Prioriteit Van Instellingen - Grundfos UPE Series 2000 Montage- Und Betriebsanleitung

7.7.4 Pompnummer
Er kan een pompnummer tussen 1 en 64 worden
toegewezen aan een pomp, of een bestaand num-
mer kan worden gewijzigd zodat de R100 of het
Pump Management System 2000 onderscheid kun-
nen maken tussen twee of meer pompen.
Het Pump Management System 2000 accepteert
echter alleen de nummers 1 t/m 8.

7.8 Prioriteit van instellingen

De signalen voor de gedwongen besturingsfuncties
beïnvloeden de instellingen die beschikbaar zijn via
de pomp en de R100. Met behulp van het bedie-
ningspaneel van de pomp of de R100 is de pomp
altijd op max. pompcurve te zetten of te stoppen.
Indien twee of meer functies tegelijkertijd worden ge-
activeerd, reageert de pomp op de functie met de
hoogste prioriteit.
De prioriteit van de instellingen is als volgt:
Met storingssignaalmoduul MC 40/60 of MC 80:
Mogelijke instellingen
Prioriteit
Bedieningspaneel
op pomp of R100
1 Stop
2 Max. pompcurve
3
4
5 Min. pompcurve
Instellen van
6
opvoerhoogte
Voorbeeld: Wanneer de pomp via een extern sig-
naal gedwongen wordt te draaien volgens de max.
pompcurve, kan men met het bedieningspaneel van
de pomp en met de afstandsbediening R100 de
pomp alleen maar stoppen.
196
Met busmoduul MB 40/60 of MB 80:
Prio-
Voorbeeld: Wanneer de pomp via een extern sig-
naal gedwongen wordt te draaien volgens de max.
pompcurve, kan men met het bedieningspaneel van
de pomp en met de afstandsbediening R100 of het
bussignaal de pomp alleen maar stoppen.
Externe
signalen
Stop
Max. pompcurve
Min. pompcurve
Instellen van
opvoerhoogte
(0-10 V)
Mogelijke instellingen
Bedieningspa-
riteit
neel op pomp
of R100
1 Stop
Max.
2
pompcurve
3
4
5
6
Externe Bus-
signalen signaal
Stop Stop
Max. Max.
pomp- pomp-
curve curve
Min. Min.
pomp- pomp-
curve curve
Instellen
van
opvoer-
hoogte