Seite 1 SCENIC INSTRUCTIEBOEKJE...
Seite 2 De smeermiddelen van ELF vormen een belangrijke bijdrage aan de prestaties van uw auto. RENAULT adviseert de smeermiddelen van ELF die zijn goedgekeurd voor het bijvullen en verversen. Raadpleeg uw RENAULT-dealer of kijk op de website www.lubrifiants.elf.com Een merk van...
Seite 3 Ook kunnen er uitrustingen zijn opgenomen die pas op een later tijdstip in de auto zullen worden toegepast. Overal waar in het instructieboekje sprake is van een merkdealer, wordt daarmee een RENAULT-dealer bedoeld. Wij wensen u een goede reis in uw auto.
Seite 5 Hoofdstuk Ken u w a uto ..............Rijden ................Comfort ................ Onderhoud ..............Praktische t ips ............. Technische g egevens ..........Alfabetische ...
Seite 7: Inhaltsverzeichnis
RENAULT cards: algemeen, gebruik, extra portiervergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Seite 8 omgeving. Let op bij het vasthouden van (raadpleeg de volgende bladzijdes);; de RENAULT card dat u niet per ongeluk – de verlichting inschakelen op afstand van ...
Seite 9 ïntegreerde sleutel, plaats u deze terug sluitend bestellen bij een merkdealer. in zijn houder in de RENAULT card en Het vervangen van een RENAULT card ...
Seite 10 van de achterklep. achterklep) geopend of niet goed gesloten is, of als een RENAULT card in de lezer is Alarm van niet detecteren van achtergebleven, worden de portieren snel ...
Seite 11 Voor de auto’s die hiermee zijn uitgerust, Met de RENAULT card in zone 1, steekt u kan hiermee, naast de gebruiksmogelijkhe- ...
Seite 12: Vergrendelen Door Weglopen
Als een portier of de bagageruimte open of Loop met de RENAULT card bij u, als de niet goed gesloten is, of als een card aan- ...
Seite 13 RENAULT CARD “HANDSFREE” AFSTANDSBEDIENING: gebruik (3/3) Draaiende motor, als na het openen en sluiten van een portier de card niet langer in het interieur is, waarschuwt de boodschap ...
Seite 14 Ontgrendel de auto met behulp van de knop 1 van de RENAULT card. Het o ntgrendelen z iet u a an h et é én k eer o p-...
Seite 15 – druk op een knop van de RENAULT card (niet de RENAULT card “SERVICE”);; – start de motor met een RENAULT card (niet de RENAULT card “SERVICE”). ...
Seite 16: Portieren Openen En Sluiten
Bijzonderheid Als de portieren ontgrendeld zijn of met de Trek aan de portierhandgreep 2. handsfree RENAULT card bij u, trekt u por- Na het stoppen van de motor, blijven de lich- tierhandgreep 1 naar u toe. ten en de accessoires (radio, enz.) die in ...
Seite 17 PORTIEREN OPENEN EN SLUITEN (2/2 Veiligheid inzittenden achter De bestuurder kan de werking van de achterportieren en af- hankelijk van de auto, van de ruitbediening toestaan door op de scha- kelaar 3 aan de kant van de tekening te ...
Seite 18: Portieren
(1/2) Vergrendelen/Ontgrendelen van de portieren van buitenaf Dit gebeurt met de RENAULT card: zie de paragrafen “RENAULT card” in hoofdstuk 1. In sommige gevallen werkt de RENAULT ...
Seite 19 en kleppen vergrendeld. De auto kan van buitenaf alleen ontgrendeld worden als de RENAULT card zich in de toegangszone van de auto bevindt, of met behulp van de in de RENAULT card geïnte-...
Seite 20: Automatische Portiervergrendeling Tijdens Het Rijden
AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN Inschakelen/Uitschakelen van Bij een storing de functie Als u een storing constateert (geen automa- Inschakelen: druk, bij stilstaande auto met tische v ergrendeling, h et l ampje i n d e k nop 1 draaiende ...
Seite 21 HOOFDSTEUNEN VOOR Afstellen van de zijbevestigingen B Afhankelijk van de auto, kunt u de delen B onafhankelijk van elkaar afstellen tot het ge- wenste comfort bereikt is. Verwijderen van de hoofdsteun Zet deze in de hoogste stand (zet de rug- leuning indien nodig schuin naar achteren).
Seite 22: Rugleuning Verstellen
VOORSTOELEN ZONDER ELEKTRISCHE VERSTELLING (1/2 Vooruit of achteruit schuiven Rugleuning verstellen van de stoel Draai de knop 3 tot de gewenste stand. Trek de handgreep 1 omhoog om te ont- Om veiligheidsredenen mogen ...
Seite 23 VOORSTOELEN ZONDER ELEKTRISCHE VERSTELLING (2/2 Stand “tafelblad” Stoelverwarming Bij de tafelblad stand van de (afhankelijk van auto) Afhankelijk van de auto kan de rugleuning rugleuning ...
Seite 24 BESTUURDERSSTOEL MET ELEKTRISCHE BEDIENING De schakelaar 4 dient voor de verstelling van de zitting en de schakelaar 3 dient voor de verstelling van de rugleuning. De knop- pen 2, als de auto hiermee is uitgerust, slaan de gekozen stand op in het geheugen ...
Seite 25 Tijdens het rijden, is het niet mogelijk de geheugenpositie op te roepen. – “handsfree” card gedetecteerd of, afhan- kelijk van de auto, RENAULT card in de kaartlezer;; – bij het openen van het bestuurderspor-...
Seite 26: Autogordels
AUTOGORDELS (1/3) Gebruik tijdens het rijden altijd de autogor- Stel, voordat u start de juiste zithouding del. Bovendien dient u zich te houden aan af, en daarna voor alle inzittenden de au- de wetgeving van het land waarin u zich be- togordel ...
Seite 27 AUTOGORDELS (2/3) ß Waarschuwingslampje autogor- del van de bestuurder vergeten en, afhankelijk van de auto, van de voor- passagier Het licht op het instrumentenpaneel op bij het starten van de motor en daarna, als de gordel ...
Seite 28 AUTOGORDELS (3/3) De volgende raadgevingen gelden voor de autogordels voor en achter. – Verander niets aan de oorspronkelijke onderdelen van het veiligheidsmechanisme: gordels, stoelen en de bevestigingen ervan. Raadpleeg een merkdealer voor het monteren van bv. een kinderzitje. –...
Seite 29 AUTOGORDELS ACHTER Achterstoel midden tweede rij Trek de gordel 2 langzaam uit zijn houder. Voor auto’s die hiermee uitgerust zijn en voor uw comfort, kunt u de gordel door de gordelgeleider 3 laten lopen. Klik de gesp 4 vast in de zwarte sluiting 5.
Seite 30 AANVULLENDE VOORZIENINGEN OP DE VOORGORDEL ( Afhankelijk van de auto, kunnen deze be- – Laat al deze veiligheidsvoor- staan uit: zieningen controleren na een – gordelspanners van het oprolmecha- aanrijding.
Seite 31 AANVULLENDE VOORZIENINGEN OP DE VOORGORDEL ( Krachtbegrenzer Airbag bestuurder en passagier Vanaf een bepaalde hevigheid van de schok Deze bevindt zich bij de linker en rechter van de aanrijding komt dit mechanisme in voorstoel.
Seite 32 AANVULLENDE VOORZIENINGEN OP DE VOORGORDEL ( Werking Bijzonderheid van de frontale airbag Het systeem werkt alleen als het contact aanstaat. Afhankelijk v an d e h evigheid v an d e b otsing, heeft ...
Seite 33 AANVULLENDE VOORZIENINGEN OP DE VOORGORDEL ( Hier volgt een aantal aanwijzingen om elke belemmering bij het opblazen van de airbag of verwonding door rondvliegende voorwerpen te voorkomen. Waarschuwingen inzake de bestuurdersairbag – Verander niets aan het stuurwiel of de naafdop. –...
Seite 34 AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ACHTERIN Krachtbegrenzer Vanaf een bepaalde hevigheid van de schok van de aanrijding komt dit mechanisme in werking om de kracht die de gordel op het li- chaam u itoefent t e b egrenzen t ot e en d raag- lijk niveau.
Seite 35 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN BESCHERMING ZIJKANT Zijairbags De zijairbag is aan de kant van het portier ondergebracht in de rugleuning van de voor- stoelen en komt in werking om de inzitten- den te beschermen bij een zware aanrijding tegen de zijkant. Zijruitairbags Dit ...
Seite 36: Aanvullende Bevestigingsmiddelen
AANVULLENDE BEVESTIGINGSMIDDELEN Hier volgt een aantal aanwijzingen om elke belemmering bij het opblazen van de airbag Storingen of verwonding door rondvliegende voorwerpen te voorkomen. å Dit controlelampje licht op bij het starten van de motor en dooft na ongeveer De ...
Seite 37: Kinderveiligheid: Algemeen
KINDERVEILIGHEID: algemeen (1/2) Vervoer van kinderen Het kind moet, net als een volwassene, altijd correct zitten en zijn vastgemaakt, ongeacht het traject. U bent verantwoordelijk voor de kinderen die u vervoert. Een kind is geen volwassene in miniatuur- formaat.
Seite 38 KINDERVEILIGHEID: algemeen (2/2) Gebruik van een kinderzitje De bescherming die het kinderzitje biedt is afhankelijk van zijn capaciteit om het kind vast te houden en van de installatie ervan. Geef het goede voorbeeld door uw Door een verkeerde installatie komt de be-...
Seite 39 KINDERVEILIGHEID: Keuze van het kinderzitje Kinderzitje “achterstevoren” Kinderzitje “vooruit” Zittingverhogers Het hoofd van een baby is, naar verhouding, Het hoofd en de buik van een kind zijn de Vanaf 15 kg of 4 jaar kan een kind reizen op zwaarder ...
Seite 40 KINDERVEILIGHEID: keuze van de bevestiging van een kinderzitje (1/2) Er zijn twee bevestigingssystemen voor Bevestiging met ISOFIX systeem Voordat u een ISOFIX kinder- kinderzitjes: met de autogordel of met het Toegelaten zijn ISOFIX kinderzitjes die zijn ...
Seite 41 KINDERVEILIGHEID: keuze van de bevestiging van een kinderzitje (2/2) De ringen bevinden zich op de vloer en zijn te herkennen aan een markering op de mat van de bagageruimte. Om bij deze veranke- ringen te komen, zet u de achterbank naar ...
Seite 42 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (1/9) Op bepaalde zitplaatsen mogen geen kin- Op zitplaats voorin derzitjes bevestigd worden Op het schema Het vervoer van een kind op de plaats van op de volgende bladzijde ziet u waar u een ...
Seite 43 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (2/9) Zitplaats achterin Op de middelste zitplaats achterin Controleer bij monteren van Een reiswieg wordt dwars in de auto geïn- Sommige kinderzitjes zijn te breed om bij een ...
Seite 44 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (3/9) Kinderzitje bevestigd met behulp van de ISOFIX-bevestiging ü Plaats waar een ISOFIX-kinderzitje is toegelaten. ± De zitplaatsen achterin zijn voorzien van een verankering voor de bevestiging van een universeel ISOFIX-kinderzitje voor-...
Seite 45 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (4/9) In de tabel hieronder staat dezelfde informatie als op het overzicht van de vorige bladzijde, overeenkomstig de wettelijke voorschrif- ten. Grootte van het zitje Gewicht van Zitplaats passagier Zitplaatsen Zitplaats ...
Seite 46 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (5/9) Kinderzitje bevestigd met behulp van de ISOFIX-bevestiging ü Plaats waar een ISOFIX-kinderzitje is toegelaten. ± De zitplaatsen achterin zijn voorzien van een verankering voor de bevestiging van een universeel ISOFIX-kinderzitje voor-...
Seite 47 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (6/9) In de tabel hieronder staat dezelfde informatie als op het overzicht van de vorige bladzijde, overeenkomstig de wettelijke voorschrif- ten. Grootte van het zitje Gewicht van Zitplaats passagier Zitplaatsen Zitplaats ...
Seite 48 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (7/9) Kinderzitje bevestigd met behulp van de ISOFIX-bevestiging ü Plaats waar een ISOFIX-kinderzitje is toegelaten. ± De zitplaatsen achterin zijn voorzien van een verankering voor de bevestiging van een universeel ISOFIX-kinderzitje voor-...
Seite 49 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (8/9) In de tabel hieronder staat dezelfde informatie als op het overzicht van de vorige bladzijde, overeenkomstig de wettelijke voorschrif- ten. Grootte van Zitplaats Zitplaatsen Gewicht van Zitplaats midden ...
Seite 50 KINDERVEILIGHEID: installatie van het kinderzitje (9/9) X = Plaats niet toegestaan voor het installeren van een kinderzitje. U = Plaats toegestaan voor de bevestiging met de gordel van een in de handel verkrijgbaar als “Universeel” goedgekeurd zitje;; controleer of het gemonteerd kan worden.
Seite 51 KINDERVEILIGHEID: uitschakelen-inschakelen van de passagiersairbag voorin (1/3) Het in- en uitschakelen van de passagiersairbag voorin moet bij stilstaande auto gebeuren. Als dit bij rijdende auto ge- å beurt, lichten de controlelampjes ...
Seite 52 KINDERVEILIGHEID: uitschakelen-inschakelen van de passagiersairbag voorin (2/3) Deze voorschriften staan op de markerin- gen op het dashboard en op de stickers A op elke kant van de zonneklep van de pas- sagier 3 (zie het voorbeeld van de sticker hierboven).
Seite 53 KINDERVEILIGHEID: uitschakelen-inschakelen van de passagiersairbag voorin (3/3) Storingen In geval van een storing aan het systeem voor het in- en uitschakelen van de passa- giersairbag, is het VERBODEN een achter- stevoren geplaatst kinderzitje op de voor- stoel te gebruiken.
Seite 54 BEDIENINGSORGANEN LINKS STUUR (1/2 1 2 3 5 6 7 8 10 11 1.48...
Seite 55 BEDIENINGSORGANEN LINKS STUUR (2/2 De aanwezigheid van de hierna beschreven uitrusting IS AFHANKELIJK VAN DE UITVOERING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND. 1 Zijrooster. 9 Bediening van het menu voor het perso- 18 O pbergruimte/accessoireaansluiting of naliseren van het instrumentenpaneel.
Seite 56 BEDIENINGSORGANEN RECHTS STUUR (1/2 14 15 1.50...
Seite 57 BEDIENINGSORGANEN RECHTS STUUR (2/2 De aanwezigheid van de hierna beschreven uitrusting IS AFHANKELIJK VAN DE UITVOERING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND. 1 Zijrooster. 11 Schakelaar voor: 17 S chakelaars voor de snelheidsregelaar/- begrenzer. 2 Ventilatierooster van zijruit. –...
Seite 58 INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes (1/5) De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN A FHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU. Î¦ Controlelampjes snel- heidsregelaar en snel- heidsbegrenzer R a a d p l e e g d e ...
Seite 59 INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes (2/5) De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN A FHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU. Ä Waarschuwingslampje luchtver- ontreiniging Dit gaat branden bij het aanzetten van het contact, ...
Seite 60: Uitschakelen - Inschakelen Van De Passagiersairbag Voorin
INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes (3/5) De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN A FHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU. ç å Waarschuwingslampje vergeten Waarschuwing achtergordel niet vastge- Waarschuwingslampje airbag autogordel van de bestuurder maakt (afhankelijk van de auto) Het licht op bij het starten van de ...
Seite 61 INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes (4/5) De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN A FHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU. Het dwingt u, voor uw veiligheid, direct te stoppen zonder het verkeer in gevaar ...
Seite 62 INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes (5/5) De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND EN HET UITRUSTINGSNIVEAU. À De volgende controlelampjes lichten op Waarschuwingslampje oliedruk ® met het controlelampje Dit gaat branden als u het contact aan ...
Seite 63 DISPLAYS EN METERS (1/4) Toerenteller (tr/min × 1 0 00) Deze geeft weer volgens de gekozen instel- ling op het instrumentenpaneel. Snelheidsmeter (geeft aan in km/u of mph) Brandstofpeilmeter Het peil van de overgebleven brandstof wordt in geel aangegeven.
Seite 64 DISPLAYS EN METERS (2/4) Instrumentenpaneel in mijlen Geluidssignaal snelheidsverklikker (mogelijkheid om over te gaan op km/u) Afhankelijk van de uitvoering van de auto en – Contact uit, druk op een van de knop- van ...
Seite 65: Instrumentenpaneel
DISPLAYS EN METERS (3/4) Auto zonder instrumentenpaneel Brandstofpeilmeter 6 Geluidssignaal snelheidsverklikker Als het minimumpeil is bereikt, licht het “TFT Display” Afhankelijk van de uitvoering van de auto en van ...
Seite 66 DISPLAYS EN METERS (4/4) Instrumentenpaneel in mijlen Waarschuwing minimumpeil motorolie (mogelijkheid om over te gaan op km/u) Bij het starten van de motor, waarschuwt het – Contact uit, druk op een van de knop- display op het instrumentenpaneel u als het ...
Seite 67: Boordcomputer 1
BOORDCOMPUTER: algemeen (1/2) c) overgebleven a fstand t ot d e v olgende o n- derhoudsbeurt;; d) controlesysteem bandenspanning;; e) S n e l h e i d s i n s t e l l i n g v a n ...
Seite 68 BOORDCOMPUTER: algemeen (2/2) Betekenis van de waarden Automatische nulinstelling van gedurende de eerste paar de gegevens van de reis kilometer na een nulinstelling De nulinstelling gebeurt automatisch als één van de gegevens zijn maximale waarde be- De ...
Seite 69 BOORDCOMPUTER: gegevens van de reis (1/4) De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND. Voorbeelden van de selectie Betekenis van de gekozen aanduiding a) Totaalteller en dagteller Brandstof verbr. b) ...
Seite 70 BOORDCOMPUTER: gegevens van de reis (2/4) De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND. Voorbeelden van de selectie Betekenis van de gekozen aanduiding Actieradius Het bereik met de overgebleven brandstof. Deze waarde wordt aangegeven na 400 meter gereden te hebben.
Seite 71 BOORDCOMPUTER: gegevens van de reis (3/4) De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND Voorbeelden van de selectie Betekenis van de gekozen aanduiding c) Afstand onderhoudsbeurt. Onderhoud over Afstand tot de volgende onderhoudsbeurt (weergave in kilometers en in maanden);;...
Seite 72 BOORDCOMPUTER: gegevens van de reis (4/4) De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND Voorbeelden van de selectie Betekenis van de gekozen aanduiding d) Controlesysteem bandenspanning Raadpleeg de paragraaf “Systeem voor het controleren van de bandenspanning” in hoofd- stuk 2.
Seite 73 “Parkeerrem aangetrokken” Geeft aan dat de parkeerrem is vastgezet. “Kaart verwijderen a.u.b.” Verzoek om de RENAULT card uit de lezer te verwijderen als u de auto verlaat. “Test systemen” Wordt weergegeven, contact aan, als de auto zichzelf controleert. “Tractiecontrole uit”...
Seite 74 BOORDCOMPUTER: storingsboodschappen © Zij verschijnen bij het waarschuwingslampje en het is noodzakelijk direct voorzichtig naar een merkdealer te rijden. A ls u dit voorschrift negeert, loopt u het risico dat uw auto beschadigd wordt. Zij verdwijnen door een druk op de keuzetoets van de aanduiding of na enkele secondes en worden opgeslagen in het functieoverzicht. Het ©...
Seite 75 BOORDCOMPUTER: alarmboodschappen ® Zij verschijnen met het controlelampje en dwingen u, voor uw veiligheid, direct te stoppen zonder het verkeer in gevaar te brengen. Stop de motor en start deze niet opnieuw. Roep de hulp in van een merkdealer. Voorbeelden van alarmboodschappen worden hierna gegeven.
Seite 76 MENU VOOR HET PERSONALISEREN VAN DE INSTELLINGEN VAN DE AUTO Selectie van de instellingen Druk, als u de functie geselecteerd heeft, op de knop 2 om de functie te activeren of de- Druk, afhankelijk van de uitrusting van de activeren: auto op knop 3 of 4 om de functie te selecte-...
