Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Onderhoud - Reely ROAD Devastator R32 Bedienungsanleitung

1:8 gp truggy 4wd rtr
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen



10. Onderhoud

Een goede auto moet regelmatig door de klantendienst worden gecontroleerd. Ook bij uw model is het nodig om regelmatig te controleren of de schroeven
stevig vast zitten en of beginnende schade werd hersteld. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
Er moeten regelmatig onderhoudswerkzaamheden en functiecontroles gedaan worden. Deze zorgen voor een stoorvrije werking en lange rijprestaties.
Door de trillingen van de motor en schokken tijdens het rijden kunnen er onderdelen en schroefkoppelingen losraken.
Controleert u dus voor en na ELKE rit alle schroeven en spant u ze ev. aan.
Controleer daarom vóór elk gebruik:
• of de wielmoeren en alle schroefverbindingen nog stevig vastzitten;
• als u de schroeven opnieuw plaatst, moet u deze met borglak beschermen
• of de servostuurhevel stevig op de servoas zit
• de plaats en toestand van de brandstofslangen en de luchtfilter
• Controleer vóór elk gebruik of de slangverbindingen en het deksel van de tank dicht zijn.
• De installatie van de kabels.
• Controleer ook de laadtoestand van de zender- en ontvangeraccu´s
Reiniging
Het model werd ontworpen voor de inzet op het terrein en is vaak heel vuil. Regelmatig reinigen behoudt de functie van het model.
• Verwijder na het rijden stof en vuil van het volledige voertuig. Gebruik bv. perslucht en/of een speciale gasreiniger. Gebruik geen hogedrukreiniger!
• Over het algemeen is het bij een reinigingsbeurt dringend nodig dat de luchtfilter en de batterij- en ontvangerbox vb. met een plastic zak waterdicht worden
afgesloten of dat de accu en ontvanger worden verwijderd. Bovendien raden wij aan het model na een wasbeurt met perslucht te drogen.
• Let vooral op de lagers. Verwijder af en toe de wielen en verwijder stof en vuil van de kogellagers.
• Na de reiniging moeten de onderdelen die bewegen opnieuw gesmeerd worden.
• Verwijder na het smeren van de lagers de eruit lopende olie of het vet omdat zich hier bijzonder goed stof kan vastzetten.
• Reinig ook de koelribben van de cilinder regelmatig met een tandenborstel om een optimale warmteafvoer te waarborgen.
Remmen
De remvoeringen resp. de remschijven verslijten mettertijd. Hierdoor vermindert het remeffect omdat de maximale remdruk op de dikte van nieuwe voeringen en
remschijven ingesteld werd.
Wanneer u een falen van de remwerking opmerkt, controleert u de kracht van de remschijven en corrigeert u eventueel de positie van de stelringen aan de
remstuurstang.
Smeren
Alle bewegende en gelagerde delen moeten na elke reiniging en na elk gebruik met dunvloeibare smeerolie of spuitvet gesmeerd worden.
Brandstofsysteem en motor
• Er mogen geen verontreinigingen in de tank of de carburator en in geen geval in de motor terechtkomen. Dergelijke verontreinigingen kunnen storingen van
de verbranding bij volgas of een slecht stationair draaien tot gevolg hebben. In het slechtste geval veroorzaakt een vuiltje tussen glijlagerbus en zuiger het
blokkeren van de zuiger.
Monteer veiligheidshalve een brandstoffilter tussen de tank en de carburator om eventuele zwevende deeltjes uit de brandstof te filteren.
• Gebruik steeds verse brandstof en houd het deksel van de tank goed gesloten. Modelbrandstof absorbeert mettertijd vochtigheid uit de lucht. Deze vochtig-
heid vermindert de prestaties van de brandstof en kan fouten bij het draaien van de motor en corrosie in de motor tot gevolg hebben.
• Ledig de tank als u het model meerdere dagen niet zult gebruiken. De vluchtige bestanddelen van de brandstof (nitromethaan en methanol) verdampen en
laten olie achter die zich kan afzetten, het mengsel kan verrijken en de leidingen kan verstoppen.
• Als u het rijden voor een dag stopzet, moet u de gloeikaars losschroeven en enkele druppels motorolie "After Run" (dunvloeibare smeerolie) in de cilinder
doen. Plaats de gloeiplug weer en draai het modelvoertuig enkele keren ondersteboven en heen en weer zodat de olie zich in de verbrandingsruimte kan
verspreiden. Op deze wijze wordt corrosie voorkomen.
• Bij langere rijpauzes (bv. voor de "overwintering") moet u 2 - 3 druppels conserveringsolie (toebehoren) in de cilinder doen.
• Fixeer de brandstofslangen aan de aansluitnippels met dunne kabelbinders of speciale slangklemmen (toebehoren). De olie in de brandstof kan anders
ervoor zorgen dat de slangen wegglijden.
112

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis