Uitvoeren Van Metingen - Conrad F 110 Bedienungsanleitung

de batterijclip en vervang de batterij door een nieuwe van het-
zelfde type (alkaline).
Nadat de batterij vervangen is legt u de aangesloten batterij in
het batterijvak en sluit u de behuizing weer zorgvuldig in omge-
keerde volgorde. Let er bij het sluiten van het batterijvak op, dat
de snoeren van de batterijclip (rood/zwart) niet geplet worden.
Als de meter gedurende langere tijd niet meer gebruikt wordt
(meer dan 60 dagen), moet u de batterij er uithalen en apart
bewaren.
Let op!
Gebruik het apparaat in geen geval in geopende toestand!
Levensgevaarlijk!
Laat een verbruikte batterij niet in de meter zitten, omdat zelfs
tegen uitlopen beschermde batterijen kunnen corroderen, waar-
door chemicaliën vrij kunnen komen, die schadelijk kunnen zijn
voor uw gezondheid resp. het batterijvak beschadigen.
Gebruikte batterijen zijn klein chemisch afval en moeten milieu-
vriendelijk verwijderd worden (inzamelplaatsen in winkels e.d.).
4.2 Ingebruikname, basisinstellingen
Schakel uw tangamperemeter in op de gewenste meting door
het draaien van de draaischakelaar. Aangezien het apparaat
geen automatische uitschakeling bezit (Auto Power Off) moet
het na beëindiging van een meting op „OFF" geschakeld worden,
om de batterij niet onnodig leeg te laten raken.

5. Uitvoeren van metingen

5.1 Algemeen
Bij de stroom- en spanningsmeting kan de extra funktie „Peak
Hold" in- of uitgeschakeld worden door de gelijknamige toets te
gebruiken. In ingeschakelde toestand verschijnt het symbool
62
„HOLD" links boven op het display. Bij deze extra funktie wordt
automatisch de hoogst optredende meetwaarde vastgehouden.
Deze funktie is b.v. geschikt om aanloopstromen van elektrische
machines te meten of in schakelingen spanningsverhogingen
vast te houden. De „bevroren" meetwaarde blijft zo lang op het
display zichtbaar tot u de funktie uitschakelt.
Let op!
Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes
max. 600 AAC . Daarbij mag de spanning in geen geval groter
rms
zijn dan 600 VAC (rms = effektief)! De frequentie van de wissel-
rms
grootte mag in geen geval de 400 Hz overschrijden! Raak geen
schakelingen of schakelingsonderdelen aan, als daar hogere
spanningen dan 25 VAC
rms
lijk!!!
5.2 Stroommeting
Voor het meten van wisselstromen handelt u als volgt (let beslist
op de navolgende afbeeldingen). In de „tangkop" bevindt zich
een pijlmarkering, die symbolisch de stroomrichting aangeeft.
a) Schakel de tangamperemeter in.
b) Open de stroomtang met de tangopeningshandel. Omsluit
bij de wisselstroommeting een geïsoleerde leiding in een
eenfasig systeem of meerdere geïsoleerde leidingen van een
meerfasig systeem.
Let op!
Iets onder de tangopening bevindt zich een handbescherming,
een kunststofverdikking. Grijp tijdens de meting/bij het omslui-
ten van de leiding of van de stroomrails nooit boven deze hand-
bescherming - LEVENSGEVAARLIJK!
of 35 VDC op staan! Levensgevaar-
63