Conrad F 110 Bedienungsanleitung Seite 34

5.4 Weerstandsmeting en doorgangstest
LET OP!
OVERTUIG U ERVAN, DAT ALLE TE METEN (ONDERDELEN VAN)
SCHAKELINGEN EN COMPONENTEN ALSMEDE ANDERE MEET-
OBJEKTEN BESLIST SPANNINGSLOOS ZIJN!
Met deze funktie kunnen spanningloze leidingen, zekeringen,
schakelingen enz. akoestisch getest worden op doorgang. Voor
deze meting handelt u als volgt:
a) Let beslist op punt 5.3.1 van deze handleiding (aansluiting
van de meetsnoeren). Zet de meetfunkieschakelaar op positie
200 Ω". Handmatige bereikskeuze is niet mogelijk.
b) Aansluitend verbindt u de meetpunten met het meetobjekt.
Bij een doorgangsweerstand kleiner dan 15 Ω klinkt een
akoestisch signaal. Met de doorgangstest kunnen leidings-
weerstanden van spanningsloze leidingen tot max. 200 Ω
gekontroleerd/ gemeten worden. De weerstandswaarde die
aangeduid wordt heeft steeds betrekking op het meettrajekt
(schakeling, onderdelen) dat zich tussen de meetpunten
bevindt. Het kan daardoor voorkomen dat u aan een in een
schakeling ingebouwde weerstand niet de weerstandswaar-
de meet die overeenkomt met de kleurcode (gekleurde rin-
gen) van deze weerstand.
Let op!
Als ingebouwde weerstanden in schakelingen gemeten worden,
waarin zich Si-transistoren/diodes bevinden, dan is de testspanning
van het 200-Ω-bereik voldoende om deze halfgeleiders door te
sturen. Daardoor kunnen de meetwaarden vervalst worden.
De weerstand van de meetsnoeren is normaal gesproken te ver-
waarlozen klein (ca. 0,1 tot 0,2 Ω). Maar deze lage waarde kan
in het 200-Ω-meetbereik toch al tot onnauwkeurigheden leiden.
66
Als u een weerstandsmeting doet, moet u er op letten dat de
meetpunten, die u aanraakt met de meetpunten van de meter,
vrij zijn van vuil, olie, soldeerlak o.d. Zulke omstandigheden kun-
nen de meetwaarden vervalsen.
Zodra er „OL" op het display verschijnt, hebt u het meetbereik
overschreden, resp. het meettrajekt is onderbroken.
Let op!
Meet geen geladen kondensatoren, omdat anders door een
mogelijke ontlading uw meter kapot kan gaan.
meetsnoer
5.5 Frequentiemeting
Om de frequentie van een wisselspanning te kunnen meten (b.v.
uit een signaalgenerator), handelt u als volgt:
Parallelaansluiting
Rode
Zwarte meetsnoer
67