Ottobock 1A30 Gebrauchsanweisung Seite 31

5 Aanbevelingen voor het opbouwen
5.1 Basisopbouw
Voetmaat
24-29 cm
5.2 Advies voor de statische opbouw
Gebruik de Ottobock-opbouwaanbeveling voor het opbouwen van onder-
been- en bovenbeenprothesen.
Pas de prothese met behulp van de L.A.S.A.R. Posture aan, indien be-
schikbaar.
5.3 Advies voor de dynamische opbouw
Pas de prothese in het frontale vlak (ML) en sagittale vlak (AP) door hoek-
verandering of verschuiving aan om het afrollen te vergemakkelijken en het
juiste hielcontact en een optimale gewichtsverplaatsing naar de contralate-
rale kant te garanderen. Let bij onderbeenprothesen op een fysiologische
kniebuiging in de standfase.
5.4 Onderhoudsinstructies
Let op:
Alle modulaire voetcomponenten van Ottobock worden principieel getest
met twee miljoen belastingscycli. Afhankelijk van de mate van activiteit
van de geamputeerde komt dit overeen met een gebruiksduur van twee
tot drie jaar.
Wij adviseren de prothesedelen principieel eens per jaar te controleren
op hun veiligheid.
6 Uitwisselen van de rubberen ring
De Greissinger plus wordt standaard met een middelmatig harde rubberen
ring geleverd. Rubberen ringen met een lagere Shore-hardheid (2S15) en
een hogere Shore-hardheid (2S19) zijn apart verkrijgbaar. Voor het uitwis-
selen van de rubberen ring draait men de moer in de voetvorm los van de
lagervork. Na het verwisselen moet de zeshoekige moer weer worden
vastgedraaid met een aanhaalmoment van 30 Nm. Gebruik hiervoor een
momentsleutel 710D4 met 17 mm inbussleutel (10Y5 en 710Y6=17).
Midden van de voet
voor de opbouwlijn
30 mm
Hakhoogte
10 mm ± 5 mm
Ottobock | 31