Wanneer een dompelweerstand is gemonteerd, zet dan NIET EERDER spanning op de verwarming dan dat de SWW-tank vol water is. Zet ook GEEN spanning op een

dompelweerstand als er nog chemicaliën in de SWW-tank zitten, omdat dit zal leiden tot een vroegtijdige storing van de verwarming.

Aansluitingen veiligheidsvoorziening

Het expansieontluchtingsventiel op de secundaire heetwaterkant en het tempe-

ratuur- en overdrukventiel (T&O) (*1) moeten beide voorzien zijn van de juiste

afvoerleidingen.

EHPT20X-MHCW, EHST20C-MHCW en EHST20D-MHCW zijn uitgerust met

een T&O-ventiel; alle andere modellen zijn uitgerust met een overdrukventiel.

Opmerking:

1. Draai de schroeven niet te vast bij het aansluiten van de afvoerleiding,

om te voorkomen dat de cilinderunit beschadigd raakt.

In het paneel aan de rechterzijde bevindt zich een venster (*2), zodat een aan-

sluiting kan worden gemaakt op het in de fabriek gemonteerde temperatuur- en

overdrukventiel. Als u de aansluiting op een andere positie wilt maken, zult u zelf

een gat in het paneel moeten maken. Het blijft echter ook dan noodzakelijk om de

in de toepasselijke bouwvoorschriften opgenomen afvoerparameters na te leven.

Schroef de plaat op het rechter zijpaneel los, sluit het overdrukventiel aan op

afvoerleiding en monteer de plaat weer. Plaats de plaat altijd zo terug dat er

geen ruimte blijft tussen de plaat en het zijpaneel en de plaat en de afvoerlei-

ding om warmteverlies te voorkomen.

In naleving van bouwvoorschriften moet een verdeelbak worden gemonteerd

in het leidingwerk binnen een afstand van 500 mm van de veiligheidsvoor-

ziening (zie ook Afbeelding 4.4.1). Vanwege de afstand tussen de beide

veiligheidsvoorzieningen moet mogelijk elke veiligheidsvoorziening worden

uitgerust met een eigen verdeelbak voordat u het leidingwerk koppelt voor

een veilige afvoer (zie Afbeelding 4.3.8).

Opmerking:

2. De afvoer van het expansieontluchtingsventiel en de afvoer van T&O-ven-

tiel mogen in het VK ook beide uitkomen op één verdeelbak, zolang die ver-

deelbak zich binnen een afstand van 500 mm van het T&O-ventiel bevindt.

Zorg er bij het aansluiten van afvoerleidingen op veiligheidsvoorzieningen

voor dat er geen spanning op de inlaataansluitingen komt te staan.

Schema

Beschrijving

Onder-

deelnr.

Veiligheidsgroep

(Onderdeel van de inlaatregelgroep)

Overdrukventiel

T&O-ventiel/Overdrukventiel

Overdrukventiel

Raadpleeg bij het installeren van afvoerleidingen altijd de lokale voorschriften.

Installeer afvoerleidingen in een vorstvrije omgeving

Om te voorkomen dat de unit en het omringende gebied beschadigd worden

door uitgestoten stoom of heet water is het noodzakelijk een geschikte afvoer

te monteren vanaf het overdrukventiel dat zich boven op de cilinder bevindt.

Overdrukventielen MOGEN NIET voor enig ander doel worden gebruikt.

Gebruik voor de UK een WK01UK-E-pakket, voor andere landen zie hieronder;

• Alle afvoerleidingen moeten bestand zijn tegen de afvoer van heet water.

Afvoerleidingen moeten worden geïnstalleerd in een voortdurend neerwaartse

richting. Afvoerleidingen moeten open blijven voor de omgeving.

Schema leidingen 2-zone-temperatuurregeling

Sluit de leidingen en ter plaatsegeleverde onderdelen aan conform deschematische voorstelling van het lokalesysteem bij 3. Technische informatie van deze installatiehandleiding.

Raadpleeg voor nadere bijzonderheden "5.3 Bedrading voor 2-zone-temperatuurregeling".

Opmerking: Installeer de thermistors niet op de mengtank. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de juiste monitoring van de watertemperatuur en

retourtemperatuur in de verschillende zones.

Installeer de thermistor voor de Zone2 voorlooptemp. (THW8) bij de gemotoriseerde mengklep.

Aansluitfor-

Aansluiting

maat

type

15 mm

Knel

G 1/2

Vrouw