Seite 77: Stuurbekrachtiging
STUURWIEL/STUURBEKRACHTIGING Stuurbekrachtiging Storingen Tijdens het rijden of als het stuurwiel her- Snelheidsafhankelijke haaldelijk is bewogen, kan de besturing stug stuurbekrachtiging worden. Dit komt doordat de bekrachtiging te warm is geworden. Laat deze in dat geval De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ...
Seite 78: Klokje En Buitenthermometer
KLOKJE EN BUITENTHERMOMETER Buitentemperatuurmeter Bijzonderheid: Als de buitentemperatuur tussen -3 °C en +3 °C ligt, knipperen de tekens °C (waar- schuwing voor kans op gladheid). Klokje 1 op tijd zetten Auto’s met knop 3 –...
Seite 79: Spiegels
SPIEGELS Inklapbare buitenspiegels De spiegels klappen automatisch in bij het vergrendelen van de auto (schakelaar 2 in stand D). In dit geval klappen zij uit bij het weer aanzetten van het contact. U kunt altijd het inklappen (schakelaar 2 in ...
Seite 80: Claxon En Lichtsignalen
CLAXON EN LICHTSIGNALEN Richtingaanwijzers U verplaatst de schakelaar 1 evenwijdig aan het stuurwiel en in de richting waarin u dit gaat draaien. Bij het veranderen van rijstrook op een snel- weg wordt het stuurwiel slechts weinig ge-...
Seite 81: Verlichting En Signalen
VERLICHTING EN SIGNALEN (1/3) á Grootlicht Met d imlichten a an, t rekt u d e l icht- schakelaar 1 naar u toe. Dit controlelampje op het instrumentenpaneel licht op. Om het grootlicht uit en het dimlicht weer in te ...
Seite 82 VERLICHTING EN SIGNALEN (2/3) Bijzonderheden N.B.: als de mistlichten branden, dooft de verlichting niet automatisch. – Voor auto’s met automatische werking van de verlichting, blijven de draaibare koplampen vast staan als de dimlichten ...
Seite 83: Mistachterlicht
VERLICHTING EN SIGNALEN (3/3) Mistlichten voor Lichten uit Draai de middelste ring 5 van Draai de ring 5 opnieuw om het merkteken 4 de schakelaar 1 zo dat het symbool bij het tegenover het symbool van het mistlicht te ...
Seite 84: Koplampen Elektrisch Verstellen
KOPLAMPEN ELEKTRISCH VERSTELLEN In geval van handmatige instellingen Voorbeelden van de stand van de schakelaar A, afhankelijk van de belading Bestuurder alleen of met een passagier voorin Bestuurder met een passagier voorin en een passagier achterin Bij de auto’s die ermee uitgerust zijn, kan de ...
Seite 85 RUITENWISSER, RUITENSPROEIER VOOR ( Auto voorzien van ruitenwisser voor met regensensor A uit B automatisch wissen In deze stand signaleert het systeem water op de voorruit en schakelt het wissen ...
Seite 86 RUITENWISSER, RUITENSPROEIER VOOR ( Koplampsproeiers Koplampen branden De koplampsproeiers, als de auto hiermee is uitgerust, komen tegelijk met de ruiten- Probeer niet de ruitenwisserbladen sproeiers in werking als u de schakelaar 1 omhoog ...
Seite 87 RUITENWISSER, RUITENSPROEIER ACHTER Inschakelen/uitschakelen van de achter- ruitwisser (afhankelijk van de auto) Als uw auto uitgerust is met een menu voor het personaliseren van de instellingen van de auto, wordt het wissen van de achterruit ingeschakeld ...
Seite 88: Brandstoftank (Brandstof Tanken)
BRANDSTOFTANK (1/3) Soort brandstof Auto die werkt op brandstof op basis van ethanol Gebruik brandstof van goede kwaliteit die overeenkomt met de normen die in elk Gebruik a ltijd l oodvrije b enzine o f e en b rand- land zijn vastgelegd en beslist overeenkomt ...
Seite 89: Tanken Van Brandstof
BRANDSTOFTANK (2/3) Tanken van brandstof Druk met het vulpistool de klep A open en steek het zo ver mogelijk naar binnen voor- dat u met tanken begint (spatgevaar). Houd tijdens het tanken het vulpistool in deze stand tot u klaar bent met tanken.
Seite 90 BRANDSTOFTANK (3/3) Tank leeggereden bij dieselmotor Als de auto stilgevallen is door brandstofge- brek, moet u het brandstofcircuit ontluchten voordat u probeert de motor weer te star- ten. Wijzig of repareer niet zelf het ...
Seite 91 Hoofdstuk 2: Het rijden (met tips voor zuinig en milieubewust autorijden) Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Starten –...
Seite 92 INRIJDEN Benzinemotor Dieselmotor Rijd de eerste 1 0 00 km niet sneller dan Laat de motor de eerste 1 5 00 km niet snel- 130 km/u in de hoogste versnelling en laat ler ...
Seite 93 In d at g eval mag d e R ENAULT c ard z ich n iet zer 2 of binnen de detectiezone 3 bevinden. Als u bent ingestapt, steekt u de RENAULT in bagageruimte bevinden.
Seite 94 Voor andere functies: Bij een storing – auto’s met een RENAULT card af- In sommige gevallen werkt de “handsfree” standsbediening, steek de card in de ...
Seite 95 Controleer, a ls u d e a uto v erlaat Als de card niet in de lezer zit als u de motor en vooral als u de RENAULT wilt stoppen, verschijnt de boodschap “Kaart ...
Seite 96 FUNCTIE STOP AND START (1/3) Dit systeem zorgt voor een lager brandstof- De boodschap “Autostop” op het instrumen- Bijzonderheid van het automatisch weer verbruik en vermindert de uitstoot van broei- tenpaneel waarschuwt u dat de motor op starten van de motor kasgassen.
Seite 97 FUNCTIE STOP AND START (2/3) Omstandigheden waarbij de – de functie “helder zicht” is ingeschakeld Bijzondere gevallen (raadpleeg de paragraaf “thermostati- motor niet op stand-by wordt – Als de bestuurder, terwijl het systeem in sche airconditioning”...
Seite 98 FUNCTIE STOP AND START (3/3) Het systeem wordt automatisch weer in- Storingen geschakeld bij elke vrijwillige start van het Wanneer d e b oodschap “ Stop & s tart c ontro- voertuig ...
Seite 99 BIJZONDERHEDEN VAN DE UITVOERINGEN MET EEN BENZINEMOTOR Onder bepaalde omstandigheden, zoals: Indien u één van de hiervoor genoemde sto- ringen constateert, dient u uw auto zo spoe- – te l ang d oorrijden a ls h et w aarschuwings- dig ...
Seite 100: Bijzonderheden Van De Uitvoeringen Met Een Dieselmotor
BIJZONDERHEDEN VAN DE UITVOERINGEN MET EEN DIESELMOTOR Toerental van de dieselmotor Voorzorgen in de winter De inspuitpomp van de dieselmotor heeft Om problemen bij vorst te voorkomen: een mechanische begrenzing die er voor –...
Seite 101: Handrem
VERSNELLINGSHENDEL/HANDREM Handrem Vrijzetten Trek de handgreep 2 iets omhoog waarna u de knop 3 indrukt en de handgreep omlaag duwt. Vastzetten Trek de handgreep 2 naar boven en contro- leer of de auto goed blijft stilstaan. Tijdens het rijden moet de Inschakelen achteruitversnelling handrem ...
Seite 102: Automatische Parkeerrem
AUTOMATISCHE PARKEERREM (1/3) N.B. Om aan te geven dat de automatische par- keerrem is losgezet, klinkt een geluids- signaal en verschijnt de boodschap “Parkeerrem aantrekken” op het instrumen- tenpaneel: –...
Seite 103 Parkeren met vrijgezette automatische par- keerrem (bijvoorbeeld als het vriest): – met draaiende motor, de RENAULT card in de lezer 4, stopt u de motor met een druk op de start/stop knop van de ...
Seite 104 AUTOMATISCHE PARKEERREM (3/3) Uitvoering met automatische Storingen – Bij een storing van de automatische par- ® transmissie keerrem, licht het controlelampje – In geval van een storing, licht het contro- © op met de boodschap “Storing parkeer- Bij ...
Seite 105: Tips: Voor Zuinig Rijden En Minder Luchtverontreiniging
TIPS: voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging (1/3) Uw auto voldoet aan de eisen voor de recy- Hulp bij brandstofbesparing Laat uw auto controleren en afstellen door cling en het terugwinnen van materialen van een ...
Seite 106 TIPS: voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging (2/3) Controle van de uitlaatgassen – “Sportief” rijden kost brandstof: rijd daarom soepel en kijk ver vooruit. Het controlesysteem van de uitlaatgassen –...
Seite 107: Tips Voor Het Gebruik
TIPS: voor zuinig rijden en minder luchtverontreiniging (3/3) – Voor auto’s met airconditioning is een hoger brandstofverbruik normaal (vooral in stadsverkeer) als de airconditioning aanstaat. Voor auto’s met een aircondi- tioning zonder automatische werkstand, ...
Seite 108: Milieu
Deze aandacht blijkt uit het ondertekenen voor een dieselmotor). pen om gerecycled te worden. De construc- van eco² handvest door de Renault groep. Bovendien zijn de auto’s uitgerust met sy- tie en de materialen zijn zodanig ontworpen ...
Seite 109 BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM (1/4) Als uw auto is uitgerust met dit systeem, be- De bandenspanningen moet koud waakt het de bandenspanningen. worden gecorrigeerd (raadpleeg de sticker op de zijkant van het bestuurdersportier). Indien u de bandenspanning niet bij koude De werking van het systeem banden kunt controleren, moet u de opge-...
Seite 110 BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM (2/4) “Wielsensoren afwezig” of “Controleer wielsensoren” Een wiel B dat verdwijnt, geeft aan dat er geen wielsensor in dit wiel zit of dat de wiel- sensor defect is (bijvoorbeeld als het reser- vewiel op de auto gemonteerd is).
Seite 111 BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM (3/4) “Verhoog bandenspanning snelweg” Het betreffende wiel E verschijnt oranje op het display 4. De bandenspanning is niet aan de rijsnelheid aangepast. Verminder uw snelheid o f v erhoog d e s panning v an d e v ier banden ...
Seite 112 BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM (4/4) Vervangen van wielen/banden Spuitbussen voor Voor dit systeem zijn specifieke uitrustingen bandenreparatie en pompset nodig (wielen, sierdoppen, enz.). Vanwege de specifieke eigenschappen van Raadpleeg een merkdealer voor het vervan- de ventielen, mag u alleen uitrustingen ge- gen van de banden en om de geschikte ac-...
Seite 113: Hulp- En Correctiesystemen Tijdens Het Rijden
HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (1/4) Afhankelijk van de auto, kunnen deze be- ABS (antiblokkeersysteem van Storingen staan uit: de wielen) © – ABS (antiblokkeersysteem van de Bij ...
Seite 114: Elektronisch Stabiliteitsprogramma: Esp
HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (2/4) Stabiliteitsprogramma ESP Onderstuurcontrole Bij een storing met onderstuurcontrole en Dit verbetert de werking van het ESP bij Als het systeem een storing signaleert, ver- tractiecontrole ASR sterk onderstuur van de auto (als de voor-...
Seite 115 HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (3/4) Omdat de A SR tractiecontrole een extra vei- Oplichten van de alarmknipperlichten ligheid geeft, ontraden wij u te rijden met Afhankelijk van de auto, kunnen deze bij deze functie uitgeschakeld.
Seite 116: Hulp Bij Wegrijden Op Een Helling
HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (4/4) Hulp bij wegrijden op een helling Dit systeem helpt u bij het wegrijden op een helling. Het voorkomt dat de auto achteruit rolt, door automatisch de remmen vast te zetten als de bestuurder het rempedaal los-...
Seite 117 SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: begrenzerfunctie (1/3) De snelheidsbegrenzer is een functie die u helpt om een door u gekozen maximum- snelheid niet te overschrijden. Bedieningsknoppen Inschakelen Druk op de schakelaar 5 aan kant .
Seite 118 SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: begrenzerfunctie (2/3) Het rijden Overschrijden van de ingestelde snelheid Als een ingestelde snelheid in het geheugen staat, grijpt het systeem niet in zolang deze Het blijft altijd mogelijk de ingestelde maxi- snelheid niet bereikt wordt.
Seite 119 SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: begrenzerfunctie (3/3) Uitschakelen van de functie De werking van de snelheidsbegrenzer wordt o nderbroken a ls u d rukt o p d e s chake- laar 5, in dit geval is er geen snelheid meer ...
Seite 120 SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie (1/4) De snelheidsregelaar is een functie die u helpt de door u gekozen rijsnelheid op een constante waarde vast te houden, dit wordt de ingestelde snelheid genoemd. Vanaf 30 km/u kunt u de snelheid traploos instellen.
Seite 121: Instellen Van De Snelheid
SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie (2/4) Het rijden Als een snelheid in het geheugen is vastge- legd en de regeling ingeschakeld is, kunt u uw voet van het gaspedaal nemen. Inschakelen Instellen van de snelheid Rijdend met een constante snelheid (vanaf Druk op de schakelaar 5, aan de kant ...
Seite 122 SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie (3/4) Sneller rijden dan de gekozen Onderbreken van de functie snelheid De functie wordt opgeschort als u drukt op: U kunt de snelheid van de auto altijd verho- – de schakelaar 3 (O);; gen door het gaspedaal in te drukken. –...
Seite 123 SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie (4/4) Uitschakelen van de functie De werking van de snelheidsregelaar wordt onderbroken als u drukt op de schakelaar 5, in dit geval is er geen snelheid meer in het geheugen opgeslagen. Het doven van het groene ...
Seite 124: Parkeerhulp
PARKEERHULP (1/4) De werking van het systeem Ultrasoon detectors die, afhankelijk van de auto, in de bumper voor en/of achter van de auto ingebouwd zijn, “meten” de afstand tussen de auto en een obstakel. Deze meting vertaalt zich in geluidssignalen ...
Seite 125 PARKEERHULP (2/4) Parkeerhulp voor (afhankelijk van de auto) Werking Het systeem van de parkeerhulp wordt pas ingeschakeld als de auto langzamer dan on- geveer 10 km/uur rijdt. Het systeem detecteert de meeste obsta- kels op minder dan ongeveer 60 centimeter ...
Seite 126 PARKEERHULP (3/4) Uitschakelen van het systeem U kun de parkeerhulp voor of achter onaf- hankelijk van elkaar permanent uitschake- len. Vanuit het menu voor het personaliseren van de instellingen van de auto, (raadpleeg ...
Seite 127 PARKEERHULP (4/4) Bij een storing Als het systeem een storing in de werking signaleert, klinkt elke keer bij het inscha- kelen van de achteruitversnelling gedu- rende ...
Seite 128: Achteruitrijcamera
ACHTERUITRIJCAMERA Vaste tekening 2 De tekening blijft staan en geeft de verplaat- De vaste tekening bestaat uit gekleurde singsrichting van de auto aan als de wielen merktekens A, B en C die de afstand achter in lijn zijn met de auto.
Seite 129: Automatische Transmissie
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (1/3) Stand automatisch Zet de selecteurhendel in stand D. U hoeft de s electeurhendel n iet m eer t e v erplaatsen. Er wordt automatisch geschakeld in over- eenstemming met de belasting van de auto, ...
Seite 130 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (2/3) Stand handgeschakeld Bijzondere omstandigheden Parkeren van de auto De selecteurhendel in stand D, beweeg de – Als door de helling van de weg of in Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal ...
Seite 131 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (3/3) Bij een storing – Als tijdens het rijden de boodschap “Controleerauto. transmissie” op het in- strumentenpaneel verschijnt, duidt dit op een storing.
Seite 132 2.42...
Seite 133 Hoofdstuk 3: Uw comfort Ventilatieroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handbediende airconditioning ...
Seite 134 VENTILATIEROOSTERS (1/2) 1 zijrooster 2 ontwasemingssleuf zijruit 3 ontwasemingssleuven onder de voorruit 7 ventilatieroosters achter 4 centrale ventilatieroosters 8 ventilatierooster voetenruimte 5 ontwasemingssleuf zijruit 9 bedieningspaneel handbediende aircon- 6 zijrooster ditioning ...
Seite 135: Hoeveelheid Lucht
VENTILATIEROOSTERS (2/2) Plaatsen voor Plaatsen achter Gebruik, in geval van stankoverlast in de auto, alleen speciaal hiervoor bestemde Beweeg de knop 3 naar rechts of naar links middelen.
Seite 136: Handbediende Airconditioning
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING (1/2) Verdeling van de lucht in het interieur Er zijn vijf mogelijke luchtverdelingen. Draai de schakelaar 4 om uw verdeling te kiezen. De lucht wordt naar de ontwase- mingsroosters onder de voorruit en bij de voorportieren gevoerd.
Seite 137 HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING (2/2) Regeling van de ventilateursnelheid Draai de schakelaar 2 rechtsom om de ven- tilateursnelheid te verhogen. De ventilatie in de auto is “geforceerd”. De ventilateur regelt de hoeveelheid lucht. De snelheid van de auto heeft hier echter ook ...
Seite 138: Thermostatische Airconditioning
THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING (1/5) Automatische werking De automatische airconditioning garan- deert (met uitzondering van extreme geval- len) een temperatuurcomfort in het interi- eur en het helder houden van de ruiten, bij een zo optimaal mogelijk brandstofverbruik.
Seite 139: Regeling Van De Temperatuur
THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING (2/5) Functie “helder zicht” Druk o p d e t oets 10, h et i ngebouwde c ontro- lelampje brandt. Met deze functie worden de voorruit, de zij- ruiten voor, de achterruit en de buitenspie- gels ...
Seite 140 THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING (3/5) Het display geeft aan welke temperatuur is ingesteld. Als na het starten van de auto de aan- gegeven temperatuur wordt verhoogd of verlaagd, heeft dit geen invloed op de snelheid waarmee de gewenste tempe-...
Seite 141 THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING (4/5) De lucht wordt naar de ontwase- mingsroosters onder de voorruit en bij de voorportieren gevoerd. × De lucht wordt naar de ontwase- mingsroosters ...
Seite 142 THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING (5/5) Kringloop Deze functie wordt automatisch geregeld (de inschakeling wordt bevestigd door het controlelampje 14 op het display 13), maar u kunt ze ook handmatig inschakelen.
Seite 143: Airconditioning: Informatie En Tips Voor Het Gebruik
AIRCONDITIONING: informatie en tips voor het gebruik Tips voor het gebruik In s ommige g evallen, ( airconditioning u it, Storingen luchtkringloop in werking, ventilatiesnel- heid nul of laag, enz.) kunnen de ruiten Raadpleeg bij een storing altijd een Verbruik van de auto beslaan.
Seite 144: Elektrische Ruitbediening/Elektrisch Open Dak
het lampje in de schakelaar geeft de vergrendeling aan. Verantwoordelijkheid van de bestuur- Laat uw Renault card nooit, zelfs niet eventjes, in de auto liggen als u de auto Elektrische ruitbediening verlaat en er een kind (of dier) in de auto ...
Seite 145 Als u bij het vergrendelen van de portieren A B C van buitenaf twee keer achter elkaar op de vergrendelingsknop van de RENAULT card drukt, of, bij handsfree gebruik, op de knop van het bestuurdersportier, slui-...
Seite 146 Controleer voor het gebruik van het open Elektrisch open dak Laat uw RENAULT card nooit, zelfs niet dak, de accessoires (fietsdrager, dakkof- Als h et d ak n iet w il s luiten, d raait u d e k nop 7 ...
Seite 147: Handbediende Ruiten/Binnenverlichting
HANDBEDIENDE RUITEN/BINNENVERLICHTING (1/2) Handbediende ruiten Binnenlicht Verlichting voorportieren Draai de zwengel 1. Door het kantelen van de schakelaar 3 kunt Voor de auto’s die hiermee zijn uitge- u kiezen voor: rust, gaat het binnenlicht 5 branden bij het openen van het portier.
Seite 148 BINNENVERLICHTING (2/2) Verlichting dashboardkastje 6 Verlichting bagageruimte 7 Het lampje 6 gaat branden bij het openen Het lampje 7, afhankelijk van de auto, gaat van de klep. branden bij het openen van de achterklep. 3.16...
Seite 149 ZONWERING/SPIEGELS Zonneklep voor Make-up spiegel Communicatiespiegel Zet de zonneklep 1 omlaag tegen de voor- Verschuif het afdekplaatje 3. Trek a an d e u itsparing 4 o m d eze t e o penen. ruit of maak hem los en zet hem tegen de ...
Seite 150 ZONNEGORDIJNEN Zonnegordijnen aan de zijkant Zonnegordijn zijkant achter Zonnegordijn achter op de achterklep Trek het zonnegordijn naar boven met Trek het zonnegordijn naar boven met behulp van het lipje 1 tot u het haakje 2 in behulp van het lipje 3 tot u het haakje in de ...
Seite 151: Opbergruimtes/Indeling Interieur
OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR (1/6) Opbergruimte in portieren 1 Dashboardkastje 2 Opbergruimtes onder instrumentenpaneel 3 Hierin kunt u een fles van 1,5 liter plaatsen. Laat geen spullen op de vloer (bij de bestuurder) liggen. In geval ...
Seite 152 OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR (2/6) Brilhouder 4 Opbergruimte zonneklep 5 Centrale bergruimte of centrale bediening 6 Hierin kunt u kaartjes (bijvoorbeeld van een tolweg) bevestigen. Afhankelijk van de auto, is de centrale be- diening 6 v ervangen d oor e en o pbergruimte. 3.20...
Seite 153: Armsteun In Het Midden
OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR (3/6) Armsteun in het midden 8 Opbergvak in de Opbergruimte in armsteun D middenconsole C De armsteun in het midden kan in de lengte- Zet de armsteun naar achteren. Druk vervol- richting worden verschoven. Verschuif hem gens op de knop 10 en til de armsteun 8 op.
Seite 154 OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR (4/6) Dashboardkastje passagier Blikjeshouder 11 Om te openen, trekt u aan de handgreep 10. Hierin kunt u een blikje, een beker of asbak plaatsen. In deze ruimte passen documenten op A4 formaat, een grote fles water, enz.
Seite 155: Opbergvakken In Voorstoelen
OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR (5/6) Opbergruimte van het Opbergvakken in voorstoelen 13 Kledinghaken 14 achterportier 12 Handgreep 15 Hieraan kan men zich vasthouden tijdens het rijden. Gebruik deze niet bij het in- of uitstappen. Let ...
Seite 156 OPBERGRUIMTES, INDELING INTERIEUR (6/6) Bevestigingshaak 16 Opbergla 17 onder voor- en Kleppen 18 bij de voeten van achterstoelen bestuurder en passagiers voor Hij dient om tassen vast te houden tijdens en achter het rijden.
Seite 157: Accessoireaansluiting
ASBAK, AANSTEKER, ACCESSOIREAANSLUITING Aansteker 1 Accessoireaansluiting Contact aan, druk de aansteker 1 naar U kunt de plaats van de aansteker 1 of een binnen, hij komt vanzelf met een klikje naar van de stopcontacten 3 gebruiken (afhan- buiten zodra hij gloeit.
Seite 158 HOOFDSTEUN ACHTER Gebruiksstand Afstellen van de zijbevestigingen A Trek de hoofdsteun zoveel mogelijk omhoog en druk hem daarna naar beneden tot hij Afhankelijk van de auto, kunt u de delen A blokkeert.
Seite 159: Afstellingen Van De Achterstoelen
AFSTELLINGEN VAN DE ACHTERSTOELEN Neerklappen van de rugleuning van een stoel (tafelblad) Druk de hoofdsteun 3 omlaag. Trek de handgreep 4 omhoog of afhankelijk van de auto, trek aan het lipje 1. Als de rugleuning geheel tegen het zitkus- sen is geklapt, kan ...
Seite 160 GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE ACHTERSTOELEN (1/2) Stoel opklappen Stoel terugplaatsen N.B.: het kan nodig zijn de passagiersstoel en/of bestuurdersstoel naar voren te zetten Druk de hoofdsteun omlaag. Zet de stoel naar beneden tot hij vergrendelt en ...
Seite 161 GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN DE ACHTERSTOELEN (2/2) Controleer bij het installeren van de zij- stoelen of de sluiting van de gordel aan de kant van het midden van de auto zit. Bij het rijden met neergeklapte stoelen: zorg dat deze stoelen ...
Seite 162 WERKING VAN DE ACHTERBANK: uitvoering 7 zitplaatsen (1/2) Achterstoelen van de derde rij Stoel uitvouwen Tijdens het bewegen van de – Verwijder, v anuit d e b agageruimte, d e b a- stoelen van de derde rij achter: Stoel opklappen gage-afdekplaat en berg hem op (raad-...
Seite 163 WERKING VAN DE ACHTERBANK: uitvoering 7 zitplaatsen (2/2) Toegang tot de achterstoelen Beperking voor het gebruik – trek aan de achterstoel van de tweede rij om hem in de stand tafelblad te zetten;; van de derde rij Het ...
Seite 164: Bagageruimte
BAGAGERUIMTE Openen Met de hand openen van binnenuit Druk op de knop 1 en trek de achterklep omhoog. Bijzonderheid Bij een elektrische storing kunt u de achter- Sluiten klep met de hand van binnenuit openen: Trek ...
Seite 165: Hoedenplank: Uitvoeringen Normaal Chassis
HOEDENPLANK: uitvoeringen normale chassis Hoedenplank De hoedenplank kan worden verwijderd als u de koordjes 1 losmaakt. Klap het deel A op het deel B, trek naar boven en daarna naar u toe.
Seite 166: Bagageafdekplaat: Uitvoeringen Lang Chassis
BAGAGE-AFDEKPLAAT: uitvoeringen lange chassis Oprollen van het soepele deel Verwijderen van de bagage- Bergruimte van de bagage- van de bagage-afdekking afdekplaat afdekplaat Trek lichtjes aan de handgreep 1, om de Duw de bagage-afdekplaat naar rechts (be- De houder 3 in de bagageruimte is bestemd ...
Seite 167: Opbergruimtes, Indeling Bagageruimte
OPBERGRUIMTES, INDELING BAGAGERUIMTE (1/2 Opbergruimtes aan de Opbergruimte onder mat van de zijkanten 1 bagageruimte Afhankelijk van de auto, om erbij te komen, Afhankelijk van de auto, kunnen hierin olie- licht u de mat van de bagageruimte op. blikken, enz.
Seite 168 OPBERGRUIMTES, INDELING BAGAGERUIMTE (1/2 Indeling van de bagageruimte Bevestigingshaken (afhankelijk van de auto) Aan de haken 6 in elke hoek van de baga- Nuttig voor het scheiden van de lading. geruimte kan de lading vastgesjord worden. Zet de scheiding 4 omhoog. Aan ...
Seite 169 BAGAGE VERVOEREN/TREKKEN (trekhaak) Plaats de te vervoeren voorwerpen altijd zo dat zij met de grootste lengte tegen de rugleuning van de achterbank steunen, bij normaal ...
Seite 170 BAGAGESCHEIDINGSNET (1/2) Aanbrengen van het Afhankelijk van de auto, is het handig bij het – bevestig de twee haken 3 van de vervoer van dieren of bagage om deze af te banden 4 van het net op de verankerin-...
Seite 171 BAGAGESCHEIDINGSNET (2/2) Aanbrengen van het – bevestig de haak 8 van de band van het Afhankelijk van de auto, moet u de veran- net aan de onderste ring;; keringsringen 11 verwijderen voordat u een ...
Seite 172: Dakdragers
DAKDRAGERS Bevestigingspunten vrijmaken Open de portieren om bij de bevestigings- punten 1 te kunnen komen. Raadpleeg uw merkdealer voor het kiezen van de uitrusting die aangepast is aan uw auto. Voor ...
Seite 173: Multimedia-Uitrusting
MULTIMEDIA UITRUSTING Multimedia systemen Geïntegreerde bediening van De aanwezigheid en de plaats van deze uit- handsfree telefoon rustingen zijn afhankelijk van de uitvoering Gebruik de bediening bij het stuurwiel 5 en van het navigatiesysteem van de auto. de microfoon 6 als de auto deze heeft.
Seite 174 3.42...
Seite 175: Hoofdstuk 4: Onderhoud
Hoofdstuk 4: Onderhoud Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oliepeil van de motor/olie verversen ...
Seite 176 MOTORKAP Sluiten van de motorkap Controleer of er geen gereedschap of andere voorwerpen in de motorruimte zijn achtergebleven. Om de motorkap te sluiten, pakt u het midden van de motorkap en laat u deze van ...
Seite 177 OLIEPEIL VAN DE MOTOR: algemeen Iedere motor verbruikt wat olie voor het smeren en koelen van de bewegende delen in de motor. Het is daarom normaal dat u tussen ...
Seite 178 OLIEPEIL VAN DE MOTOR: (bij)vullen (1/3) (Bij)vullen – Draai de dop 1 los;; – vul b ij. H et v erschil t ussen h et h oogste e n De auto moet horizontaal staan en de motor ...
Seite 179 OLIEPEIL VAN DE MOTOR: (bij)vullen (2/3)
Seite 180: Motorolie Verversen
OLIEPEIL VAN DE MOTOR: (bij)vullen OLIE VERVERSEN (3/3)/ Motorolie verversen Interval: raadpleeg het onderhoudsdocu- Als het peil abnormaal of herhaaldelijk ment van uw auto. daalt, moet u een merkdealer raadple- gen.
Seite 181 PEILEN (1/3) Regelmatige controle van het peil Interval voor het vervangen Controleer regelmatig het peil van de Raadpleeg het onderhoudsdocument van koelvloeistof (de motor kan ernstig bescha- uw auto. digen door een gebrek aan koelvloeistof).
Seite 182 PEILEN (2/3) Peil 2 Vullen Het is normaal dat het remvloeistofpeil daalt Na werkzaamheden aan het hydraulische met het slijten van de remblokken maar het circuit moet de remvloeistof worden vervan- mag ...
Seite 183 PEILEN FILTERS (3/3)/ Vloeistof Filters Product v oor r uitensproeiers. G ebruik ‘ s w in- Het vervangen van de filters (luchtfilter, inte- ters een antivriesmiddel. rieurfilter, brandstoffilter) maakt deel uit van het onderhoudsprogramma van uw auto.
Seite 184: Bandenspanning
BANDENSPANNING Veiligheid van de banden en monte- ren van sneeuwkettingen Raadpleeg de paragraaf “Banden” in hoofdstuk 5 voor het onderhoud en de mogelijkheid voor het gebruik van sneeuwkettingen (afhankelijk van de uit-...
Seite 185 ACCU (1/2) Afhankelijk van de auto, controleert een sys- teem continu de capaciteit van de accu. Als deze daalt, verschijnt de boodschap “Accu zwak start de motor” op het instrumenten- paneel.
Seite 186 ACCU (2/2) Vervangen van de accu Omdat dit een ingewikkelde ingreep is, advi- seren wij dit over te laten aan uw merkdea- ler. Nadat de accu is verwisseld of losgemaakt, verschijnt de boodschap “Nieuwe accu?” op het instrumentenpaneel.
Seite 187 ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE (1/2) Een goed onderhouden auto gaat langer – de kleine beschadigingen in het dage- – Kleine beschadigingen niet (laten) bijwer- mee. Daarom wordt aangeraden de buiten- lijks gebruik ken.
Seite 188 ONDERHOUD VAN DE CARROSSERIE (2/2) Wat u moet doen – Was uw auto regelmatig, motor uit, met – Voordat u de auto door een wasstraat door onze technische diensten geselec- rijdt, ...
Seite 189 ONDERHOUD VAN DE BINNENBEKLEDING (1/2) Een goed onderhouden auto gaat langer Ruiten van instrumenten Textiel (stoelen, mee. Daarom wordt aangeraden de binnen- (bv. van het dashboard, het klokje, de bui- deurbekleding ...) kant ...
Seite 190 ONDERHOUD VAN DE BINNENBEKLEDING (2/2) Verwijderen/terugplaatsen Wat u niet moet doen van oorspronkelijk in de auto Het wordt met kracht ontraden om voorwer- aangebrachte afneembare pen met deodorant, parfum enz., bij de ven- uitrusting tilatieroosters ...
Seite 191 RENAULT card: batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Seite 192 LEKKE BAND, RESERVEWIEL (1/2) In geval van een lekke band Bijzonderheid Het controlesysteem van de bandenspan- Afhankelijk van de auto, beschikt u over een ning controleert niet de spanning van de oppompset voor de banden of een reserve-...
Seite 193 LEKKE BAND, RESERVEWIEL (2/2) Als d e l ekke b and b reder i s d an het reservewiel, en u de lekke band op de plaats van het re- Reservewiel B Reservewiel B terugplaatsen servewiel plaatst is de bodem-...
Seite 194: Pompset Voor De Banden
POMPSET VOOR DE BANDEN (1/3) Gebruik de pompset niet als de De set is uitsluitend bestemd band beschadigd is door het en goedgekeurd voor het op- rijden met een lekke band.
Seite 195 POMPSET VOOR DE BANDEN (2/3) – druk op de schakelaar 5 om de band op te pompen tot de voorgeschreven ban- denspanning (raadpleeg de sticker op de zijkant van het bestuurdersportier);; –...
Seite 196 POMPSET VOOR DE BANDEN (3/3) – plak de sticker met de rijvoorschriften 9 Voorzorgsmaatregel bij het op een voor de bestuurder zichtbare gebruik van de set plaats op het dashboard;;...
Seite 197: Gereedschap (Krik, Wielsleutel Enz.)
GEREEDSCHAP (1/2) Sierdopsleutel 4 Voor het verwijderen van de wieldoppen. Boutgeleider 5 Hiermee kunnen wielbouten vast/los gezet worden voor auto’s met aluminium velgen. Sleepoog 6 Raadpleeg de paragraaf “Slepen” in hoofd- stuk 5. Laat nooit gereedschap in de auto ...
Seite 198 GEREEDSCHAP /WIELDOP (2/2) Uitvoering 7 zitplaatsen Uitvoering 5 zitplaatsen Sierdop De gereedschappen bevinden zich in de Til de mat van de bagageruimte 9 op, maak Verwijder hem met behulp van de sierdop- ruimte 8 van de bagageruimte: til de rechter ...
Seite 199: Verwisselen Van Een Wiel
VERWISSELEN VAN EEN WIEL (1/2) Auto met krik en wielmoersleutel Houd de krik 1 horizontaal, met de kop van de k rik v erplicht b ij d e m etalen v ersterkings- Verwijder ...
Seite 200 VERWISSELEN VAN EEN WIEL (2/2) Draai de wielbouten geheel los en neem het wiel van de naaf. Plaats het reservewiel op de naaf en draai het w iel r ond t ot d e g aten v oor d e w ielbouten samenvallen.
Seite 201: Banden (Veiligheid, Wielen, Wintergebruik)
BANDEN (1/3) Veiligheid van de banden – - Als het loopvlak van een band tot aan deze stiften is weggesleten, worden ze zicht- wielen baar 2: u moet dan deze band laten vervan- De ...
Seite 202: Vervangen Van De Banden
BANDEN (2/3) Bandenspanning Controleer de spanning bij koude banden, Vervangen van de banden houd geen rekening met een hogere waarde Houd u aan de bandenspanningen (inclusief bij warm weer of na een snel gereden rit.
Seite 203 BANDEN (3/3) De banden in de winter Spijkerbanden Het gebruik van spijkerbanden is slechts Sneeuwkettingen onder bepaalde omstandigheden toege- Sneeuwkettingen m ogen u itsluitend r ond staan.
Seite 204 LAMPEN VOOR: vervangen van een lamp (1/2) Verlichting overdag (Afhankelijk van de auto) Bouw de afdekkap B uit, draai de lamphou- der 3 om hem te ontgrendelen, vervang daarna de lamp. Lamptype verlichting overdag: P21LL. Dimlicht/grootlicht met ...
Seite 205: Koplampen (Vervangen Van Een Lamp)
LAMPEN VOOR: vervangen van een lamp (2/2) Grootlicht A dimlichten B met Schoonmaken van de Terugplaatsen halogeen lampen koplampen Voer de handelingen in omgekeerde volg- orde uit. Let op dat de lamp goed geplaatst Gebruik ...
Seite 206 KOPLAMPEN: mistlichten voor Mistlichten aan de voorzijde 1 Gezien het feit dat de schildbumper voor ge- demonteerd moet worden, raadpleeg een merkdealer. Wijzig niet zelf de bedrading van de auto want door een ver- keerde aansluiting kan de elek-...
Seite 207: Richtingaanwijzer/Markeringslicht En Remlicht
LAMPEN ACHTER EN ZIJKANT: vervangen van een lamp (1/4) Led-verlichting Uitvoering lang chassis Maak van buitenaf de schroeven 2 los met behulp van een platte schroevendraaier en De lichten hebben leds die oplichten als de trek het lamphuis naar u toe.
Seite 208 LAMPEN ACHTER EN ZIJKANT: vervangen van een lamp (2/4) Uitvoering normaal chassis Maak de lamphouder los door op de lipjes 6 Bij het monteren te drukken. Ga bij het monteren te werk in omgekeerde Richtingaanwijzer en remlicht Vervang de lamp.
Seite 209 LAMPEN ACHTER EN ZIJKANT: vervangen van een lamp (3/4) Mistachterlicht en Markeringslicht Trek van buitenaf aan het lamphuis om hem uit te bouwen en maak de lamphouder 11 achteruitrijlicht Maak vanuit de bagageruimte de afdekkap ...
Seite 210: Derde Remlicht
LAMPEN ACHTER EN ZIJKANT: vervangen van een lamp (4/4) Derde remlicht 13 Kentekenverlichting 14 Zijknipperlichten 16 Raadpleeg een merkdealer. Druk tegen het lipje 15 en maak het lamp- Maak het zijknipperlicht 16 los met behulp huis 14 los.
Seite 211: Binnenverlichting: Vervangen Van Een Lamp
BINNENVERLICHTING: vervangen van een lamp (1/2) Binnenlicht Portierverlichting Verlichting van verschuifbare middenconsole – Plaats de drie schakelaar in het midden;; Maak de verlichting 2 met een platte schroe- vendraaier los. Maak de lamp 3 los van zijn steun. –...
Seite 212 BINNENVERLICHTING: vervangen van een lamp (2/2) Bagageverlichting Maak de stekker los. Druk tegen het lipje 5 zodat de lichtkap 7 Maak de lichten 4 met een platte schroeven- vrijkomt en u de lamp 6 kunt vervangen. draaier los.
Seite 213: Zekeringen
ZEKERINGEN (1/2) Zekeringkastje Tangetje 1 Controleer de staat van de zekeringen als Trek de zekering los met behulp van het tan- een elektrisch apparaat niet werkt. getje 1, dat zich op de achterkant van de klep A of B bevindt.
Seite 214 ZEKERINGEN (2/2) Bestemming van de zekeringen 8 Binnenspiegel;; Bepaalde accessoires worden beschermd door zekeringen in de motorruimte in het (de aanwezigheid van de zekeringen hangt 9 Ruitenwisser achter;;...
Seite 215: Accu
ACCU: storing (1/2) Om vonkvorming te voorkomen: Aansluiting van een acculader – Controleer of alle stroomverbruikers (bin- De acculader moet geschikt zijn voor een nenlichten, enz.) zijn uitgeschakeld voor- accu met een nominale spanning van dat u de accuklemmen losmaakt of aan-...
Seite 216 ACCU: storing (2/2) Starten met starthulpkabels Als u voor het starten de accu van een andere auto moet gebruiken, koop dan de startkabels (met groot oppervlak) bij een merkdealer of controleer, als u reeds start-...
Seite 217: Renault Card: Batterij
w erken, k unt u d e a uto b lijven s tarten van de card: de boodschap verdwijnt als u het batterijtje van de RENAULT card, druk (steek de RENAULT card in de kaartlezer) ...
Seite 218 RADIO INBOUWEN Als uw auto geen radio heeft, is deze wel hiervoor voorbereid met plaatsen voor: – de radio 1;; – hoge tonen luidsprekers 2;; – lagetonen luidsprekers 3. Raadpleeg een merkdealer voor het instal-...
Seite 219 ACCESSOIRES Controleer vóór het installeren Als u een antidiefstalstang ge- van een elektrisch of elektro- bruikt, bevestig deze dan uit- nisch apparaat (in het bijzon- sluitend op het rempedaal. der ...
Seite 220: Ruitenwisserbladen: Vervangen
RUITENWISSERBLADEN: vervangen Let op de staat van de ruitenwisserbla- den. Hun levensduur hangt van u af: – reinig de bladen, de voorruit en de achterruit regelmatig met water met zeep;;...
Seite 221 van de airconditio- ning A. Druk tegelijk op de knop 2 en op de knop op de hendel 1. Haal de RENAULT card niet uit de lezer tijdens het slepen. 5.31...
Seite 222 Maak het kapje 4 of 6 los door een plat ge- de aandrijfassen). Deze sleeppunten mogen reedschap (of de sleutel uit de RENAULT alleen gebruikt worden om de auto mee te ...
Seite 223: Storingen
Gebruik van de RENAULT card MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN De RENAULT card werkt niet voor het ont- Batterij van de card leeg. Vervang de batterij. U kunt uw auto altijd ver-...
Seite 224 Raadpleeg d e p aragraaf “ Starten/stoppen v an d e m otor” ten zijn niet vervuld. in hoofdstuk 2. De handsfree RENAULT card Steek de card in de lezer voor het starten. werkt niet.
Seite 225 STORINGEN (3/5) Tijdens het rijden MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN Trillingen. Banden t e z acht, b eschadigd o f u it b alans. Controleer de bandenspanning, als deze goed is, laat dan de banden door een merkdealer na- kijken.
Seite 226 STORINGEN (4/5) Tijdens het rijden MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN Het sturen gaat zwaar. Oververhitting van de bekrachtiging. Raadpleeg een merkdealer. De motor wordt te warm. De koelvloei- Koelventilateur defect. Stop de auto, stop de motor en roep de hulp in stoftemperatuurmeter ...
Seite 227 STORINGEN (5/5) Elektrische organen MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN De ruitenwisser werkt niet. Ruitenwisserbladen kleven. Maak de wisserbladen los van de ruit. Elektrische installatie defect. Raadpleeg een merkdealer. Zekering beschadigd. Vervang de zekering, raadpleeg de paragraaf “Zekeringen”.
Seite 228 5.38...
Seite 229 Hoofdstuk 6: Technische gegevens Identificatieplaatjes auto . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Identificatieplaatjes motor .
Seite 230 IDENTIFICATIEPLAATJES AUTO De gegevens op het constructeursplaatje 6 Technische gegevens van de auto. moeten bij eventuele klachten en bij het 7 Laknummer. bestellen van onderdelen altijd worden 8 Uitrustingsniveau. vermeld.
Seite 231 IDENTIFICATIEPLAATJES VAN DE MOTOR (1/2) De gegevens op het constructeursplaatje of de sticker C moeten bij corresponden- tie en bij het bestellen van onderdelen altijd worden vermeld. (de plaats is afhankelijk van het motortype) ...
Seite 232 IDENTIFICATIEPLAATJES VAN DE MOTOR (2/2) De gegevens op het constructeursplaatje of de sticker C moeten bij corresponden- tie en bij het bestellen van onderdelen altijd worden vermeld. (de plaats is afhankelijk van het motortype) ...
Seite 233 MATEN (in meters) (1/2) Uitvoeringen normaal chassis 0,888 2,702 0,753 1,546 4,343 1,624* 1,547 2,077 * Onbelast...
Seite 234 MATEN (in meters) (2/2) Uitvoeringen lang chassis 0,888 2,769 0,903 1,536 4,560 1,675* 1,539 2,077 * Onbelast...
Seite 235 GEGEVENS VAN DE MOTOR Uitvoeringen 1.6 16V 1.4 Tce 2.0 16V 1.5 dCi 1.6 dCi 1.9 dCi 2.0 dCi Type van de motor (zie motorplaatje) Cilinderinhoud (cm 1 5 98 1 3 95 1 9 95 1 4 61 1 ...
Seite 236 MASSA’S (in kg) De aangegeven massa’s zijn van de basisuitvoering zonder opties: zij variëren naargelang de uitrusting van uw auto. Raadpleeg een merkdealer. Max. toegelaten totaalmassa (MMAC) De massa's staan op het constructeursplaatje (raadpleeg Max. toegelaten treinmassa (MTR) de paragaaf “Identificatieplaatjes”...
Seite 237 ONDERDELEN EN REPARATIES De originele onderdelen worden met de grootste zorg ontwikkeld en gecontroleerd. Zij voldoen dan ook aan dezelfde kwaliteitsnormen als de on- derdelen die in de fabriek worden gebruikt. Door het gebruik van de originele onderdelen houdt u de prestaties van uw auto optimaal. Bovendien zijn reparaties die uitgevoerd zijn door een merkdealer met originele onderdelen gegarandeerd volgens de voorwaarden die achter op de reparatieopdracht staan.
Seite 238 ONDERHOUDSCOUPONS (1/6) VIN: .................. Datum: Km: Factuurnr.: Toelichting/diversen Type werkzaamheden: Stempel Plaatwerkcontrole: *Zie specifieke bladzijde Datum: Km: ...
Seite 239 ONDERHOUDSCOUPONS (2/6) VIN: .................. Datum: Km: Factuurnr.: Toelichting/diversen Type werkzaamheden: Stempel Plaatwerkcontrole: *Zie specifieke bladzijde Datum: Km: ...
Seite 240 ONDERHOUDSCOUPONS (3/6) VIN: .................. Datum: Km: Factuurnr.: Toelichting/diversen Type werkzaamheden: Stempel Plaatwerkcontrole: *Zie specifieke bladzijde Datum: Km: ...
Seite 241 ONDERHOUDSCOUPONS (4/6) VIN: .................. Datum: Km: Factuurnr.: Toelichting/diversen Type werkzaamheden: Stempel Plaatwerkcontrole: *Zie specifieke bladzijde Datum: Km: ...
Seite 242 ONDERHOUDSCOUPONS (5/6) VIN: .................. Datum: Km: Factuurnr.: Toelichting/diversen Type werkzaamheden: Stempel Plaatwerkcontrole: *Zie specifieke bladzijde Datum: Km: ...
Seite 243 ONDERHOUDSCOUPONS (6/6) VIN: .................. Datum: Km: Factuurnr.: Toelichting/diversen Type werkzaamheden: Stempel Plaatwerkcontrole: *Zie specifieke bladzijde Datum: Km: ...
Seite 244 PLAATWERKCONTROLE (1/6) De garantie blijft alleen van kracht na de reparatie die hieronder staat aangegeven. VIN : ............Uit te voeren plaatwerkreparatie: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: 6.16...
Seite 245 PLAATWERKCONTROLE (2/6) De garantie blijft alleen van kracht na de reparatie die hieronder staat aangegeven. VIN : ............Uit te voeren plaatwerkreparatie: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: 6.17...
Seite 246 PLAATWERKCONTROLE (3/6) De garantie blijft alleen van kracht na de reparatie die hieronder staat aangegeven. VIN : ............Uit te voeren plaatwerkreparatie: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: 6.18...
Seite 247 PLAATWERKCONTROLE (4/6) De garantie blijft alleen van kracht na de reparatie die hieronder staat aangegeven. VIN : ............Uit te voeren plaatwerkreparatie: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: 6.19...
Seite 248 PLAATWERKCONTROLE (5/6) De garantie blijft alleen van kracht na de reparatie die hieronder staat aangegeven. VIN : ............Uit te voeren plaatwerkreparatie: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: 6.20...
Seite 249 PLAATWERKCONTROLE (6/6) De garantie blijft alleen van kracht na de reparatie die hieronder staat aangegeven. VIN : ............Uit te voeren plaatwerkreparatie: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: Reparatie nodig van: Stempel Datum reparatie: 6.21...
Seite 250 6.22...
Seite 251: Alfabetische Inhoudsopgave
..........bij de autogordels achterin .......... bandenspanning-controlesysteem........aanvullende bevestigingsmiddelen bij de gordels ..... batterijtje RENAULT card .............. 5.27 aanwijzers: bedieningsorganen ............buitentemperatuur ..............1.72 bevestigingsmiddelen voor kinderen .....
Seite 252 ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE (2/5) dashboardkastje ................3.22 katalysator ................2.9 – 2.10 display ................kinderen ..............kinderen (veiligheid) ..........kinderen vervoeren ........elektronisch stabiliteits programma: ESP ......kinderveiligheid ...
Seite 253 ................1.2 – 1.3 radiovoorbereiding ................. 5.28 noodstopbekrachtiging ............remvloeistof ..................4.8 noodstopbekrachtiging: BAS ..........RENAULT card batterijtje .................. 5.27 gebruik ................onderdelen..................6.9 reservewiel ................5.2 – 5.3...
Seite 254 ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE (4/5) schakelen ..............ventilatie ................scheidingsnet..............3.38 – 3.39 ventilatieroosters ..............3.2 – 3.3 selecteurhendel automatische transmissie......verlichting signaal instrumentenpaneel ..............1.75 geluid ..................1.74 binnenkant ..........licht ..................1.74 buitenkant ...
Seite 255 ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE (5/5) schoonmaken: binnenkant auto ............4.15 – 4.16 buitenkant auto ............. 4.13 – 4.14...
Seite 257 à999104930Rî ò í ä RENAULT S.A.S. SOCIÉTÉ PAR ACTIONS SIMPLIFIÉE AU CAPITAL DE 533 941 113 €€ / 13-15, QUAI LE GALLO 92100 BOULOGNE-BILLANCOURT R.C.S. NANTERRE 780 129 987 —— SIRET 780 129 987 03591 / TÉL. : 0810 40 50 60...
Seite 258 SCENIC BEDIENUNGSANLEITUNG...
Seite 259 Besonderheiten der Fahrzeuge dieser Marke. Die Schmiermittel von ELF erhöhen die Leistung Ihres Fahrzeugs. RENAULT empfiehlt die zugelassenen Schmiermittel von ELF für Ölstandskorrekturen und Ölwechsel. Wenden Sie sich an Ihren RENAULT Vertragspartner oder besuchen Sie die Website www.lubrifiants.elf.com Eine Marke von...
Seite 260 In der Bedienungsanleitung werden u. U. auch A usrüstungen beschrieben, die erst im Laufe des Modelljahres lieferbar sein werden. Für die gesamte Anleitung gilt: Alle Hinweise auf den Vertragspartner oder die Vertragswerkstatt beziehen sich auf Ihren RENAULT Vertrags- ...
Seite 262 Kapitel Machen S ie s ich m it I hrem F ahrzeug v ertraut ... Fahrhinweise ............... Für I hr W ohlbefinden ..........Wartung ...
Seite 264: Kapitel 1: Machen Sie Sich Mit Ihrem Fahrzeug Vertraut
RENAULT Keycard A llgemeines, Verwendung, Spezial-Verriegelung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...
Seite 265 das Wort „SERVICE“ auf der Karte ein- menten wie zum Beispiel der Fenster- graviert. Siehe Kapitel 1 unter „RENAULT heber oder der Türverriegelung könnte ...
Seite 266: Empfehlung
können. Fahrzeug in einer Vertragswerkstatt neu programmiert werden. Es können bis zu vier RENAULT Key- Integrierter Schlüssel 5 cards pro Fahrzeug verwendet werden. Der integrierte Schlüssel dient zum Ver- und ...
Seite 267: Renault Keycard Mit Fernbedienung
Wenn eine Tür oder die Heck- klappe geöffnet bzw. nicht korrekt geschlos- Warnsignal bei nicht- sen ist oder wenn eine RENAULT Key- vorhandener RENAULT Keycard card im Kartenlesegerät verbleibt, wird das ...
Seite 268: Verwendung
diese zusätzlich zu den Funkti- findlicher RENAULT Keycard hinter einen onen der RENAULT Keycard mit Fernbe- Türgriff 2: Das Fahrzeug wird entriegelt (in ...
Seite 269: Verriegelung Des Fahrzeugs
Fahrzeug sich eine Keycard im Fahrgastraum (bzw. Wenn Sie die RENAULT Keycard bei sich im Kartenlesegerät) befindet, findet kein tragen, Türen und Gepäckraum geschlos-...
Seite 270 RENAULT KEYCARD MIT FUNKTION „KEYLESS ENTRY & DRIVE“: Verwendung (3/3) Wenn sich bei laufendem Motor nach dem Öffnen und Schließen einer Tür die Karte nicht mehr im Fahrgastraum befindet, er-...
Seite 271 RENAULT KEYCARD: Spezial-Verriegelung Um die Spezial-Verriegelung zu deaktivieren, Das Fahrzeug mit Hilfe des Knopfes 1 der RENAULT Keycard entriegeln. Beim Entriegeln blinkt die Warnblinkanlage einmal. Um die Spezial-Verriegelung zu Wenn das Fahrzeug mit einer Spezialver-...
Seite 272: Deaktivieren Des Service
Jedes Fahrzeug kann nur mit einer und das A nlassen des Motors. RENAULT SERVICE-Keycard ausge- stattet sein. Während der Nutzung der RENAULT SERVICE-Keycard sind auch alle ande- ren Karten uneingeschränkt funktionsfä- hig.
Seite 273: Öffnen Und Schliessen Der Türen
Wenn die Türen bereits entriegelt sind oder Ziehen Sie am Türgriff 2. Besonderheit Sie die RENAULT Keycard mit der Funktion „Keyless Entry & Drive“ bei sich tragen, um- Nach Abstellen des Motors bleiben die ...
Seite 274: Kindersicherung
ÖFFNEN UND SCHLIESSEN DER TÜREN (2/2) Sicherheit der Fondgäste Der Fahrer kann die Fenster- heber- und hinteren Türbetä- tigungen durch Druck auf den Schalter 3 (Seite des Symbols) freige- ben.
Seite 275: Manuelles Verriegeln Der Türen
In folgenden Fällen kann es zu einem A us- fall der RENAULT Keycard kommen: – Batterie der RENAULT Keycard defekt, leer... – Verwendung von elektrischen Geräten mit der gleichen Funkfrequenz wie die ...
Seite 276: Verriegeln/Entriegeln Der Türen Von Innen
der sich im Empfangsbereich des Fahr- Kontrolllampe noch eine Weile und erlischt zeugs befindenden RENAULT Keycard oder dann. dem integrierten Schlüssel der RENAULT Keycard möglich. Verriegeln/Entriegeln der Türen von innen Der Schalter 3 betätigt gleichzeitig die ...
Seite 277: Automatische Verriegelung Der Türen/Hauben/Klappen Während Der Fahrt
AUTOMATISCHE VERRIEGELUNG DER TÜREN/HAUBEN/KLAPPEN WÄHREND DER FAHRT Aktivieren/Deaktivieren der Funktionsstörungen Funktion Wenn Sie eine Funktionsstörung feststel- Aktivieren: Drücken Sie bei stehendem len (keine automatische Verriegelung, die Fahrzeug und eingeschalteter Zündung auf ...
Seite 278: Kopfstützen Vorne
KOPFSTÜTZEN VORNE Einstellen der seitlichen Halterungen B Je nach Fahrzeug können Sie die Teile B unabhängig voneinander einstellen, um den gewünschten Komfort zu erzielen. Entfernen der Kopfstütze Schieben Sie die Kopfstütze in die höchste Position (verstellen Sie falls erforderlich die ...
Seite 279: Vordersitze Mit Manueller Verstellung
VORDERSITZE MIT MANUELLER VERSTELLUNG (1/2) Vor- und Zurückstellen des Zum Neigen der Rückenlehne Sitzes Das Rändelrad 3 in die gewünschte Position bringen. Den Hebel 1 nach oben ziehen, um den Sitz Aus Sicherheitsgründen alle zu entriegeln.
Seite 280: Sitzheizung
VORDERSITZE MIT MANUELLER VERSTELLUNG (2/2) Tischposition Sitzheizung Wenn S ie d ie R ückenlehne d es (je nach Fahrzeug) Bei manchen Fahrzeugen kann die Rücken- Beifahrersitzes in die Tischpo- lehne der Beifahrerseite zu einem Tisch auf Bei ...
Seite 281: Fahrersitz Mit Elektrischer Betätigung
FAHRERSITZ MIT ELEKTRISCHER BETÄTIGUNG Der Schalter 4 dient zur Einstellung der Sitz- fläche und der Schalter 3 zur Einstellung der Rückenlehne. Bei entsprechend aus- gestatteten Fahrzeugen wird mit den Knöp- fen 2 die gewählte Fahrposition gespeichert ...
Seite 282: Funktionsweise
Während der Fahrt ist das Abrufen einer – Keycard mit Keyless Entry & Drive er- gespeicherten Fahrerposition nicht möglich. fasst oder, je nach Fahrzeug, RENAULT Keycard im Kartenlesegerät – beim Öffnen der Fahrertür.
Seite 283: Einstellen Der Sitzposition
SICHERHEITSGURTE (1/3) Legen Sie zu Ihrem Schutz die Sicherheits- Um einen optimalen Schutz zu gewähr- gurte auch bei kurzer Fahrstrecke an. Be- leisten, stellen Sie vor dem A nlassen erst achten Sie zudem die gesetzlichen Bestim-...
Seite 284: Verriegeln
SICHERHEITSGURTE (2/3) ß Warnlampe „Bitte angurten“ Fahrerseite und, je nach Fahr- zeug, Beifahrerseite Leuchtet beim Starten des Motors an der In- strumententafel auf. Wird der Sicherheits- gurt ...
Seite 285: Sicherheitsgurte
SICHERHEITSGURTE (3/3) Die nachfolgenden Anweisungen gelten für die Sicherheitsgurte sowohl der vorderen als auch der hinteren Sitzplätze. – Es dürfen keinerlei Änderungen am Original-Sicherheitsgurten bzw. -Sitzen und deren Befestigungen vorgenommen werden. In besonderen Fällen (z. B.: Einbau eines Kindersitzes) wenden Sie sich bitte an eine Vertragswerkstatt. –...
Seite 286: Rücksitze Der Dritten Sitzreihe (7-Sitzer)
SICHERHEITSGURTE HINTEN Mittlerer Rücksitz der zweiten Sitzreihe Den Gurt 2 langsam in einem Zug abrollen. Bei entsprechend ausgerüsteten Fahrzeu- gen können Sie den Gurt für mehr Komfort durch die Gurtführung 3 laufen lassen. Rasten Sie die Schlosszunge 4 in den schwarzen Schlossrahmen ein 5.
Seite 287: Zu Den Vorderen Sicherheitsgurten
ZUSATZSYSTEME ZU DEN VORDEREN SICHERHEITSGURTEN ( Je nach Fahrzeug, kann es sich um Fol- – Nach einem Unfall müssen gendes handeln: alle Rückhaltesysteme in –...
Seite 288: Fahrer- Und Beifahrerairbag
ZUSATZSYSTEME ZU DEN VORDEREN SICHERHEITSGURTEN ( Gurtkraftbegrenzer Fahrer- und Beifahrerairbag Bei Überschreiten von bestimmten Auf- Sie sind sowohl auf der Fahrerseite als auch prallkräften setzt der Gurtkraftbegrenzer auf der Beifahrerseite vorhanden. ein, um die auf den Körper wirkenden Gurt-...
Seite 289: Besonderheit Des Frontairbags
ZUSATZSYSTEME ZU DEN VORDEREN SICHERHEITSGURTEN ( Funktionsweise Besonderheit des Frontairbags Das System funktioniert erst nach Einschal- Er verfügt über eine Innenbelüftung und dar- ten der Zündung. über hinaus, je nach Stärke des Aufpralls, über zwei Entfaltungsgrößen: Bei einem starken frontalen Aufprall blasen ...
Seite 290 ZUSATZSYSTEME ZU DEN VORDEREN SICHERHEITSGURTEN ( Die nachfolgenden Anweisungen sollen verhindern, dass das Entfalten des Airbags in einer Unfallsituation behindert wird bzw. dass Verletzungen durch den Airbag selbst auftreten. Sicherheitshinweise zum Fahrerairbag – Keinerlei Änderungen am Lenkrad oder am Fahrerairbag vornehmen. –...
Seite 291: Zusätzliche Rückhaltesysteme Zu Den Sicherheitsgurten Hinten
ZUSÄTZLICHE RÜCKHALTESYSTEME ZU DEN SICHERHEITSGURTEN HINTEN Gurtkraftbegrenzer Bei Überschreiten von bestimmten Auf- prallkräften setzt der Gurtkraftbegrenzer ein, um die auf den Körper wirkenden Gurt- kräfte auf ein erträgliches Maß zu mindern. Das System verringert somit die Gefahr von ...
Seite 292: Vorrichtungen Zum Seitenaufprallschutz
VORRICHTUNGEN ZUM SEITENAUFPRALLSCHUTZ Seitenairbags Mit diesem Airbag sind die Vordersitze aus- gestattet. Er befindet sich am Sitz jeweils auf der Türseite und bietet Schutz bei einem starken Seitenaufprall. Windowbags Es handelt sich um Airbags, die an jeder Seite ...
Seite 293: Zusätzliche Rückhaltesysteme
ZUSÄTZLICHE RÜCKHALTESYSTEME Die nachfolgenden Anweisungen sollen verhindern, dass das Entfalten des Airbags in Funktionsstörungen einer Unfallsituation behindert wird bzw. dass Verletzungen durch den A irbag selbst auf- å treten. Diese Warnlampe leuchtet beim Starten des Motors auf und erlischt nach ca.
Seite 294: Kindersicherheit: Allgemeines
KINDERSICHERHEIT: Allgemeines (1/2) Kinder im Fahrzeug Das Kind muss, wie auch die Erwachse- nen, bei jeder Fahrt eine korrekte Sitzposi- tion h aben u nd a ngeschnallt s ein. S ie t ragen die Verantwortung für die Kinder, die Sie im ...
Seite 295: Verwendung Eines Kindersitzes
KINDERSICHERHEIT: Allgemeines (2/2) Verwendung eines Kindersitzes Das durch den Kindersitz gebotene Schutz- potential hängt von seinem Rückhaltever- Gehen Sie mit gutem Beispiel voran, mögen und dem Einbau ab. Wird der Kin- indem ...
Seite 296: Sitzerhöhungen
KINDERSICHERHEIT: Wahl des Kindersitzes Kindersitz entgegen der Fahrtrichtung Kindersitz zur Montage in Fahrtrichtung Sitzerhöhungen Der Kopf eines Säuglings ist im Verhält- In erster Linie gilt es Kopf und Rumpf des Ab einem Gewicht von 15 kg oder dem ...
Seite 297 KINDERSICHERHEIT: Wahl der Kindersitzbefestigung (1/2) Es gibt zwei Befestigungssysteme für Kin- Befestigung über ISOFIX-Verriegelung Bevor Sie einen ISOFIX-Kin- dersitze: den Sicherheitsgurt oder das Zugelassene ISOFIX-Kindersitze werden dersitz verwenden, der für ein ...
Seite 298 KINDERSICHERHEIT: Wahl der Kindersitzbefestigung (2/2) Die Ringe befinden sich am Gepäckraumbo- den und sind durch eine Markierung auf der Gepäckraummatte gekennzeichnet. Um an diese Verankerungen zu gelangen, schie- ben Sie den Rücksitz vor und heben Sie ge-...
Seite 299: Auf Dem Beifahrersitz
KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (1/9) Auf manchen Sitzplätzen dürfen keine Kin- Auf dem Beifahrersitz dersitze angebracht werden. Die Abbildung Die Beförderung von Kindern auf dem Bei- auf der folgenden Seite zeigt Ihnen, wo Sie fahrersitz wird von Land zu Land unter- den Kindersitz montieren können.
Seite 300 KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (2/9) Auf dem Rücksitz Mittlerer Sitzplatz hinten Achten Sie bei der Montage Ein Kinderwagenaufsatz wird quer zum Bestimmte Kindersitze sind zu breit, um an eines ...
Seite 301: Verankerung
KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (3/9) Kindersitz mit Montage mittels ISOFIX- Verankerung ü Dieser Sitzplatz erlaubt die Montage eines ISOFIX-Kindersitzes. ± Die hinteren Sitzplätze sind mit zu- sätzlichen Befestigungsbügeln ausgestat- tet, die die Montage eines Universal-Kinder-...
Seite 302 KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (4/9) Die folgende Tabelle liefert Ihnen nochmals eine Übersicht zur Verdeutlichung der geltenden Bestimmungen. Größe des Sitzes Gewicht des Beifahrersitz Seitliche Mittlerer Typ Kindersitz Kindes vorne (1) (5) Rücksitze Rücksitz ISOFIX Kinderwagenaufsatz ...
Seite 303 KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (5/9) Kindersitz mit Montage mittels ISOFIX- Verankerung ü Dieser Sitzplatz erlaubt die Montage eines ISOFIX-Kindersitzes. ± Die hinteren Sitzplätze sind mit zu- sätzlichen Befestigungsbügeln ausgestat- tet, die die Montage eines Universal-Kinder-...
Seite 304 KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (6/9) Die folgende Tabelle liefert Ihnen nochmals eine Übersicht zur Verdeutlichung der geltenden Bestimmungen. Größe des Sitzes Gewicht des Beifahrersitz Seitliche Mittlerer Typ Kindersitz Kindes vorne (1) (5) Rücksitze Rücksitz ISOFIX Kinderwagenaufsatz ...
Seite 305: Einbaumöglichkeiten Beim
KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (7/9) Kindersitz mit Montage mittels ISOFIX- Verankerung ü Dieser Sitzplatz erlaubt die Montage eines ISOFIX-Kindersitzes. ± Die hinteren Sitzplätze sind mit zu- sätzlichen Befestigungsbügeln ausgestat- tet, die die Montage eines Universal-Kinder-...
Seite 306 KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (8/9) Die folgende Tabelle liefert Ihnen nochmals eine Übersicht zur Verdeutlichung der geltenden Bestimmungen. Hintere seitliche Hinterer mittlerer Größe des Sitzes Gewicht des Beifahrersitz Hintere Sitzplätze Typ Kindersitz Sitzplätze der ...
Seite 307 KINDERSICHERHEIT: Einbau des Kindersitzes (9/9) X = Auf diesem Sitzplatz ist die A nbringung eines Kindersitzes nicht erlaubt. U = Auf diesem Sitzplatz ist die Befestigung mit dem Sicherheitsgurt eines als „universal“ zugelassenen Kindersitzes erlaubt. Stellen Sie sicher, dass dieser montiert werden kann.
Seite 308: Deaktivierung - A Ktivierung Des Beifahrerairbags
KINDERSICHERHEIT: Deaktivierung/Aktivierung des Beifahrerairbags (1/3) Die Aktivierung bzw. Deakti- vierung des Beifahrerairbags muss bei stehendem Fahr- zeug erfolgen. Erfolgt die Aktivierung bzw. Deaktivie- rung während der Fahrt, leuchten die å...
Seite 309 KINDERSICHERHEIT: Deaktivierung/Aktivierung des Beifahrerairbags (2/3) Die Hinweise auf dem Armaturenbrett und die Aufkleber A auf beiden Seiten der Bei- fahrer-Sonnenblende 3 (siehe z. B. obiger Aufkleber) erinnern Sie an diese Anwei- sungen.
Seite 310: Aktivieren Des Beifahrerairbags
KINDERSICHERHEIT: Deaktivierung/Aktivierung des Beifahrerairbags (3/3) Funktionsstörungen Bei einer Störung des Systems zur Aktivie- rung/Deaktivierung des Beifahrerairbags ist die Montage eines Kindersitzes gegen die Fahrtrichtung auf dem Beifahrersitz unter- sagt.
Seite 311: Armaturenbrett Und Betätigungen
ARMATURENBRETT UND BETÄTIGUNGEN: LINKSLENKUNG (1/2) 1 2 3 5 6 7 8 10 11 1.48...
Seite 312: Instrumententafel
ARMATURENBRETT UND BETÄTIGUNGEN: LINKSLENKUNG (2/2) JE NACH OPTION BZW. VERTRIEBSLAND sind folgende Kontrollinstrumente und Bedienelemente vorhanden. 1 Seitliche Luftdüse. 9 Menübedienung für die persönlichen Ein- 18 A blagen/Steckdose für Zubehör bzw. Zi- stellungen der Instrumententafel garettenanzünder/Multimedia-Anschluss 2 ...
Seite 313: Armaturenbrett Und Betätigungen: Rechtslenkung
ARMATURENBRETT UND BETÄTIGUNGEN: RECHTSLENKUNG (1/2) 14 15 1.50...
Seite 314 ARMATURENBRETT UND BETÄTIGUNGEN: RECHTSLENKUNG (2/2) JE NACH OPTION BZW. VERTRIEBSLAND sind folgende Kontrollinstrumente und Bedienelemente vorhanden. 1 Seitliche Luftdüse 11 Bedienhebel für: 17 B etätigungen des Tempomaten 2 Belüftungsdüsen für Seitenfenster – Blinker 18 S chalter zur Höhen- und Längsverstel- lung des Lenkrads 3 ...
Seite 315 INSTRUMENTENTAFEL: Kontrolllampen (1/5) Das Vorhandensein und die Funktion der Kontroll- und Warnlampen SIND ABHÄNGIG VON DER FAHRZEUGAUSRÜSTUNG UND VOM VERTRIEBSLAND. Î¦ Kontrolllampen des Tem- pomaten Siehe Kapitel 2 unter „Tempomat (Regler- Funktion)“...
Seite 316: Funktionskontrolllampe Der Sitzheizung
INSTRUMENTENTAFEL: Kontrolllampen (2/5) Das Vorhandensein und die Funktion der Kontroll- und Warnlampen SIND ABHÄNGIG VON DER FAHRZEUGAUSRÜSTUNG UND VOM VERTRIEBSLAND. Ä Kontrolllampe des Abgasentgif- tungssystems Sie leuchtet beim Einschalten der Zündung auf und erlischt nach A nlassen des Motors. –...
Seite 317 INSTRUMENTENTAFEL: Kontrolllampen (3/5) Das Vorhandensein und die Funktion der Kontroll- und Warnlampen SIND ABHÄNGIG VON DER FAHRZEUGAUSRÜSTUNG UND VOM VERTRIEBSLAND. ç å Warnleuchte für nicht ange- Warnmeldung „bitte angurten“ hinten (je Airbag-Kontrolllampe legten ...
Seite 318 INSTRUMENTENTAFEL: Kontrolllampen (4/5) Das Vorhandensein und die Funktion der Kontroll- und Warnlampen SIND ABHÄNGIG VON DER FAHRZEUGAUSRÜSTUNG UND VOM VERTRIEBSLAND. Sie fordert dazu auf, zu Ihrer eigenen Si- cherheit und unter Berücksichtigung der Verkehrssituation sofort anzuhalten.
Seite 319: Warnlampe Motorüberhitzung
INSTRUMENTENTAFEL: Kontrolllampen (5/5) Das Vorhandensein und die Funktion der Kontroll- und Warnlampen SIND ABHÄNGIG VON DER FAHRZEUGAUSRÜSTUNG UND VOM VERTRIEBSLAND. À Die folgenden Kontrolllampen leuch- Öldruck-Kontrolllampe ten gemeinsam mit der Warnleuchte ®...
Seite 320: Displays Und Anzeigeinstrumente
DISPLAYS UND ANZEIGEINSTRUMENTE (1/4) Drehzahlmesser (U/mn × 1.000) Er wird je nach A rt der persönlichen Einstel- lung an der Instrumententafel angezeigt. Tachometer (Anzeige in km/h oder mph) Kraftstoffvorratanzeige Die verbleibende Kraftstoffmenge wird gelb angezeigt. Falls sich der Füllstand bei Minimum befin- det, blinkt die in der ...
Seite 321: Geschwindigkeitsüberschreitung
DISPLAYS UND ANZEIGEINSTRUMENTE (2/4) Instrumententafel mit Anzeige in Meilen Warnton für (Möglichkeit der Umstellung auf km/h) Geschwindigkeitsüberschreitung – Drücken Sie bei ausgeschalteter Zün- Je nach Fahrzeug und Land ertönt bei Über- dung auf eine der Tasten 3 oder 4 und schreiten ...
Seite 322 DISPLAYS UND ANZEIGEINSTRUMENTE (3/4) Fahrzeug ohne „TFT Display“ Kraftstoff-Vorratsanzeige 6 Warnton für Falls sich der Füllstand bei Minimum befin- Geschwindigkeitsüberschreitung Instrumententafel B det, leuchtet die in der Anzeige integrierte Je nach Fahrzeug und Land ertönt bei Über- schreiten ...
Seite 323 DISPLAYS UND ANZEIGEINSTRUMENTE (4/4) Instrumententafel mit Anzeige in Meilen Warnung Motoröl-Mindeststand (Möglichkeit der Umstellung auf km/h) Beim Anlassen des Motors erscheint an der – Drücken Sie bei ausgeschalteter Zün- Instrumententafel ein Warnhinweis, falls der dung ...
Seite 324 BORDCOMPUTER: Allgemeines (1/2) c) Fälligkeit der Wartungsdiagnose d) Automatische Reifendruckkontrolle e) Regelgeschwindigkeit des Tempomaten (nur bei Fahrzeugen ohne TFT Display) f) Bordfunktionsabfrage, Anzeigendurch- lauf für Informations- und Störungsmel- dungen des Bordcomputers Bordcomputer 1 Anzeigen-Wähltasten 2 und 3...
Seite 325: Streckenzähler
BORDCOMPUTER: Allgemeines (2/2) Bedeutung der angezeigten Automatische Rückstellung der Werte nach einer Fahrparameter auf Null Speicherrückstellung Die Speicherrückstellung wird automa- tisch bei Überschreiten der Kapazität eines Die Werte „mittlerer Kraftstoffverbrauch“ und Zählers ausgelöst.
Seite 326: Beispiele
BORDCOMPUTER: Fahrparameter (1/4) Die Anzeige der Informationen ist ABHÄNGIG VON DEN OPTIONEN UND DEM VERTRIEBSLAND. Beispiele Bedeutung der gewählten Anzeige a) Gesamt-Kilometer- bzw. Tageskilometerzähler Verbrauch b) Fahrparameter Verbrauchte Kraftstoffmenge. Verbrauchte Kraftstoffmenge seit Speicherrückstellung Kraftstoffverbrauch L/100 Momentaner Kraftstoffverbrauch A. Der Wert erscheint erst nach Erreichen einer Mindestgeschwindigkeit von 30 km/h.
Seite 327 BORDCOMPUTER: Fahrparameter (2/4) Die Anzeige der Informationen ist ABHÄNGIG VON DEN OPTIONEN UND DEM VERTRIEBSLAND. Beispiele Bedeutung der gewählten Anzeige Reichweite Voraussichtliche Reichweite der momentanen Tankfüllung. Mindestfahrstrecke für die A nzeige: 400 m. 541km Gefahrene Dist. Zurückgelegte Fahrstrecke seit Speicherrückstellung 522km Durchschnitt Durchschnittsgeschwindigkeit seit Speicherrückstellung...
Seite 328 BORDCOMPUTER: Fahrparameter (3/4) Die Anzeige der nachstehend beschriebenen Informationen ist ABHÄNGIG VON DEN OPTIONEN UND DEM VERTRIEBSLAND. Beispiele Bedeutung der gewählten Anzeige c) Fälligkeit der Wartungsdiagnose. Wartung in Verbleibende Strecke oder Zeit bis zur nächsten Wartungsdiagnose (Anzeige in Kilometern oder Monaten).
Seite 329 BORDCOMPUTER: Fahrparameter (4/4) Die Anzeige der nachstehend beschriebenen Informationen ist ABHÄNGIG VON DEN OPTIONEN UND DEM VERTRIEBSLAND. Beispiele Bedeutung der gewählten Anzeige d) Automatische Reifendruckkontrolle Siehe in Kapitel 2 unter „Automatische Reifendruckkontrolle“. Begrenzer 90.km/H e) Regelgeschwindigkeit des Tempomaten (nur bei Fahrzeugen ohne TFT Display) Siehe Kapitel 2 unter „Tempomat“.
Seite 330 Beispiele für Meldungen Bedeutung der gewählten Anzeige „Parkbremse angezogen“ Zeigt an, dass die Parkbremse angezogen ist. Aufforderung, die RENAULT Keycard aus dem Kartenlesegerät zu nehmen, wenn Sie das Fahrzeug verlas- „Bitte Chipkarte entfernen“ sen. „Selbsttest laufend“ Erscheint, wenn das Fahrzeug eine Funktionskontrolle durchführt.
Seite 331 BORDCOMPUTER: Störungsmeldungen © Sie erscheinen gemeinsam mit der Kontrolllampe und weisen darauf hin, bei nächster Gelegenheit eine Vertragswerkstatt anzusteuern und bis dorthin möglichst vorsichtig zu fahren. Die Nichtbeachtung dieser Empfehlung kann zu einem Schaden am Fahrzeug führen.
Seite 332 BORDCOMPUTER: Warnmeldungen ® Sie erscheinen zusammen mit der Meldung und fordern Sie dazu auf, zu Ihrer eigenen Sicherheit und unter Berücksichti- gung der Verkehrssituation sofort anzuhalten.Schalten Sie den Motor aus und starten Sie ihn nicht erneut. Wenden Sie sich an eine Vertragswerkstatt.
Seite 333: Menü Für Persönliche Einstellungen Am Fahrzeug
MENÜ FÜR PERSÖNLICHE EINSTELLUNGEN AM FAHRZEUG Einstellungen vornehmen Wenn die Funktion ausgewählt wurde, können Sie diese aktivieren oder deaktivie- Je nach Ausrüstung des Fahrzeugs auf die ren, in dem Sie auf die Taste 2 drücken: Taste 3 ...
Seite 334: Tiefeneinstellung Des Lenkrads
LENKRAD/SERVOLENKUNG Servolenkung Funktionsstörungen Die Lenkung kann während der Fahrt oder Geschwindigkeitsabhängige bei wiederholten Fahrmanövern schwergän- Servolenkung gig werden. Ursache ist eine Überhitzung der Lenkunterstützung. Lassen Sie sie in Die ...
Seite 335: Uhrzeit Und Außentemperatur
UHRZEIT UND AUßENTEMPERATUR Außentemperaturanzeige Besonderheit: Wenn die Außentemperatur zwischen –3 °C und +3 °C liegt, blinken die Zeichen °C (An- zeige von Glatteisgefahr). Stellknopf für Uhrzeit 1 Fahrzeuge mit Schalter 3 – Drücken Sie den Knopf 2 ca. drei Sekun- Wählen ...
Seite 336: Rückspiegel
RÜCKSPIEGEL Einklappbare Außenspiegel Die Außenspiegel klappen automatisch ein, wenn Sie das Fahrzeug verriegeln (Schal- ter 2 in Stellung D). In diesem Fall klappen sie beim nächsten Einschalten der Zündung wieder aus. Sie können die Außenspiegel jedoch auch manuell ...
Seite 337: Signalanlage
SIGNALANLAGE Blinker Hebel 1 in Lenkradebene und in Fahrtrich- tung verstellen. Beim Befahren einer Autobahn sind die Bewegungen des Lenkrads im Allgemei- nen nicht ausreichend, um den Hebel au- tomatisch in die Stellung 0 zurückzuführen.
Seite 338: Äußere Fahrzeugbeleuchtung
ÄUSSERE FAHRZEUGBELEUCHTUNG (1/3) á Fernlicht Ziehen Sie bei eingeschaltetem Abblendlicht den Bedienhebel 1 zu sich. Diese Kontrolllampe leuchtet an der Instru- mententafel auf. Erneutes Ziehen des Hebels 1 zum Lenkrad schaltet auf ...
Seite 339: Aktives Kurvenlicht
ÄUSSERE FAHRZEUGBELEUCHTUNG (2/3) Besonderheiten Hinweis: Falls die Nebelleuchten einge- schaltet sind, erfolgt kein automatisches A b- – Wenn bei Fahrzeugen mit Lichtautomatik schalten der Beleuchtung. das Abblendlicht manuell eingeschaltet wurde ...
Seite 340: Nebelscheinwerfer
ÄUSSERE FAHRZEUGBELEUCHTUNG (3/3) Nebelscheinwerfer Ausschalten Stellen Sie die Markierung am Mit- Drehen Sie den Ring 5 wieder in die Po- telring 5 d es H ebels 1 d em S ymbol 4 g egen- sition ...
Seite 341: Elektrische Leuchtweitenregulierung
ELEKTRISCHE LEUCHTWEITENREGULIERUNG Bei manueller Einstellung Beispiele für die Einstellung des Bedienelements A in Abhängigkeit von der Ladung Fahrer allein oder mit Beifahrer vorne Fahrer plus Beifahrer vorne und ein Beifahrer hinten Bei manchen Fahrzeugen kann die Leuchtweite ...
Seite 342: Scheiben-Wisch-Waschanlage Vorne
SCHEIBEN-WISCH-WASCHANLAGE VORNE ( Fahrzeug mit Frontscheibenwischer mit Regensensor A Aus B Funktion Wischautomatik In dieser Position erkennt das System, dass Wasser auf der Frontscheibe vor- handen ist und aktiviert den Schei- benwischer ...
Seite 343 SCHEIBEN-WISCH-WASCHANLAGE VORNE ( Scheinwerfer-Waschanlage Bei eingeschalteter Fahrzeugbeleuchtung Bei Fahrzeugen mit entsprechender Aus- Versuchen Sie nicht, die Wischerblät- stattung werden gleichzeitig die Scheinwer- ter anzuheben. Sie können nicht in an- ferwaschanlage und die Scheibenwaschan- gehobener Position verbleiben.
Seite 344: Heckscheiben-Wisch-Waschanlage
SCHEIBEN-WISCH-WASCHANLAGE HINTEN Aktivierung/Deaktivierung des Heck- scheibenwischers (je nach Fahrzeug) Wenn Ihr Fahrzeug über ein Menü für per- sönliche Einstellungen am Fahrzeug ver- fügt, kann der Heckscheibenwischer beim Einlegen des Rückwärtsgangs ausgelöst werden ...
Seite 345: Kraftstofftank (Betanken Des Fahrzeugs)
KRAFTSTOFFTANK (1/3) Kraftstoffqualität Fahrzeuge, die mit Kraftstoff auf Ethanolbasis funktionieren: Tanken Sie Qualitätskraftstoff, der den länderspezifischen Normen entspricht und Verwenden Sie unbedingt bleifreien Kraft- unbedingt ...
Seite 346: Betanken Des Fahrzeugs
KRAFTSTOFFTANK (2/3) Betanken des Fahrzeugs Um den Tank ohne Gefahr des Verspritzens von Kraftstoff zu befüllen, führen Sie die Zapfpistole bis zum Anschlag ein, damit das ...
Seite 347 KRAFTSTOFFTANK (3/3) Leergefahrener Kraftstofftank bei der Diesel-Version Wurde der Kraftstofftank versehentlich voll- ständig leergefahren, muss der Kraftstoff- kreislauf entlüftet werden, bevor der Motor neu gestartet werden kann. Zu Ihrer eigenen Sicherheit Füllen Sie mindestens 8 Liter Diesel in den ...
Seite 348: Kapitel 2: Fahren
Kapitel 2: Fahren (Empfehlungen zu Schadstoffminderung und Kraftstoffersparnis) Einfahren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Starten -...
Seite 349: Einfahren
EINFAHREN Fahrzeuge mit Benzinmotor Modelle mit Dieselmotor Bis 1 0 00 km eine Geschwindigkeit von Während der ersten 1 5 00 km eine Mo- 130 km/h bzw. eine Motordrehzahl von ca. tordrehzahl ...
Seite 350: Starten/Abstellen Des Motors
In diesem Fall darf sich die RENAULT Key- Schieben Sie beim Einsteigen in das Fahr- Die RENAULT Keycard muss sich im Kar- card nicht im Gepäckraum befinden. zeug die RENAULT Keycard vollständig in ...
Seite 351: Funktion Des Zubehörs
in das Kartenlesegerät 2. Entry & Drive“ kommen: – Fahrzeuge mit RENAULT Keycard mit – Batterie der RENAULT Keycard defekt, Keyless Entry & Drive: Drücken Sie mit leer... im Fahrgastraum befindlicher bzw. im ...
Seite 352 ( auch n icht f ür k urze Z eit), der F ahrertür o der b eim V erriegeln d es F ahr- so lange sich die RENAULT zeugs verriegelt.
Seite 353: Start-Stop-Funktion
START-STOP-FUNKTION (1/3) Durch dieses System können sowohl Kraft- Die Meldung „Auto-Stopp“ an der Instru- Besonderheit des automatischen stoffverbrauch als auch Treibhausgasemis- mententafel informiert Sie darüber, dass der Neustarts des Motors sionen reduziert werden.
Seite 354 START-STOP-FUNKTION (2/3) Bedingungen für das Nicht- – die Funktion „Klare Sicht“ aktiviert ist Sonderfälle (siehe Kapitel 3 unter „Klimaanlage mit Unterbrechen des Motors –...
Seite 355 START-STOP-FUNKTION (3/3) Das System wird bei jedem Starten des Funktionsstörungen Fahrzeugs durch Drücken der Start-Stop- Wenn die Meldung „Stopp & Start kontrol- Taste des Fahrzeugs automatisch reaktiviert ...
Seite 356: Besonderheiten Bei Fahrzeugen Mit Benzinmotor
BESONDERHEITEN BEI FAHRZEUGEN MIT BENZINMOTOR Besondere Betriebsbedingungen, wie: Wenn Sie die oben genannten Betriebsstö- rungen feststellen, müssen Sie die erforder- – Zurücklegen längerer Fahrstrecken mit lichen Reparaturen so bald wie möglich in geringer Kraftstoffreserve im ...
Seite 357: Besonderheiten Bei Fahrzeugen Mit Dieselmotor
BESONDERHEITEN BEI FAHRZEUGEN MIT DIESELMOTOR Motordrehzahl (Diesel) Vorkehrungen im Winter Die Dieselmotoren sind mit einer Einspritz- Um Betriebsstörungen bei niedrigen Tempe- anlage ausgerüstet, die ein Überschreiten raturen zu vermeiden: der Höchstdrehzahl in allen Gängen ver- – Darauf achten, dass die Batterie stets hindert.
Seite 358: Einlegen Des Rückwärtsgangs
SCHALTHEBEL/HANDBREMSE Handbremse Lösen Ziehen Sie den Hebel 2 der Handbremse leicht nach oben und drücken Sie den Knopf 3 ein;; führen Sie dann den Hebel nach unten.
Seite 359 SERVO-PARKBREMSE (1/3) Hinweis Um Sie darauf hinzuweisen, dass die Servo- Parkbremse gelöst ist, ertönt ein Piepton und die Meldung „Parkbremse anziehen“ er- scheint an der Instrumententafel: – wenn bei laufendem Motor die Fahrertür geöffnet wird –...
Seite 360: Manuelle Bedienung
– Wenn der Motor läuft und sich die RENAULT K eycard i m K artenlesegerät 4 befindet, stellen Sie den Motor durch ...
Seite 361 SERVO-PARKBREMSE (3/3) Ausführung mit Funktionsstörungen – Im Falle einer Störung der Servo-Park- bremse leuchtet die Kontrolllampe Automatikgetriebe ® – Im Falle einer Funktionsstörung leuch- ©...
Seite 362: Empfehlungen: Schadstoffminderung, Kraftstoffersparnis
EMPFEHLUNGEN: Schadstoffminderung, Kraftstoffersparnis, Fahrstil (1/3) Ihr Fahrzeug erfüllt bereits die Vorschriften Hilfe zur Kraftstoffersparnis Lassen S ie a lle l aut W artungsprogramm v or- zur Verwertung von Altfahrzeugen, die 2015 geschriebenen Kontrollen und Einstellungen ...
Seite 363 EMPFEHLUNGEN: Schadstoffminderung, Kraftstoffersparnis, Fahrstil (2/3) Abgasüberwachung – „Sportliches“ Fahren ist teuer;; entschei- den Sie sich lieber für eine „elastische“ Das Abgasüberwachungssystem dient der Fahrweise.
Seite 364 EMPFEHLUNGEN: Schadstoffminderung, Kraftstoffersparnis, Fahrstil (3/3) – Bei Fahrzeugen mit Klimaanlage ist während des Betriebs ein Anstieg des Kraftstoffverbrauchs normal (insbeson- dere ...
Seite 365: Umweltschutz
Diese Verpflichtung ist am eco² Logo der 140 g/km entsprechen bei einem Dieselfahr- rialien hergestellt. Ihr Einsatz und die hier- Renault Gruppe erkennbar. zeug einem Verbrauch von 5,3 l/100km). bei verwendeten Werkstoffe wurden spezi-...
Seite 366: Automatische Reifendruckkontrolle
AUTOMATISCHE REIFENDRUCKKONTROLLE (1/4) Ist Ihr Fahrzeug mit diesem System ausge- Der Druck muss bei kalten Reifen einge- stattet, überwacht dieses den Reifendruck. stellt werden (siehe Aufkleber an der Fah- rertürkante). Ist eine Messung bei kalten Reifen nicht Funktionsprinzip möglich, den Reifendruck um 0,2 bis 0,3 bar ...
Seite 367 AUTOMATISCHE REIFENDRUCKKONTROLLE (2/4) „Reifensensor nicht da“ oder „Reifensensor prüfen“ Ein nicht angezeigtes Rad B deutet auf einen fehlenden Druckfühler an diesem Rad (zum Beispiel, wenn das Reserverad mon- tiert ist…) bzw. auf einen Ausfall des Füh- lers hin.
Seite 368 AUTOMATISCHE REIFENDRUCKKONTROLLE (3/4) „Reifendruck Autobahn“ Das betreffende Rad E wird orangefarben am Display 4 angezeigt. Die Fahrgeschwin- digkeit ist dem Reifendruck nicht angepasst. Fahren Sie langsamer bzw. passen Sie den Reifendruck aller vier Räder für „Autobahn- fahrt“...
Seite 369: Wechsel Der Räder/Reifen
AUTOMATISCHE REIFENDRUCKKONTROLLE (4/4) Wechsel der Räder/Reifen Gaspatrone zur Reifenreparatur Dieses System erfordert besondere Aus- und Reifenfüllset rüstungen (Räder, Reifen, Radzierkappen Verwenden Sie, aufgrund der besonderen etc.).
Seite 370 FAHRSICHERHEITS- UND ASSISTENZSYSTEME (1/4) Je nach Fahrzeug kann es sich um Fol- ABS (Antiblockiersystem) Funktionsstörungen: gendes handeln: Bei einer starken Bremsung verhindert das © – ABS (Antiblockiersystem);; ABS ein Blockieren der Räder und trägt –...
Seite 371: Fahrsicherheits- Und Assistenzsysteme
FAHRSICHERHEITS- UND ASSISTENZSYSTEME (2/4) Elektronisches Untersteuerungskontrolle (USK) Funktionsstörungen Stabilitätsprogramm ESP mit Diese Funktion optimiert das ESP im Falle Wenn d as S ystem e ine F unktionsstörung r e- Untersteuerungskontrolle und starker Untersteuerung (Haftungsverlust der ...
Seite 372 FAHRSICHERHEITS- UND ASSISTENZSYSTEME (3/4) Da die Antischlupfregelung ASR zu einer Aufleuchten der Warnblinkanlage Erhöhung der Fahrsicherheit beiträgt, ist es Je nach Fahrzeug kann sie sich bei starker nicht ratsam, mit deaktivierter Funktion zu Bremsverzögerung einschalten.
Seite 373 FAHRSICHERHEITS- UND ASSISTENZSYSTEME (4/4) Berganfahrhilfe Dieses System unterstütz Sie beim Anfah- ren an einer Steigung. Es verhindert ein Zu- rückrollen des Fahrzeugs, indem die Brem- sen automatisch angezogen werden, wenn der F ahrer d en F uß v om B remspedal n immt, Das ...
Seite 374: Tempomat: Begrenzer-Funktion
TEMPOMAT: Begrenzer-Funktion (1/3) Der Tempomat hilft Ihnen, eine von Ihnen gewählte Geschwindigkeit, die sogenannte Höchstgeschwindigkeit, nicht zu über- schreiten. Betätigungen Einschalten Drücken Sie die Taste 5 (auf das Symbol 1 ...
Seite 375: Verändern Der Eingestellten
TEMPOMAT: Begrenzer-Funktion (2/3) Fahren Überschreiten der eingestellten Höchstgeschwindigkeit Wenn eine Geschwindigkeit gespeichert ist, fährt sich das Fahrzeug unterhalb dieser Das Überschreiten der Höchstge-schwindig- Geschwindigkeit wie eines ohne Tempomat keit ist jederzeit möglich;; hierzu drücken Sie (Begrenzer-Funktion).
Seite 376: Abschalten Der Funktion
TEMPOMAT: Begrenzer-Funktion (3/3) Abschalten der Funktion Die Begrenzer-Funktion des Tempomaten wird unterbrochen, wenn Sie den Schalter 5 betätigen. In diesem Fall wird die Höchst- geschwindigkeit nicht gespeichert. Das Er- löschen ...
Seite 377: Tempomat: Regler-Funktion
TEMPOMAT: Regler-Funktion (1/4) Der T empomat ( Regler-Funktion) d ient d azu, eine vom Fahrer vorgewählte Geschwindig- keit, die so genannte Regelgeschwindig- keit, konstant einzuhalten. Die E instellung d ieser R egelgeschwindigkeit ist ab 30 km/h stufenlos möglich.
Seite 378: Aktivieren Des Tempomats (Regler-Funktion)
TEMPOMAT: Regler-Funktion (2/4) Fahren Bei gespeicherter Regelgeschwindigkeit und aktivierter Regler-Funktion können Sie den Fuß vom Gaspedal nehmen. Einschalten Aktivieren des Tempomats (Regler-Funktion) Drücken Sie die Taste 5 (Symbol Drücken Sie die Taste 1 (+), sobald Sie die Die Kontrolllampe ...
Seite 379: Regelgeschwindigkeit
TEMPOMAT: Regler-Funktion (3/4) Überschreiten der Unterbrechen der Funktion Regelgeschwindigkeit Die Funktion wird unterbrochen beim Betä- tigen: Die Überschreitung der vorgewählten Re- gelgeschwindigkeit ist jederzeit durch Drü- – die Taste 3 (O) cken des Gaspedals möglich.
Seite 380 TEMPOMAT: Regler-Funktion (4/4) Abschalten der Funktion Die Regler-Funktion des Tempomaten wird unterbrochen, wenn Sie die Taste 5 betäti- gen. In diesem Fall wird die Regelgeschwin- digkeit nicht gespeichert. Das Erlöschen der grünen Kontrolllampe an der Instrumen- tentafel A ...
Seite 381: Einparkhilfe
EINPARKHILFE (1/4) Funktionsprinzip Ultraschallsensoren, die je nach Fahrzeug im Stoßfänger vorne und/oder hinten unter- gebracht sind, „messen“ den Abstand zwi- schen dem Fahrzeug und einem Hindernis. Diese Messung äußert sich in Pieptönen, deren Frequenz sich mit zunehmender An-...
Seite 382: Einparkhilfe Vorne
EINPARKHILFE (2/4) Einparkhilfe vorne (je nach Fahrzeug) Funktionsweise Die Einparkhilfe wird nur bei Fahrgeschwin- digkeiten unter ca. 10 km/h aktiviert. Die meisten Gegenstände in einem A bstand unter 60 Zentimetern von der Fahrzeugfront werden erkannt, und es ertönt ein Piepton.
Seite 383: Einparken In Vorwärtsrichtung
EINPARKHILFE (3/4) Deaktivieren des Systems Sie können die Einparkhilfe vorne oder hinten unabhängig voneinander dauerhaft deaktivieren. Wählen Sie anhand des Menüs für persön- liche Einstellungen am Fahrzeug (siehe Ka- pitel 1 unter „Menü...
Seite 384: Einparkhilfe
EINPARKHILFE (4/4) Funktionsstörungen Wenn das System eine Funktionsstörung erkennt, ertönt jedes Mal beim Einlegen des Rückwärtsgangs ca. 3 Sekunden lang ein ...
Seite 385: Rückfahrkamera
RÜCKFAHRKAMERA Feste Maßlinie 2 Diese Maßlinie ist feststehend und zeigt den Die feste Maßlinie besteht aus Markie- Weg des Fahrzeugs bei gerade ausgerich- rungen in den Farben A, B und C, die den teten Räder an.
Seite 386: Automatikgetriebe
AUTOMATIKGETRIEBE (1/3) Fahren im Modus „Automatik“ Stellen Sie den Fahrstufenwahlhebel auf D.In normalen Verkehrssituationen müssen Sie den Fahrstufenwahlhebel nicht betäti- gen. Die Automatik schaltet im geeigneten Augenblick und bei der günstigsten Motor-...
Seite 387: Fahren Im Manuellen Modus
AUTOMATIKGETRIEBE (2/3) Fahren im manuellen Modus Ausnahmesituationen Abstellen des Fahrzeugs Führen Sie den Wahlhebel aus der Position – Wenn Beschaffenheit und Steigung/ Halten Sie das Bremspedal nach Stillstand D nach links. Durch Druckimpulse gegen Gefälle ...
Seite 388 AUTOMATIKGETRIEBE (3/3) Funktionsstörungen – Wenn während der Fahrt die Meldung „Getriebe prüfen“ an der Instrumententa- fel erscheint, zeigt dies eine Störung an. Wenden Sie sich baldmöglichst an eine Vertragswerkstatt. – Wenn während der Fahrt die Meldung „Überhitzung ...
Seite 389 2.42...
Seite 390: Kapitel 3: Für Ihr Wohlbefinden
Kapitel 3: Für Ihr Wohlbefinden Luftdüsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klimaanlage mit manueller Regelung .
Seite 391 LUFTDÜSEN: Belüftungsdüsen (1/2) 1 Seitliche Luftdüse 2 Belüftungsdüsen für Seitenfenster 3 Belüftungsdüsen für Frontscheibe 7 Luftdüsen hinten 4 Luftdüsen in A rmaturenbrettmitte 8 Warmluftdüsen zu den Fußräumen 5 Belüftungsdüsen für Seitenfenster 9 ...
Seite 392: Vordersitze
LUFTDÜSEN: Belüftungsdüsen (2/2) Vordersitze Rücksitze Verwenden Sie gegen schlechte Gerüche im Fahrzeug nur hierfür vorgesehene Mittel. Bewegen Sie den Schieber 3 nach rechts Wenden Sie sich an einen Vertragspartner. Luftmenge oder links, um den Luftstrom zu dirigieren. Drehen Sie am Rändelrad 1 (über die Rast-...
Seite 393: Klimaanlage Mit Manueller Regelung
KLIMAANLAGE MIT MANUELLER REGELUNG (1/2) Verteilung der Luft im Fahrgastraum Für die Luftverteilung gibt es fünf Einstell- möglichkeiten. Drehen Sie den Regler 4, um die gewünschte Luftverteilung einzustellen. Die Luftmenge wird zu den Belüf- tungsdüsen ...
Seite 394: Regler Für Gebläseleistung
KLIMAANLAGE MIT MANUELLER REGELUNG (2/2) Regler für Gebläseleistung Drehen Sie den Regler 2 im Uhrzeigersinn, um die Gebläseleistung zu erhöhen. Die Belüftung im Fahrgastraum erfolgt mit- tels Gebläse. Das Gebläse regelt die ange- saugte Luftmenge. Die Fahrgeschwindigkeit hat darauf jedoch einen Einfluss.
Seite 395: Klimaanlage Mit Regelautomatik
KLIMAANLAGE MIT REGELAUTOMATIK (1/5) Modus „Automatik“ Die Klimaautomatik garantiert (außer bei extremem Einsatz) ein angenehmes Klima im Fahrgastraum sowie gute Sicht bei op- timiertem ...
Seite 396: Gebläseleistung
KLIMAANLAGE MIT REGELAUTOMATIK (2/5) Funktion „freie Sicht“ Drücken Sie auf die Taste 10, die integrierte Kontrolllampe leuchtet auf. Diese Funktion ermöglicht ein schnelles Be- lüften und Entfrosten der Frontscheibe, der Heckscheibe, der Seitenfenster vorne und der Außenspiegel ...
Seite 397 KLIMAANLAGE MIT REGELAUTOMATIK (3/5) Die angezeigten Temperaturwerte sind die Werte der Regeltemperatur. Eine Erhöhung oder Senkung des ange- zeigten Werts beim Fahrzeugstart, führt keinesfalls dazu, dass die gewünschte Temperatur schneller erreicht wird.
Seite 398: Heckscheibenheizung
KLIMAANLAGE MIT REGELAUTOMATIK (4/5) Die Luftmenge wird zu den Belüf- tungsdüsen für die Frontscheibe und die vorderen Seitenscheiben geleitet. × Die Luft wird sowohl zu den Belüf- tungsdüsen (für Front- und Seiten- scheiben) als auch zu den Luftdüsen im Ar-...
Seite 399: Umluftbetrieb
KLIMAANLAGE MIT REGELAUTOMATIK (5/5) Umluftbetrieb Diese Funktion wird automatisch gesteu- ert (die Inbetriebnahme wird durch die 14 Kontrolllampe 13 bestätigt). Sie können sie jedoch auch manuell aktivieren.
Seite 400: Klimaanlage Informationen Und Empfehlungen
KLIMAANLAGE: Informationen und Empfehlungen für die Verwendung Empfehlungen Unter bestimmten Bedingungen (Kli- Funktionsstörungen maanlage aus, Umluftbetrieb aktiviert, Bei Funktionsstörungen wenden Sie keine oder nur schwache Gebläseleis- sich bitte an eine Vertragswerkstatt.
Seite 401: Elektrische Fensterheber/Elektrisches Schiebedach
Verlassen Sie niemals Ihr Fahrzeug (auch nicht für kurze Zeit), so lange sich die RENAULT Keycard und ein Kind Elektrische Fensterheber (oder ein Tier) im Fahrzeug befinden. ...
Seite 402: Besonderheit
und den Verriegelungsknopf der RENAULT K eycard o der, i m M odus „ Keyl- ess E ntry & D rive“, d en K nopf a n d er F ah-...
Seite 403: Vorsichtsmaßnahmen
(auch nicht für kurze Zeit), so lange sich das Schiebedach bei beladenem Dach Elektrisches Schiebedach die RENAULT Keycard im Fahrzeug be- zu betätigen Lässt sich das Dach nicht schließen, drehen findet und ein Kind (oder ein Tier) an ...
Seite 404: Manuelle Fensterheber/Innenbeleuchtung
MANUELLE FENSTERHEBER/INNENBELEUCHTUNG (1/2) Manuelle Fensterheber Deckenleuchte Türbeleuchtung vorne Betätigen Sie die Handkurbel 1. Durch Betätigen des Schalters 3 können Sie Bei Fahrzeugen, die damit ausgestattet folgendes bewirken: sind, wird die Leuchte 5 beim Öffnen der Türen eingeschaltet.
Seite 405: Innenbeleuchtung
INNENBELEUCHTUNG (2/2) Handschuhfachleuchte 6 Gepäckraumleuchte 7 Die Lampe 6 leuchtet beim Öffnen der Die Lampe 7 leuchtet beim Öffnen des Ge- Klappe. päckraums auf (je nach Fahrzeug). 3.16...
Seite 406 SONNENBLENDE/SPIEGEL Sonnenblenden vorne Make-up-Spiegel Zentraler Innenraumspiegel Klappen Sie die Sonnenblende 1 an die Öffnen Sie die Schiebeabdeckung 3. Ziehen Sie an Stelle 4, um den Spiegel zu Frontscheibe bzw. rasten Sie diese aus und öffnen.
Seite 407: Seitliche Sonnenjalousien
SONNENJALOUSIEN Seitliche Sonnenjalousien Hintere seitliche Sonnenjalousie Hintere Sonnenjalousie der Heckklappe Die Sonnenjalousie an der Lasche 1 fassen Die Sonnenjalousie am Haken 3 fassen und und nach oben ziehen, bis der Haken 2 nach ...
Seite 408: Ablagefächer/Ausrüstung Fahrgastraum
ABLAGEFÄCHER/AUSRÜSTUNG FAHRGASTRAUM (1/6) Ablagefächer der Türen 1 Ablagefach im Armaturenbrett 2 Ablagefach unter der Instrumententafel 3 Dort kann eine 1,5-Liter-Flasche unterge- bracht werden. Keinerlei Gegenstände im vor- deren Fußraum unterbringen, besonders auf der Fahrerseite;;...
Seite 409: Halteband Der Sonnenblende
ABLAGEFÄCHER/AUSRÜSTUNG FAHRGASTRAUM (2/6) Brillenfach 4 Halteband der Sonnenblende 5 Mittlere Ablage oder mittlere Betätigung 6 Sie dient zum Anklemmen von Autobahnti- ckets, Karten usw. Je nach Fahrzeug befindet sich ein Ablage- fach anstelle der mittleren Betätigung 6. 3.20...
Seite 410: Ablagefächer Der Armstütze D
ABLAGEFÄCHER/AUSRÜSTUNG FAHRGASTRAUM (3/6) Mittlere Armlehne 8 Ablagefach in der Ablagefächer der Armstütze D Mittelkonsole C Die mittlere Armlehne ist für eine Längen- Drücken Sie bei zurückgeschobener Arm- einstellung verschiebbar.
Seite 411: Ablagefach Beifahrerseite
ABLAGEFÄCHER/AUSRÜSTUNG FAHRGASTRAUM (4/6) Ablagefach Beifahrerseite Getränkehalter 11 Zum Öffnen am Griff ziehen 10. Hier kann eine Dose, ein Becher oder der Aschenbecher untergebracht werden. In dieses A blagefach passen Dokumente im Format ...
Seite 412: Ablagefächer Der Hintertür
ABLAGEFÄCHER/AUSRÜSTUNG FAHRGASTRAUM (5/6) Ablagefächer der Hintertür 12 Stautaschen in den Kleiderhaken 14 Rückenlehnen der Vordersitze 13 Haltegriff 15 Dieser dient zum Festhalten während der Fahrt. Verwenden Sie ihn nicht als Ein- oder Aus- stiegshilfe.
Seite 413 ABLAGEFÄCHER/AUSRÜSTUNG FAHRGASTRAUM (6/6) Befestigungshaken 16 Schubfächer 17 unter den Bodenklappen 18 auf der Fahrer- Vorder- und Rücksitzen und Beifahrerseite vorne und Er dient zur Befestigung von Taschen wäh- hinten rend der Fahrt. Diese ...
Seite 414: Aschenbecher, Zigarettenanzünder, Steckdose Für Zubehör
ASCHENBECHER, ZIGARETTENANZÜNDER, STECKDOSE FÜR ZUBEHÖR Zigarettenanzünder 1 Steckdosen für Zubehör Drücken Sie bei eingeschalteter Zündung Nutzen Sie die Buchse des Zigarettenan- den Zigarettenanzünder 1 ein. Wenn die zünders 1 ...
Seite 415: Kopfstützen Hinten
KOPFSTÜTZEN HINTEN Gebrauchsposition Einstellen der seitlichen Halterungen A Ziehen Sie die Kopfstütze bis ganz nach oben und senken Sie sie dann bis zur Ar- Je nach Fahrzeug können Sie die Teile A retierung ab.
Seite 416: Verstellmöglichkeiten Der Rücksitze
VERSTELLMÖGLICHKEITEN DER RÜCKSITZE Umklappen d er R ückenlehne e ines S itzes (Ablageposition) Führen Sie die Kopfstütze 3 nach unten. Heben Sie den Griff 4 an oder ziehen Sie an der Lasche 1 (je nach Fahrzeug). Bei vollständig auf die Sitzfläche geklappter ...
Seite 417: Umklappen Eines Sitzes
VERSTELLMÖGLICHKEITEN DER RÜCKSITZE (1/2) Umklappen eines Sitzes Anbringen eines Sitzes Hinweis: Beifahrer- und/oder Fahrersitz müssen eventuell vorgeschoben und die Führen Sie die Kopfstütze nach unten. Klappen Sie den Sitz herunter, bis er im Rückenlehne ...
Seite 418: Entfernen Eines Sitzes
VERSTELLMÖGLICHKEITEN DER RÜCKSITZE (2/2) Stellen Sie beim Einbau der seitlichen Sitze sicher, dass sich das Gurtschloss auf der Fahrzeuginnenseite befindet. Bei Fahrten mit den Sitzen in umgeklappter Position: Stellen ...
Seite 419: Sitze Der Dritten Sitzreihe Hinten
VERSTELLMÖGLICHKEITEN DER RÜCKSITZE: Version mit 7 Sitzplätzen (1/2) Sitze der dritten Sitzreihe hinten Rückklappen in die Gebrauchsposition Während des Verstellens der – Vom Gepäckraum aus die Heckablage Rücksitze der dritten Sitzreihe: Umklappen eines Sitzes entfernen ...
Seite 420: Zugang Zu Den Sitzen Der Dritten
VERSTELLMÖGLICHKEITEN DER RÜCKSITZE: Version mit 7 Sitzplätzen (2/2) Zugang zu den Sitzen der dritten Nutzungseinschränkungen – Ziehen Sie am Sitz der zweiten Sitzreihe und bringen Sie ihn in die Ablageposi- Sitzreihe hinten Es ist untersagt, mit heruntergeklappter Rü-...
Seite 421: Gepäckraum
GEPÄCKRAUM Öffnen Manuelles Öffnen von innen Den Knopf 1 eindrücken und die Heck- Besonderheit klappe öffnen. Lässt sich die Heckklappe nicht entriegeln, so kann dies manuell von innen erfolgen: Schließen – verschaffen Sie sich Zugang zum Ge- Die Heckklappe schließen;;...
Seite 422 HECKABLAGE: Modelle mit normalem Fahrgestell Heckablage Zum Ausbauen die beiden Halteseile 1 aus- hängen. Klappen Sie Teil A auf Teil B und ziehen Sie es erst nach oben und dann zu sich her. Einsetzen: In umgekehrter Reihenfolge vor- gehen. Legen ...
Seite 423: Gepäckraumabdeckung
HECKABLAGE: verlängertes Fahrgestell Aufrollen des flexiblen Entfernen der Heckablage Aufnahme der Abschnitts der Heckablage Gepäckraumabdeckung Bewegen Sie die Heckablage nach rechts (Bewegung A) und heben Sie die linke Seite Leicht am Griff 1 ziehen und die Stifte aus Das ...
Seite 424: Ablagefächer, Ausrüstung Gepäckraum
ABLAGEFÄCHER, AUSRÜSTUNG GEPÄCKRAUM (1/2) Seitliche Ablagefächer 1 Ablage unter der Gepäckraummatte Je nach Fahrzeug können dort Ölkanister Heben Sie die Gepäckraummatte an, um o.ä. untergebracht werden. darauf zuzugreifen.
Seite 425: Gepäckraumunterteilung
ABLAGEFÄCHER, AUSRÜSTUNG GEPÄCKRAUM (1/2) Gepäckraumunterteilung Verzurrhaken (je nach Fahrzeug) Die Haken 6, die sich in jeder Ecke des Ge- Zur Trennung des Ladeguts. päckraums befinden, ermöglichen das Ver- zurren des Ladeguts. Klappen Sie das Trennteil 4 hoch. Das elastische Band 5 auf der Rückseite er- möglicht die vertikale Fixierung von kleinen ...
Seite 426: Transport Von Gegenständen Im Gepäckraum
TRANSPORT VON GEGENSTÄNDEN IM GEPÄCKRAUM/ANHÄNGERBETRIEB Beladen Sie das Fahrzeug immer so, dass die Gegenstände bei normaler Nutzung des Gepäckraums mit ihrer größten Fläche an der Rückenlehne der Rücksitzbank (Bei- Die ...
Seite 427: Gepäcktrennnetz
GEPÄCKTRENNNETZ (1/2) Anbringung des Netzes hinter Je nach Fahrzeug ist die Verwendung sinn- – Befestigen Sie die beiden Haken 3 der voll, um den Gepäckraum vom Fahrgast- Netzgurte 4 an den Verankerungen 5 den Vordersitzen raum ...
Seite 428: Anbringung Des Netzes Hinter Den Rücksitzen
GEPÄCKTRENNNETZ (2/2) Anbringung des Netzes hinter – Befestigen Sie den Haken 8 des Je nach Fahrzeug müssen die Verzur- Spannseils des Netzes an der unteren rösen 11 ...
Seite 429: Dachgalerie
DACHGALERIE Zugang zu den Befestigungspunkten Öffnen Sie die Türen, um an die Befesti- gungseinsätze 1 zu gelangen. Lassen Sie sich bezüglich des pas- senden Zubehörs für Ihr Fahrzeug von Ihrer Vertragswerkstatt beraten.
Seite 430: Multimediaausrüstung
MULTIMEDIAAUSRÜSTUNG Multimediasysteme Integrierte Steuerung der Das Vorhandensein und der Einbauort des Freisprechanlage Zubehörs sind je nach Navigationssystem Verwenden Sie bei Fahrzeugen mit entspre- unterschiedlich. chender Ausrüstung die Betätigungseinheit Radio 1 unter dem Lenkrad 5 und das Mikrofon 6. CD-...
Seite 431 3.42...
Seite 432: Kapitel 4: Wartung
Kapitel 4: Wartung Motorhaube . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motorölstand/Motorölwechsel .
Seite 433: Schließen Der Motorhaube
MOTORHAUBE Schließen der Motorhaube Stellen Sie sicher, dass keinerlei Gegen- stände im Motorraum vergessen wurden. Fassen S ie b eim S chließen d ie H aube i n d er Mitte, führen Sie sie nach unten, bis die Öff-...
Seite 434: Überschreiten Des Maximalen
MOTORÖLSTAND: Allgemeines Ein Motor verbraucht Öl, um die sich bewe- genden Teile zu schmieren und zu kühlen. Mitunter muss zwischen den planmäßigen Ölwechseln etwas Öl nachgefüllt werden. Um Spritzer zu vermeiden, ist es ratsam beim ...
Seite 435 MOTORÖLSTAND: Nachfüllen, Befüllen (1/3) Befüllen/Auffüllen – Drehen Sie den Stopfen 1 heraus. – Korrigieren Sie den Füllstand (zur In- Das Fahrzeug muss sich auf ebener Fläche formation: die Füllmenge zwischen den befinden, ...
Seite 436 MOTORÖLSTAND: Nachfüllen, Befüllen (2/3)
Seite 437 MOTORÖLSTAND: Nachfüllen, Befüllen MOTORÖLWECHSEL (3/3)/ Motorölwechsel Kontrollintervalle: Siehe die Wartungsun- Bei übermäßigem oder wiederholtem terlagen Ihres Fahrzeugs. Absinken des Füllstands wenden Sie sich bitte an eine Vertragswerkstatt. Durchschnittliche Füllmengen Inklusive Ölfilter (zur Information) Motor 1.6 16V: 5,0 Liter...
Seite 438: Kühlflüssigkeit
FÜLLSTÄNDE (1/3) Kontrollintervalle Austauschintervalle Überprüfen Sie den Kühlflüssigkeits- Siehe die Wartungsunterlagen Ihres Fahr- stand regelmäßig (bei unzureichender zeugs. Kühlflüssigkeitsmenge kann der Motor stark beschädigt werden). Beim Nachfüllen nur von unseren Techni- schen ...
Seite 439: Auffüllen
FÜLLSTÄNDE (2/3) Füllstand 2 Auffüllen: Der Füllstand sinkt im Normalfall mit der A b- Nach Arbeiten am Hydrauliksystem der nutzung der Bremsbeläge. Er darf jedoch Bremsen muss grundsätzlich die Brems- nicht ...
Seite 440 FÜLLSTÄNDE FILTER (3/3)/ Flüssigkeit Filter Spezialzusatz für Scheibenwaschanlagen. Der Austausch der Filterelemente (Luftfilter, Verwenden Sie im Winter einen Spezialzu- Reinluftfilter, Kraftstofffilter usw.) ist in den satz mit Frostschutz. Wartungsarbeiten ...
Seite 441: Besonderheit
REIFENDRUCK Sicherheit der Reifen und Montage von Schneeketten Im Kapitel 5 - „Reifen“ - finden Sie alle Informationen zu den Wartungsbedin- gungen und, je nach Ausführung, zur Montage von Schneeketten.
Seite 442 BATTERIE (1/2) Je nach Fahrzeug überwacht ein System ständig d en L adezustand d er B atterie. W enn dieser sich verringert, erscheint die Meldung „Batterie fast leer Motor starten“ an der In- strumententafel.
Seite 443: Austausch Der Batterie
BATTERIE (2/2) Austausch der Batterie Da diese Maßnahme sehr komplex ist, emp- fehlen wir, sie von einer Vertragswerkstatt durchführen zu lassen. Nach einer Änderung oder dem A bklemmen der Batterie, erscheint die Meldung „Batterie neu?“...
Seite 444: Pflege Der Karosserie
PFLEGE DER KAROSSERIE (1/2) Ein gut instand gehaltenes Fahrzeug – verkehrsbedingten Gebrauchsspuren – die A usbreitung von Rost ausgehend von können Sie länger fahren. Daher wird emp- kleineren Lackschäden Zur Erhaltung des Korrosionsschutzes Ihres ...
Seite 445: Was Sie Tun Sollten
PFLEGE DER KAROSSERIE (2/2) Was Sie tun sollten – Waschen Sie Ihr Fahrzeug häufig, vor- – Stellen Sie vor der Benutzung einer Bür- zugsweise mit vom Hersteller geprüften stenwaschanlage den Scheibenwischer- –...
Seite 446: Pflege Der Polster Und Der Innenverkleidung
PFLEGE DER POLSTER UND DER INNENVERKLEIDUNG (1/2) Ein gut instand gehaltenes Fahrzeug Scheiben der Bordinstrumente Textilien (Sitze, können Sie länger fahren. Daher wird emp- (z. B . I nstrumententafel, U hr, A nzeige f ür A u- Türverkleidungen usw.) fohlen, ...
Seite 447: Ausbau/Einbau Von Serienmäßig Im Fahrzeug Eingebauten, Herausnehmbaren
PFLEGE DER POLSTER UND DER INNENVERKLEIDUNG (2/2) Ausbau/Einbau von Was Sie vermeiden sollten serienmäßig im Fahrzeug Vermeiden Sie es unbedingt, Dinge wie eingebauten, herausnehmbaren Deodorants, ...
Seite 448: Kapitel 5: Praktische Hinweise
RENAULT Keycard: Batterie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Seite 449: Reifenpanne, Reserverad
REIFENPANNE, RESERVERAD (1/2) Reifenpanne Besonderheit Die F unktion „ Automatische R eifendruckkon- Im Fall einer Reifenpanne verfügen Sie je trolle“ kontrolliert nicht das Reserverad (das nach Fahrzeug über eine Gaspatrone zur durch ...
Seite 450 REIFENPANNE, RESERVERAD (2/2) Beachten S ie, d ass d as d efekte Rad breiter als das Reserverad ist;; wenn das luftleere Rad an- Reserverad B Anbringung des Reserverads B stelle ...
Seite 451 REIFENFÜLLSET (1/3) Das Reifenfüllset darf nicht Das Reifenfüllset ist nur für verwendet werden, wenn der das Befüllen von Reifen eines Reifen bereits durch Fahren Fahrzeugs ...
Seite 452 REIFENFÜLLSET (2/3) – Drücken Sie auf den Schalter 5, um den Reifen auf den vorgeschriebenen Druck zu befüllen (siehe A ufkleber an der Fahr- ertürkante). – beenden Sie das Befüllen nach höchst- ens 5 Minuten und lesen Sie den Druck ...
Seite 453: Sicherheitshinweise Für Die Verwendung Des Reifenfüllsets
REIFENFÜLLSET (3/3) – bringen Sie den A ufkleber mit dem Warn- Sicherheitshinweise für die hinweis 9 an einer für den Fahrer gut Verwendung des Reifenfüllsets sichtbaren Stelle auf dem ...
Seite 454: Radschraubenführung
WERKZEUGE (1/2) Schlüssel für Radzierkappen 4 Dient dem Entfernen der Radkappen. Radschraubenführung 5 Ermöglicht das Anziehen/Lösen von Rad- schrauben bei Fahrzeugen mit Aluminium- felgen. Abschleppöse 6 Siehe in Kapitel 5 unter „Abschleppen“. Lassen Sie die Werkzeuge nie ...
Seite 455: Modelle Mit 7 Sitzplätzen
WERKZEUGE /RADKAPPE (2/2) Modelle mit 7 Sitzplätzen Modelle mit 5 Sitzplätzen Radzierkappe Das Werkzeug befindet sich im Fach 8 im Heben Sie die Gepäckraummatte 9 an und Lösen Sie diese mit Hilfe des Radkappen- Gepäckraum: Heben Sie den rechten Rück-...
Seite 456: Radwechsel
RADWECHSEL (1/2) Fahrzeuge mit Wagenheber und Setzen Sie den Wagenheber 1 waagerecht an;; der Heberkopf muss sich unbedingt in Radschlüssel Höhe der Aufnahme und so nahe wie mög- Gegebenenfalls die Radkappe abbauen. lich am betreffenden Rad befinden (siehe Pfeil 2).
Seite 457 RADWECHSEL (2/2) Die Radschrauben entfernen und das Rad abnehmen. Das Reserverad zuerst auf die Nabe aufset- zen und dann das Rad drehen, um die Be- festigungsbohrungen in Nabe und Felge an- einander auszurichten. Wenn für das Reserverad extra Schrauben vorhanden ...
Seite 458: Sicherheit: Reifen - Räder
REIFEN (1/3) Sicherheit: Reifen – Räder Wenn das Profil bis zur Höhe der Noppen abgefahren ist, werden diese sichtbar 2: Der Bodenkontakt des Fahrzeugs wird aus- die ...
Seite 459 REIFEN (2/3) Reifendruck Der Reifendruck muss kalt gemessen Reifenwechsel werden. Liegt der Druck infolge warmen Die v orgeschriebenen R eifendrücke m üssen Wetters bzw. schnellen Fahrens über den eingehalten ...
Seite 460 REIFEN (3/3) Winterbetrieb Reifen mit Spikes Reifen mit Spikes sind nicht in allen Ländern Schneeketten zulässig und meistens auch nur für eine Schneeketten dürfen nur auf die vorde- vom Gesetzgeber vorgegebene Zeitspanne.
Seite 461: Scheinwerfer (Lampenwechsel)
FRONTSCHEINWERFER: Lampenwechsel (1/2) Tagfahrlicht (je nach Fahrzeug) Entfernen Sie die Abdeckung B, drehen Sie den Lampenträger 3, um diesen auszuras- ten, und tauschen Sie die Lampe aus. Lampentyp des Tagfahrlichts: P21LL. Abblend-/Fernlicht mit Entladungslampen Öffnen Sie unter keinen Umständen die Ab- deckung A.
Seite 462: Einbau
FRONTSCHEINWERFER: Lampenwechsel (2/2) Fern- A /Abblendlicht B mit Reinigung der Scheinwerfer Einbau Halogenlampen Führen Sie die oben genannten Schritte in Verwenden Sie hierfür einen weichen umgekehrter Reihenfolge durch. Achten Sie Lappen. Feuchten Sie diesen gegebenen- Ausbau darauf, dass Sie die Lampe korrekt einset-...
Seite 463: Beleuchtung Vorne
BELEUCHTUNG VORNE: Nebelscheinwerfer Nebelscheinwerfer 1 Es muss der vordere Stoßfänger ausgebaut werden, wenden Sie sich daher an einen Vertragspartner Lassen Sie Arbeiten (oder Än- derungen) an der elektrischen Anlage grundsätzlich in einer Vertragswerkstatt durchführen.
Seite 464: Schlussleuchten Und Seitenblinker
SCHLUSSLEUCHTEN UND SEITENBLINKER: Lampenwechsel (1/4) LED-Leuchten Langes Fahrgestell Lösen Sie von außen die Schrauben 2 mit Hilfe eines Schlitzschraubendrehers o. Ä. Die Leuchten verfügen beim Einschalten und ziehen Sie die Leuchteneinheit zu sich.
Seite 465 SCHLUSSLEUCHTEN UND SEITENBLINKER: Lampenwechsel (2/4) Normales Fahrgestell Rasten Sie den Lampenträger aus, indem Einbau Sie auf die Laschen 6 drücken. Gehen Sie beim Einbau in umgekehrter Blinkleuchte und Bremsleuchte Tauschen Sie die Lampe aus.
Seite 466: Rückfahrscheinwerfer
SCHLUSSLEUCHTEN UND SEITENBLINKER: Lampenwechsel (3/4) Nebelleuchte und Standleuchte Ziehen Sie die Leuchteneinheit von außen heraus und lösen Sie den Lampenträger 11 Rückfahrscheinwerfer Rasten Sie vom Gepäckraum aus die A bde- um eine Vierteldrehung. (je nach Fahrzeug) ckung aus.
Seite 467: Dritte Bremsleuchte
RÜCKLEUCHTEN UND SEITENBLINKER: Lampenwechsel (4/4) Dritte Bremsleuchte 13 Kennzeichenleuchten 14 Seitenblinker 16 Wenden Sie sich an eine Vertragswerkstatt. Drücken Sie die Lasche 15 nieder und Rasten Sie den Seitenblinker 16 mit Hilfe rasten Sie die Leuchte 14 aus.
Seite 468: Innenbeleuchtung: Lampenwechsel
INNENBELEUCHTUNG: Lampenwechsel (1/2) Deckenleuchte Türbeleuchtungen Leuchte der verschiebbaren Mittelkonsole – Stellen Sie die drei Schalter auf die mitt- Rasten Sie die Leuchte 2 (mit Hilfe eines lere Position Schlitzschraubendrehers o. Ä.) aus. Rasten ...
Seite 469 INNENBELEUCHTUNG: Lampenwechsel (2/2) Gepäckraumleuchten Ziehen Sie den Stecker ab. Drücken S ie d ie F ederzunge 5, u m d as L am- Rasten Sie die Leuchte 4 (mit Hilfe eines penglas 7 zu entfernen und die Lampe 6 zu ...
Seite 470: Sicherungen
SICHERUNGEN (1/2) Sicherungskasten Klammer 1 Falls ein elektrisches Gerät nicht funktio- Ziehen Sie die Sicherung mit Hilfe der niert, überprüfen Sie die Sicherungen. Klammer 1, die sich auf der Rückseite der Klappe A oder B befindet, heraus.
Seite 471: Sicherungsbelegung
SICHERUNGEN (2/2) Sicherungsbelegung 8 Innenrückspiegel Manche Zubehörelemente sind über Siche- rungen im Sicherungskasten C im Motor- (Welche S icherungen v orhanden s ind, h ängt 9 Heckscheibenwischer raum abgesichert. vom Ausstattungsniveau bzw.
Seite 472: Batterie: Starthilfe
BATTERIE: Starthilfe (1/2) Zur Vermeidung von Anschluss eines Ladegeräts Funkenbildung Das Ladegerät muss mit einer Batte- rie mit einer Nennspannung von 12 Volt – Vergewissern Sie sich, dass die Strom- kompatibel sein.
Seite 473: Anschluss Von Starthilfekabeln Zum Starten Des Motors Mittels
BATTERIE: Starthilfe (2/2) Anschluss von Starthilfekabeln zum Starten des Motors mittels Fremdbatterie Wenn Sie das Fahrzeug mit der Batterie eines anderen Fahrzeugs starten müssen, müssen Sie sich geeignete Kabel (mit aus- reichendem ...
Seite 474: Renault Keycard: Batterie
Beim nächsten Startvorgang rie der RENAULT Keycard ausgetauscht noch d en M otor w eiterhin s tarten ( RENAULT erscheint die Meldung nicht mehr.
Seite 475: Aufnahmefach Für Radio
RADIO-VORRÜSTUNG Falls Ihr Fahrzeug nicht mit einem Radio ausgestattet ist, ist eine Vorrüstung mit Auf- nahmefächern für folgende Komponenten vorhanden: – Radio 1 – Hochtonlautsprecher 2 – Basslautsprecher 3. Zum ...
Seite 476: Zubehör
ZUBEHÖR Informieren Sie sich vor dem Falls Sie einen Lenkradkralle Einbau eines elektrischen oder verwenden, befestigen Sie sie elektronischen Geräts (ins- ausschließlich am Bremspe- besondere bei Telefonen und dal.
Seite 477 WISCHERBLÄTTER: Austausch Achten Sie stets auf den Zustand der Wischerblätter. Ihre Lebensdauer hängt von Ihnen ab: – Reinigen S ie d ie W ischerblätter s owie die ...
Seite 478: Abschleppen Eines Fahrzeugs Mit Automatikgetriebe
mit Automatikgetriebe), führen Sie die die A nhängelast Ihres Fahrzeugs nicht über- RENAULT Keycard in das Kartenlesegerät schritten wird (siehe Kapitel 6 unter „Ge- ...
Seite 479: Zugang Zu Den Abschleppösen
hinten 5, keinesfalls aber die Antriebs- indem Sie ein flaches Werkzeug (oder den wellen! Die A bschleppösen sind ausschließ- in der RENAULT Keycard integrierten Not- lich für Belastung durch Zug ausgelegt und schlüssel) unter die A bdeckung schieben.
Seite 480: Funktionsstörungen
Die Türen lassen sich nicht mittels Batterie der Keycard entladen. Tauschen Sie die Batterie aus. Sie können Ihr RENAULT Keycard ver- oder entriegeln. Fahrzeug weiterhin ver- und entriegeln und star- ten (siehe Kapitel 1 unter „Ver-/Entriegeln der ...
Seite 481 Bedingungen für den Motorstart Siehe Kapitel 2 unter „Starten/Abstellen des Motors“. nicht erfüllt. Die RENAULT Keycard mit Führen Sie die Keycard in das Kartenlesegerät ein, um Funktion Keyless Entry&Drive den Motor zu starten.
Seite 482 FUNKTIONSSTÖRUNGEN (3/5) Während der Fahrt MÖGLICHE URSACHEN ABHILFE Vibrationen Reifen nicht korrekt aufgefüllt/ausgewuch- Den Reifendruck kontrollieren;; ist dieser korrekt, tet oder beschädigt das Fahrzeug in Ihrer Vertragswerkstatt über- prüfen lassen. Weißrauchbildung am A uspuff Es ...
Seite 483 FUNKTIONSSTÖRUNGEN (4/5) Während der Fahrt MÖGLICHE URSACHEN ABHILFE Die Lenkung wird schwergängig (Servo- Überhitzung der Servolenkung. Wenden Sie sich an eine Vertragswerkstatt. lenkung). Der Motor überhitzt. Die Kühlflüssigkeits- Kühlerventilator defekt. Halten Sie das Fahrzeug an, schalten Sie den Temperaturanzeige befindet sich im Warn-...
Seite 484: Elektrische Geräte
FUNKTIONSSTÖRUNGEN (5/5) Elektrische Geräte MÖGLICHE URSACHEN ABHILFE Der Scheibenwischer funktioniert nicht. Die Wischerarme kleben fest. Die Wischerarme vor dem Einschalten lösen. Ladestromkreis defekt. Wenden Sie sich an eine Vertragswerkstatt. Sicherung defekt Tauschen Sie die Sicherung aus, siehe Ab- schnitt „Sicherungen“.
Seite 485 5.38...
Seite 486: Kapitel 6: Technische Daten
Kapitel 6: Technische Daten Fahrzeugtypenschilder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Motortypenschilder .
Seite 487 FAHRZEUGTYPENSCHILDER Die Daten auf der Seite des Motor-Typen- 6 Technische Daten des Fahrzeugs schilds sind bei jeglichem Schriftverkehr 7 Nummer des Originallacks anzugeben. 8 Ausrüstungsniveau 9 Fahrzeugtyp Fabrikschild A 10 Polster-Code ...
Seite 488 MOTORTYPENSCHILDER (1/2) Die Daten auf der Seite des MotorTypen- schilds C sind bei jeglichem Schriftver- kehr anzugeben. (Position je nach Motortyp verschieden) 1 Motortyp 2 Motorkennzahl 3 Motornummer...
Seite 489 MOTORTYPENSCHILDER (2/2) Die Daten auf der Seite des MotorTypen- schilds C sind bei jeglichem Schriftver- kehr anzugeben. (Position je nach Motortyp verschieden) 1 Motortyp 2 Motorkennzahl 3 Motornummer...
Seite 490: Fahrzeugabmessungen (In Metern)
FAHRZEUGABMESSUNGEN (in Metern) (1/2) Ausführung normales Fahrgestell 0,888 2,702 0,753 1,546 4,343 1,624* 1,547 2,077 * Leer...
Seite 491 FAHRZEUGABMESSUNGEN (in Metern) (2/2) Ausführung langes Fahrgestell 0,888 2,769 0,903 1,536 4,560 1,675* 1,539 2,077 * Leer...
Seite 492: Motordaten
MOTORDATEN Modelle 1.6 16V 1.4 Tce 2.0 16V 1.5 dCi 1.6 dCi 1.9 dCi 2.0 dCi Motortyp (siehe Motor-Typen- schild) Hubraum (cm 1 5 98 1 3 95 1 9 95 1 4 61 1 5 98 1 ...
Seite 493: Gewichte (In Kg)
GEWICHTE (in kg) Die angegebenen Werte gelten für das Basismodell ohne Optionen. Daher können sie je nach A usstattung Ihres Fahrzeugs abweichen. Wenden Sie sich an einen Vertragspartner. Zulässiges Gesamtgewicht des Fahrzeugs (MMAC) Gewichte sind dem Fabrikschild zu entnehmen Zulässiges Gesamt-Zuggewicht (MTR) (siehe Kapitel 6, „Typenschild“) Anhängelast, gebremst*...
Seite 494: Teile Und Reparaturen
TEILE UND REPARATUREN Original T eile u nd Z ubehör w erden n ach e inem s ehr s trikten L astenheft k onzipiert u nd h ergestellt u nd w erden r egelmäßig s pezifischen T ests u nter- zogen.
Seite 495: Kontrollnachweise
KONTROLLNACHWEISE (1/6) VIN: .................. Datum: Km: Rechnungs-Nr.: Kommentare/Wertmarke Art der Arbeit: Händlerstempel Kontrolle auf Korrosion *siehe spezifische Seite Datum: Km: ...
Seite 496 KONTROLLNACHWEISE (2/6) VIN: .................. Datum: Km: Rechnungs-Nr.: Kommentare/Wertmarke Art der Arbeit: Händlerstempel Kontrolle auf Korrosion *siehe spezifische Seite Datum: Km: ...
Seite 497 KONTROLLNACHWEISE (3/6) VIN: .................. Datum: Km: Rechnungs-Nr.: Kommentare/Wertmarke Art der Arbeit: Händlerstempel Kontrolle auf Korrosion *siehe spezifische Seite Datum: Km: ...
Seite 498 KONTROLLNACHWEISE (4/6) VIN: .................. Datum: Km: Rechnungs-Nr.: Kommentare/Wertmarke Art der Arbeit: Händlerstempel Kontrolle auf Korrosion *siehe spezifische Seite Datum: Km: ...
Seite 499 KONTROLLNACHWEISE (5/6) VIN: .................. Datum: Km: Rechnungs-Nr.: Kommentare/Wertmarke Art der Arbeit: Händlerstempel Kontrolle auf Korrosion *siehe spezifische Seite Datum: Km: ...
Seite 500 KONTROLLNACHWEISE (6/6) VIN: .................. Datum: Km: Rechnungs-Nr.: Kommentare/Wertmarke Art der Arbeit: Händlerstempel Kontrolle auf Korrosion *siehe spezifische Seite Datum: Km: ...
Seite 501: Kontrolle Auf Korrosion
KONTROLLE AUF KORROSION (1/6) Arbeiten, die für die A ufrechterhaltung der Garantie erforderlich sind, sind im Folgenden vermerkt. VIN: ............Durchzuführende Korrosionsreparatur: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: 6.16...
Seite 502 KONTROLLE AUF KORROSION (2/6) Arbeiten, die für die A ufrechterhaltung der Garantie erforderlich sind, sind im Folgenden vermerkt. VIN: ............Durchzuführende Korrosionsreparatur: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: 6.17...
Seite 503 KONTROLLE AUF KORROSION (3/6) Arbeiten, die für die A ufrechterhaltung der Garantie erforderlich sind, sind im Folgenden vermerkt. VIN: ............Durchzuführende Korrosionsreparatur: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: 6.18...
Seite 504 KONTROLLE AUF KORROSION (4/6) Arbeiten, die für die A ufrechterhaltung der Garantie erforderlich sind, sind im Folgenden vermerkt. VIN: ............Durchzuführende Korrosionsreparatur: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: 6.19...
Seite 505 KONTROLLE AUF KORROSION (5/6) Arbeiten, die für die A ufrechterhaltung der Garantie erforderlich sind, sind im Folgenden vermerkt. VIN: ............Durchzuführende Korrosionsreparatur: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: 6.20...
Seite 506 KONTROLLE AUF KORROSION (6/6) Arbeiten, die für die A ufrechterhaltung der Garantie erforderlich sind, sind im Folgenden vermerkt. VIN: ............Durchzuführende Korrosionsreparatur: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: Durchzuführende A rbeiten: Stempel Datum der Instandsetzung: 6.21...
Seite 507 6.22...
Seite 508 STICHWORTVERZEICHNIS (1/4) Pannenhilfe ..............5.25 – 5.26 Ablage hinten..............3.33 – 3.34 Batterie RENAULT Keycard ............5.27 Ablagefach..............Beförderung von Kindern....... Ablagefächer ..........Beleuchtung „Show me home“ ..........ABS ................... Beleuchtung: Abschleppen außen ...
Seite 509 STICHWORTVERZEICHNIS (2/4) Kinder ................ Fahren ....Kinder (Sicherheit) ........... Fahrerplatz (Einstellungen) ............1.20 Kindersicherung..... Fahrstufenwahlhebel A utomatikgetriebe ......Kindersitze ............. Fensterheber ..............Klimaanlage ................. Filter Kontrolle auf Korrosion ...
Seite 510 Fahrzeug außen ............4.13 – 4.14 Menü für die persönlichen Einstellungen des Fahrzeugs ....1.70 Fahrzeug innen ............4.15 – 4.16 Motor RENAULT Keycard Technische Daten ..............6.7 Batterie ..................5.27 Motordaten ..................6.7 Verwendung ...
Seite 511 STICHWORTVERZEICHNIS (4/4) Lampenwechsel ............5.14 – 5.15 Trennnetz ................3.38 – 3.39 Nebelleuchten ................. 5.16 Türen ................Vorne ................5.14 – 5.15 Türen/Gepäckraumhaube..............1.8 Zusatzscheinwerfer ..............5.16 Scheinwerferwaschanlage............. 1.80 Uhr ...
Seite 514 à999103204Rí ï ë ä RENAULT S.A.S. SOCIÉTÉ PAR ACTIONS SIMPLIFIÉE AU CAPITAL DE 533 941 113 €€ / 13-15, QUAI LE GALLO 92100 BOULOGNE-BILLANCOURT R.C.S. NANTERRE 780 129 987 —— SIRET 780 129 987 03591 / TÉL. : 0810 40 50 60...

Renault Scenic Bedienungsanleitung

Dutch

Hoofdstuk 4: Onderhoud

Deutsch

Kapitel 1: Machen Sie sich mit Ihrem Fahrzeug Vertraut

Kapitel 2: Fahren

Kapitel 3: Für Ihr Wohlbefinden

Kapitel 5: Praktische Hinweise

Kapitel 6: Technische Daten

Verfügbare Sprachen

Quicklinks

Kapitel

Verwandte Anleitungen für Renault Scenic

Inhaltszusammenfassung für Renault Scenic