Waterleidingwerk; Aansluitingen Leidingwerk - Mitsubishi Electric ecodan ERST20 series Installationshandbuch

4
Installatie
terug en zet de schroeven aan de onderzijde weer vast.

4.3 Waterleidingwerk

Werkzaamheden aan de Warmwaterleidingen
De cilinder heeft GEEN ONTLUCHTING. Houd u, wanneer u
warmwatersystemen zonder ontluchting installeert, aan de bouwvoorschriften
deel G3 (Engeland en Wales), P3 (Schotland) en P5 (Noord-Ierland).
Houd u buiten de UK aan de voorschriften van uw eigen land voor
warmwatersystemen zonder ontluchting.
Sluit de doorstroming voor SWW aan op leiding A (Afbeelding 3.1).
De functie van de volgende veiligheidscomponenten van de cilinder moet bij de
installatie op afwijkingen worden gecontroleerd;
• Overdrukventiel (primair circuit en tank)
• Voorvulling Expansievat (druk gasvulling)
De instructie op de volgende pagina's over een veilige lozing van heet water uit
veiligheidsvoorzieningen moet nauwgezet worden opgevolgd.
• Het leidingwerk wordt zeer heet, en moet dus worden geïsoleerd zodat
brandwonden worden voorkomen.
• Wanneer u het leidingwerk aansluit is het belangrijk dat er geen vreemde
voorwerpen, zoals afval, of iets dergelijks, in de leiding komen.
Werkzaamheden aan de Koudwaterleidingen
Koud water dat voldoet aan de juiste norm (zie paragraaf 4.2) moet tot het
systeem worden toegelaten door leiding B (Afbeelding 3.1) aan te sluiten met
behulp van de juiste aansluitmaterialen.
Werkzaamheden voor afvoerleiding (ALLEEN
ERST20* serie)
Voor een juiste afvoer moet de los verkrijgbare "Afvoerbakstandaard (PAC-DP01-E)"
worden geïnstalleerd.
De afvoerbak en afvoerleiding moeten worden geïnstalleerd voor de afvoer van
condens vocht tijdens de stand koelen.
• Om te voorkomen dat verontreinigd water van de afvoer op de vloer bij de
cilinderunit lekt, moet de afvoerleiding op de juiste wijze met de cilinderafvoerbak
worden verbonden.
• Installeer de afvoerleiding goed zodat er geen vocht bij het verbindingsstuk lekt.
• Isoleer de afvoerleiding goed om te voorkomen dat waterdruppels van de los
verkrijgbare afvoerleiding lekt.
• Installeer de afvoerleiding schuin omlaag met een hoek van 1/100 of meer.
• Plaats de afvoerleiding niet in een afvoerkanaal of goot waar zwavelgas aanwezig is.
• Na het installeren, moet u controleren dat water goed van de afvoerleiding kan
worden afgevoerd via de uitlaat van de leiding naar een geschikte afvoerplaats.
Afvoeraansluiting
Klemband
13
Afvoerslang
Los verkrijgbare
afvoerleiding (VP-20)
Breng polyvinylchloride
type plakmiddel aan
<Afbeelding 4.3.1>
<Afbeelding 4.3.2>
Voorkomen van negatieve druk
Om te voorkomen dat negatieve druk de SWW-tank beïnvloedt, moet de installateur
de juiste leidingen installeren of geschikte apparaten gebruiken.
Werkzaamheden aan het hydraulische filter
(ALLEEN serie EHPT)
Installeer een hydraulisch filter of een ander filter (ter plaatse aan te schaffen) op
de waterinlaat ("Leiding E" in Afb. 3.1)

Aansluitingen leidingwerk

Aansluitingen op de cilinder moeten worden gemaakt met behulp van
knelkoppelingen van 22 mm of 28 mm.
Zet de knelkoppelingen niet te vast omdat dit vervorming van de knelring en
mogelijke lekkage tot gevolg heeft.
Opmerking: Als u de leidingen op locatie wilt lassen, moet u de leidingen
op de cilinder afkoelen met bijv. een natte handdoek.
Isolatie van leidingwerk
• Alle niet-afgeschermde waterleidingen moeten worden geïsoleerd, zodat
onnodig warmteverlies en condensatie worden voorkomen. Om te voorkomen
dat condens de cilinder binnendringt moeten het leidingwerk en de
aansluitingen boven op de cilinder zorgvuldig worden geïsoleerd.
• Vermijd ongewenste warmte-overdracht, leg koudwater- en
warmwaterleidingen, waar dat mogelijk is, niet dicht bij elkaar aan.
• Leidingwerk tussen de buiten-warmtepompunit en de cilinder moeten worden
geïsoleerd met geschikt isolatiemateriaal voor leidingen met een thermische
conductiviteit van ≤ 0,04 W/m.K.
<Installeren>
Opmerking: Het kan handiger zijn om de afvoerslang te plaatsen alvorens de
cilinderunit op de standaard te bevestigen.
1. Plaats de afvoeraansluiting goed in de afvoerslang. (Afbeelding 4.3.1)
2. Bevestig de afvoerslang met klemband.
3. Breng als afgebeeld polyvinylchloride type plakmiddel aan over de grijze
oppervlakken in de afvoerleiding en op het exterieur van de afvoeraansluiting.
4. Steek de afvoeraansluiting goed en diep in de afvoerleiding. (Afbeelding 4.3.1)
Opmerking: Zet de los verkrijgbare afvoerleiding goed vast om te voorkomen dat
de afvoerleiding van de afvoeraansluiting los schiet.
<Controleren van de afvoer>
• Verwijder het voorpaneel en giet geleidelijk 1 liter water in de afvoerbak.
(Afbeelding 4.3.2)
• Controleer dat water goed van de afvoerleiding via de uitlaat van de leiding wordt afgevoerd.
• Controleer of er vocht lekt bij de verbindingen.
Opmerking: 1. Controleer de afvoer altijd goed bij het installeren, ongeacht het seizoen.
2. Giet langzaam water in de afvoerbak zodat het water in de afvoerbak
niet overstroomt.
Afvoerbakstandaard
(Optioneel onderdeel: PAC-DP01-E)