Rijden In Bogen; Bedrijf Op Een Modelbaan Blz - Märklin T 9.3 Series Anleitung

3.1 Aansluiting van de sporen
Om spanningsverlies op de model-
baan te voorkomen moeten de rail-
lassen altijd goed op elkaar aansluiten.
Om de 3 à 5 meter moet de voeding
opnieuw op de rails gezet worden.
Daarbij zijn de aansluitklemmen 5654
aan te raden.
3.2 Berijden van hellingen
In tegenstelling tot het grote voor-
beeld kunnen met een modelbaan
ook grotere hellingen bereden worden.
Normaal moet een helling maximaal
3 procent zijn. In extreme gevallen is
maximaal 5 procent mogelijk, maar
dan moet rekening gehouden worden
met een evenredig verlies aan vermo-
gen. Het begin en het einde van de
helling moeten altijd gerond worden.
Het verschil in de helling tussen twee
tenminste 300 mm lange railstukken
mag maximaal 1 à 1,5 procent
bedragen.
Bedrijf op een modelbaan

3.3 Rijden in bogen

Deze loc rijdt, af fabriek, op railbogen
met een radius van 1020 mm. Voor
het rijden door een boog met een
radius van 600 mm. moet de voorste
koppeling uitgebouwd worden
(Zie pagina 34/35). De meegeleverde
rangeerhandgrepen kunnen bij het
gebruik van een radius van 1020 mm.
gemonteerd worden. De meegeleverde
schroefkoppeling is alleen bedoeld
voor het tentoonstellen als vitrine
model.
Alle wagens van deze treinset hebben
een minimale railradius nodig van
1020 mm.
3
Opmerking:
Hoewel het berijden van gebogen
rails met een radius van 600 mm
technisch geen probleem is, bete-
kend het gebruik van deze scherpe
bogen in de baan een verhoogde slij-
tage aan lokomotieven en wagens.
Tevens moet u rekening houden met
een beperkte modellen keuze. De
scherpe bogen met een radius van
600 mm dienen dan ook alleen in het
sporenplan van u baan opgenomen
te worden als er door plaatsgebrek
geen andere oplossingen mogelijk zijn.
47