Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Vocal Echo, Tap Delay; Chorus, Flange, Phaser, Tremolo, Rotary; Effectcombinaties Chr / Flg / Reverb; Delay / Reverb, Chr / Flg / Delay - IMG STAGE LINE MFX-204 Bedienungsanleitung

Multi-effektgerät
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4

6.3 Vocal Echo, Tap Delay

NL
De MFX-204 biedt twee echo-effecten voor ver-
B
schillende toepassingen:
Vocal Echo: Dit echo-effect is speciaal geschikt
voor stemmen. Er worden echoʼs gegenereerd
waarvan de vertragingstijden in het linker en
rechter stereokanaal verschillend zijn.
Tap Delay: Bij dit klassieke echo-effect kunt u
de echovertragingstijd ofwel via de parameter 1
"Delay" met de regelaar PAR VALUE (7) ofwel
door tippen op de toets FX LOAD / PAR / TAP (8)
vastleggen.
Om de vertragingstijd met de toets FX LOAD /
PAR / TAP vast te leggen en zo echoʼs te gene-
reren die synchroon zijn met het ritme:
1) Drukt u eenmaal op de toets FX LOAD / PAR /
TAP. Op het display verschijnt parameter 1
"Delay".
2) Druk binnen de 10 seconden opnieuw op de
toets en houd deze ingedrukt tot de LED
ervan knippert. Op het display verschijnt nu in
de tweede regel "Delay [TM]:" en de inge-
stelde vertragingstijd in milliseconden.
3) Druk volgens het ritme van de muziek op de
toets FX LOAD / PAR / TAP. De tijdsduur tus-
sen de laatste beide bedieningen bepaalt dan
de vertragingstijd. Deze tijd verschijnt op het
display en wordt aangegeven door de knip-
perende LED boven de toets FX LOAD / PAR /
TAP. De regelaars PAR VALUE en FX
SELECT hebben hierbij geen functie.
4) Voor het selecteren van andere parameters
of andere effecten houdt u de toets FX LOAD /
PAR / TAP ingedrukt tot de LED ervan niet
meer knippert.
Opmerking: De maximaal regelbare vertragingstijd be -
draagt in stereobedrijf 0,8 seconden en bij monobedrijf
1,27 seconden. De bedrijfsmodus kan met de parameter
15 "Mode" worden ingesteld.
6.4 Chorus, Flange, Phaser,
Tremolo, Rotary
Bij deze effecten gaat het om modulatie-effec-
ten, d.w.z. het ingangssignaal wordt b.v. in de
toonhoogte periodiek gewijzigd en aan het ge -
wijzigde ingangssignaal toegevoegd. Naarge-
lang de aard van de wijziging ontstaan verschil-
lende effecten.
Chorus: Dit effect moet een instrument of een
stem "breder" doen klinken. Daartoe wordt een
deel van het ingangssignaal tijdelijk vertraagd
(ca. 30 ms), in toonhoogte continu lichtjes gewij-
zigd (Vibrato) en aan een deel van het onveran-
derde ingangssignaal toegevoegd.
Flange: Het Flanger-effect ontstond de eerste
keer toen men hetzelfde muziekfragment op
twee bandrecorders synchroon afspeelde en de
uitgangssignalen van de apparaten mengde.
Omdat de apparaten volgens tolerantiewaarden
niet exact gelijk liepen, ontstond er tussen de
signalen een toenemend tijdsverschil. Bij het
mengen van de geluidsbandsignalen werden zo
verschillende frequenties gewist die omwille van
de
synchronisatieschommelingen
geluidsfrequentiespectrum liepen. Wat de klank
betreft, ontstaat de indruk dat een straaljager
door de muziek vliegt. Door het afremmen van
een geluidsbandspoel (Eng.: "flange") kon dit
effect gericht worden beïnvloed.
Phaser: De klankvervreemding die typisch is
foor de phaser, ontstaat door een deel van het
ingangssignaal in de fase te verschuiven en met
een deel van het ongewijzigde ingangssignaal te
mengen. Het effect wordt hoofdzakelijk bij gita-
ren, elektrische pianoʼs en keyboards gebruikt.
38
Tremolo: Een tremolo ontstaat, wanneer het
geluidsvolume van een signaal periodiek vari-
eert. Het effect leent zich goed voor gitaar, bas-
gitaar en keyboard.
Rotary: Dit effect simuleert draaiende luidspre-
kers (Leslie-effect). Populair werd dit effect tij-
dens de hoogdagen van de hammondorgels
waarvoor het toen hoofdzakelijk werd gebruikt.
Tegenwoordig wordt het ook graag door gitaris-
ten gebruikt.
Het gesimuleerde draaien van de beide luid-
sprekers (bas- en hoornluidspreker) kan met de
toets BYPASS / ENTER (10) of een op de jack
BYPASS / ENTER (17) aangesloten voetdruk-
knop worden gestopt (displaybericht "Stop") en
opnieuw worden gestart (displaybericht "Go").
De draaisnelheid kan bij overeenkomstige instel-
ling (
hoofdstuk 7, Parameters "Switch") met
de toets FX LOAD/ PAR / TAP (8) of met een op
de jack FX LOAD/ PAR / TAP (18) aangesloten
voetdrukknop tussen langzaam en snel worden
omgeschakeld.
Bijzonder bij de MFX-204 is dat u bij dit
effect de parameters voor de bas- en de hoorn-
luidspreker afzonderlijk kunt instellen.

6.5 Effectcombinaties Chr / Flg / Reverb,

Delay / Reverb, Chr / Flg / Delay

Chr /Flg / Reverb: De effecten Chorus, Flange en
Reverb Room zijn tegelijk ingeschakeld.
Delay / Reverb: De effecten Delay en Reverb
Hall zijn tegelijk ingeschakeld.
Chr /Flg / Delay: De effecten Chorus, Flange en
Delay zijn tegelijk ingeschakeld.

6.6 Pitch Shifter

Het ingangssignaal wordt in toonhoogte ver-
schoven. De maximale verschuiving bedraagt
12 halvetoonstappen (= 1 octaaf) en kan in
1
-halvetoonstappen worden ingesteld. Als enkel
3
het signaal mag gehoord worden dat in toon-
hoogte werd verschoven, zet u de regelaar
DIRECT (3) in de stand "0". Zo kan b.v. een stem
sterk worden vervreemd.

7 Regelbare effectparameters

De effectparameters worden hierna alfabetisch
opgesomd. Daarbij wordt de schrijfwijze aange-
houden zoals deze op het display verschijnt en
in de tabel op pagina 3 wordt gebruikt.
Attack – Bij het effect GATE REVERB, Ope-
ningstijd van de gate voor de nagalm
De nagalm wordt bij onderschrijden van een
instelbare drempelwaarde (
sneden. Als het volgende nagalmsignaal de
ingestelde drempelwaarde overschrijdt, gaat de
gate opnieuw open.
Chorus – Bij het effect PITCH SHIFTER, Aan-
deel van het in toonhoogte verschoven signaal
dat terug naar de effectengeneratoringang wordt
gestuurd en in een signaallus steeds opnieuw
wordt verschoven
Chorus Vol – Geluidsvolume van het Chorus-
door
het
effectsignaal
Met deze parameter kan de volumeverhouding
met andere effecten worden vastgelegd.
Chr / Flg Depth – Sterkte van de modulatie voor
het Chorus- en Flange-effect bij de effectcombi-
naties CHR / FLG REVERB en CHR / FLG DELAY
Chr / Flg HPF – Grensfrequentie van het hoog-
doorlaatfilter voor de effectcombinaties CHR / FLG
REVERB en CHR / FLG DELAY: frequentie vanaf
welke de effectsignalen worden doorgelaten
(demping lage tonen)
Chr / Flg LPF – Grensfrequentie van het laag-
doorlaatfilter voor de effectcombinaties CHR /
FLG REVERB en CHR / FLG DELAY: frequentie
tot welke de effectsignalen worden doorgelaten
(demping hoge tonen)
Chr / Flg Rate – Instelling van de Chorus- en
Flange-effectsnelheid bij de combinaties CHR /
FLG REVERB en CHR / FLG DELAY
Chr / Flg Vol – Geluidsvolume van het Chorus-
en Flange-signaal bij de combinaties CHR / FLG
REVERB en CHR / FLG DELAY
Cyl Depth – Modulatiesterkte bij de simulatie
van de roterende basluidspreker
(effect ROTARY)
Cyl Feedback – Aandeel van het basluidspre-
ker-effectsignaal dat naar de ingang van de
effectengenerator wordt teruggekoppeld
Met deze parameter wordt de intensiteit van het
effect voor de basluidspreker beïnvloed.
Cyl HighSpeed – Draaisnelheid voor de simula-
tie van de roterende basluidspreker bij de instel-
ling "Fast" (snel)
Cyl Level – Geluidsvolume van de basluidspre-
ker bij het effect ROTARY
Cyl LowSpeed – Draaisnelheid voor de simula-
tie van de roterende basluidspreker bij de instel-
ling "Slow" (langzaam)
Cyl LPF – Grensfrequentie van het laagdoor-
laatfilter voor de simulatie van de roterende bas-
luidspreker: Frequentie tot welke het signaal
wordt doorgelaten (demping hoge tonen)
Cyl PEQ F – Middenfrequentie van het piekfilter
dat een frequentiebereik voor de simulatie van
de roterende basluidspreker versterkt of dempt
Cyl PEQ G – Versterking of demping (Gain) van
het ingestelde frequentiebereik door een piekfil-
ter bij de simulatie van de roterende basluid-
spreker
Cyl PEQ Q – Bandbreedte van het piekfilter voor
de simulatie van de roterende basluidspreker;
bereik: 0,05 – 3 octaven in
betrekking tot de middenfrequentie Cyl PEQ F
Decay – Nagalmtijd
Delay – Echovertragingstijd
Bij het effect TAP DELAY kan de vertragingstijd
ook door tippen op de toets FX LOAD/ PAR / TAP
worden bepaald, om zo echoʼs te genereren die
synchroon zijn met het ritme(
Delay Decay – Aantal echoʼs bij de effectcombi-
naties DELAY REVERB en CHR / FLG DELAY
Delay HPF – Grensfrequentie van het hoog-
Threshold) afge-
doorlaatfilter voor het echosignaal: frequentie
vanaf welke het echosignaal wordt doorgelaten
(demping lage tonen)
Delay LPF – Grensfrequentie van het laagdoor-
laatfilter voor het echosignaal: Frequentie tot
welke het echosignaal wordt doorgelaten
(demping hoge tonen)
Delay Time – Echovertragingstijd bij de effect-
combinaties CHR / FLG DELAY en DELAY
REVERB
Delay Vol – Geluidsvolume van het echosignaal
bij de effectcombinaties DELAY REVERB en
CHR / FLG DELAY
Density – Reflectiedichtheid: afstand in tijd tus-
sen de reflecties in het nagalmsignaal
Depth – Modulatiesterkte bij de effecten
CHORUS, FLANGE, PHASER en TREMOLO
Displacement – Bij het effect VOCAL ECHO,
Afwijking van de echotijd tussen het linker en
rechter kanaal
1
-octaafstappen met
3
hoofdstuk 6.3).

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis