

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis