Mitsubishi Electric ecodan ERST20 series Installationshandbuch Seite 154

5
Systeeminstallatie
2-zone-temperatuurregeling
Regeling optie A
Bij deze optie zijn de Hoofdbediening, de draadloze afstandsbediening van Mitsubishi
Electric en een lokaal geleverde thermostaat van belang.
Met de draadloze afstandsbediening wordt de Zone1 kamertemperatuur gemonitord en
met de thermostaat wordt de Zone2 kamertemperatuur gemonitord.
De thermostaat kan ook worden toegewezen aan Zone1 en de draadloze
afstandsbediening aan Zone2.
Met de Draadloze afstandsbediening kunnen ook wijzigingen in de instellingen van de
ruimteverwarming worden aangebracht, SWW mee opgevoerd en de Vakantieregeling worden
ingeschakeld zonder dat direct gebruik hoeft te worden gemaakt van de Hoofdbediening.
Als meer dan een draadloze afstandsbediening wordt gebruikt, wordt de laatste aanpassing
van/vraag naar temperatuurinstelling toegepast op ALLE kamers in dezelfde zone.
Sluit de draadloze ontvanger aan op FTC en raadpleeg daarbij de instructiehandleiding van
de draadloze afstandsbediening. Zet DIP SW1-8 op AAN. Configureer voorafgaand aan
bediening de draadloze afstandsbediening voor het zenden en ontvangen van gegevens en
raadpleeg daarbij de installatiehandleiding van de draadloze afstandsbediening.
Met de thermostaat wordt de maximumtemperatuur voor de verwarming van de Zone2
kamer ingesteld.
De thermostaat is aangesloten op IN6 op FTC. (Als de thermostaat is toegewezen aan
Zone1, wordt de thermostaat aangesloten op IN1 opTBI.1.) (Raadpleeg 5.2.)
Regeling optie B
Bij deze optie zijn de Hoofdbediening, de Mitsubishi Electric-thermistor en een lokaal
geleverde thermostaat die zijn aangesloten op FTC van belang.
Met de thermistor wordt de Zone1 kamertemperatuur gemonitord en met de
thermostaat wordt de Zone2 kamertemperatuur gemonitord.
De thermostaat kan ook worden toegewezen aan Zone1 en de thermistor aan Zone2.
De thermistor kan geen wijzigingen aanbrengen in de regeling. Alle wijzigingen in SWW
moeten worden doorgevoerd met de Hoofdbediening die is gemonteerd op de cilinder.
Sluit de thermistor aan op de TH1-connector op FTC.
Het aantal kamertemperatuurthermistors dat kan worden aangesloten op FTC is altijd
één.
Met de thermostaat wordt de maximumtemperatuur voor de verwarming van de Zone2
kamer ingesteld.
De thermostaat is aangesloten op IN6 op FTC. (Als de thermostaat is toegewezen aan
Zone1, sluit de thermostaat dan aan op IN1 op TBI.1.) (Raadpleeg 5.2.)
Regeling optie C
Bij deze optie zijn de Hoofdbediening (met ingebouwde thermistor), die van de cilinder is
verwijderd voor het monitoren van de Zone1 kamertemperatuur en een lokaal geleverde
thermostaat voor het monitoren van de Zone2 kamertemperatuur, van belang.
De thermostaat kan ook worden toegewezen aan Zone1 en de thermistor aan Zone2.
Met een thermistor die is ingebouwd in de Hoofdbediening kan de kamertemperatuur
worden gemonitord voor de functie Auto aanpassing terwijl alle functies van de
Hoofdbediening beschikbaar blijven.
De Hoofdbediening en FTC zijn aangesloten met een niet-polaire kabel met 2 kernen
van 0,3 mm² (ter plaatse aan te schaffen) met een maximale lengte van 500 m.
U kunt de sensor in de Hoofdbediening alleen gebruiken als de Hoofdbediening van de
cilinder wordt gehaald. Anders zal de sensor de temperatuur van de cilinder detecteren
in plaats van de kamertemperatuur. Dit zal van invloed zijn op het resultaat van de
ruimteverwarming.
Met de thermostaat wordt de maximumtemperatuur voor de verwarming van de Zone2
kamer ingesteld.
De thermostaat is aangesloten op IN6 op FTC. (Als de thermostaat is toegewezen aan
Zone1, sluit de thermostaat dan aan op IN1 op TBI.1.) (Raadpleeg 5.2.)
Opmerking: De bedrading voor de kabel van de hoofdbediening moet (5 cm of meer)
verwijderd zijn van de voedingskabel zodat er geen beïnvloeding door elektri-
sche ruis van de bedrading van de voeding is. (Plaats de kabel van de hoofd-
bediening en de bedrading van de voeding NIET in dezelfde kabelgoot.)
Regeling optie D
Bij deze optie zijn lokaal geleverde thermostaten aangesloten op de FTC van
belang. De thermostaten zijn afzonderlijk toegewezen aan Zone1 en Zone2. Met
de thermostaten worden de afzonderlijke maximumtemperaturen voor verwarming
van kamers in Zone1 en Zone2 ingesteld. Alle wijzigingen in SWW moeten worden
doorgevoerd met de Hoofdbediening die is gemonteerd op de cilinder.
De thermostaat voor Zone1 is aangesloten op IN1 in TBI.1 op FTC.
De thermostaat voor Zone2 is aangesloten op IN6 in TBI.1 op FTC.
* Voor de hierboven genoemde opties kunnen de sensortypen worden omgewisseld tussen Zone1 en Zone2. (bijv. Draadloze afstandsbediening in Zone1 en Kamertemp.
thermostaat in Zone2 kunnen worden gewijzigd in respectievelijk Kamertemp. thermostaat en draadloze afstandsbediening.)
De draadloze afstandsbediening kan ook worden gebruikt als thermostaat.
27
Draadloze ontvanger
(optie)
FTC
Buitenunit
Hoofdbediening
Cilinder
Zone1: Kamertemp. regeling (Auto-adaptatie)
Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemp. regeling
FTC
Buitenunit
Hoofdbediening
Cilinder
Zone1: Kamertemp. regeling (Auto-adaptatie)
Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemp. regeling
FTC
Buitenunit
Cilinder
Zone1: Kamertemp. regeling (Auto-adaptatie)
Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemp. regeling
Hoofdbediening
Buitenunit
Zone1, Zone2: Compensatiecurve of voorlooptemp. regeling
Draadloze afstandsbediening
(optie)
20.0°C
Max. 8
20.0°C
Zone1
20.0°C
Kamertemperatuur
thermostaat (ter plaatse
aan te schaffen)
Zone2
Kamertemperatuur
thermistor (optie)
Zone1
20.0°C
Kamertemperatuur
thermostaat (ter plaatse
aan te schaffen)
Zone2
Hoofdbediening
(stand afstandsbe-
diening)
Zone1
20.0°C
Kamertemperatuur
thermostaat (ter plaat-
se aan te schaffen)
Zone2
Kamertemperatuur
FTC
thermostaat (ter plaatse
aan te schaffen)
Zone1
20.0°C
Kamertemperatuur
Cilinder
thermostaat (ter plaatse
aan te schaffen)
Zone2