Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

b) Windsensor

A
• Los de inbusschroeven van de opnemer (zie "A"), en draai hem enkele omwentelingen in tegenuurwerkwijzerzin.
• Steek de opnemer op de metalen as (zie "B").
Let er hierbij op, dat de 3 halfkogelvormige elementen niet beschadigd raken of zelf afgebroken - de
garantie vervalt!
• Bevestig de opnemer op de as, daar de inbusschroef vast te draaien (zie "C").
• Verwijder het deksel van het batterijvak (26), door de 4 schroeven (25) te verwijderen.
• Plaats twee batterijen van het type AA/mignon in het batterijvak (31). Houd rekening met de juiste polariteit
(plus/+ en min/-).
Opdat het hoofdstation de juiste windrichting zou aangeven, die door de windvaan
wordt gemeten, moet de punt van de windvaan precies naar het noorden worden
gericht. Aansluitend moet op de "SET"-toets (30) worden gedrukt, die naast het
batterijvak van de windsensor staat (zie de pijl op de afbeelding rechts).
Dit uitlijnen moet na elk vervangen van de batterijen bij de windsensor opnieuw
worden uitgevoerd.
• Plaats het deksel (26) weer op de het batterijvak en schroef dit vast.
• De plaats van opstelling van de windsensor moet zo worden gekozen, dat ze niet te dicht bij muren of gebouwen
is, omdat het anders tot foutieve metingen komt. De wind heeft in de buurt van gebouwen in de regel een hogere
snelheid dan op een vrij oppervlak, terwijl uiteraard de windrichting niet klopt.
We adviseren een minimale afstand van 3-5m tot gebouwen of bomen.
Met 4 bevestigingsschroeven (27) kan de windsensor bijv. tegen een verticale muur worden vastgeschroefd. Met
een geschikte houder is ook de montage aan een mast mogelijk (de achterzijde van de behuizing is afgerond).
154
B
C

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis