Uitvoeren Van Metingen - Conrad 4092 Bedienungsanleitung

Verbruikte batterijen zijn klein chemisch afval en moeten
milieuvriendelijk verwijderd worden (inzamelplaatsen in winkels
e.d.).
4.2 Aansluiten van de meetsnoeren
Gebruik voor uw metingen steeds alleen maar de meegeleverde
meetsnoeren. Let voor iedere meting op de toestand van de
aansluitstekker resp. meetklemmen alsmede op beschadigde
isolatie.
Let op!
Overschrijd nooit de maximale invoergroottes, omdat dat onder
ongunstige omstandigheden voor u levensgevaarlijk kan zijn!
4.3 Opstelling van de meter (in schuine stand)
De meter heeft aan de achterzijde van de behuizing een uit-
klapbare steun. Daarmee kunt u de meter in een schuine positie
brengen, hetgeen het aflezen vergemakkelijkt.
4.4 Ingebruikneming
4.4.1 Basisinstellingen
Om een funktie te kiezen, draait u de werkingssoort-schakelaar in
de gewenste positie. Daardoor wordt het apparaat ingeschakeld.
Voor het uitschakelen van de meter stelt u de meetbereik-
schakelaar in de positie „OFF".
4.4.2 Toetsfunkties
a) MAX-HOLD
Druk op deze schakelaar, om steeds de hoogste meetwaarde
vast te houden en te tonen; druk nogmaals op de toets MAX-
HOLD om de MAX-funktie weer te verlaten.
b) DATA-HOLD
Druk op deze schakelaar, om de huidige meetwaarde vast te
houden en te tonen; druk opnieuw op de toets DATA-HOLD
om deze funktie weer te verlaten.
56
4.3 Bus-aansluitingen
Alle meetbussen en sokkels zijn door kleuren gekenmerkt. Rood
of „+" betekent positieve polariteit, geel of „-" betekent
negatieve polariteit. De beide linker bussen kunnen alleen
gebruikt worden voor het meten van dioden (halfgeleiders) en
weerstanden. De beide rechter bussen en de meetsokkel mogen
alleen gebruikt worden voor het meten van kondensatoren
(capaciteit) en spoelen (inductiviteit).
Let op!
Let vooral bij dioden en unipolaire kondensatoren (elko's) op de
polariteit.

5. Uitvoeren van metingen

5.1 Capaciteitsmetingen (C)
Voor het meten van capaciteiten handelt u als volgt:
1. Verbind de meegeleverde meetsnoeren met de meter: het
rode meetsnoer met de „+"-bus (rood) en het zwarte
meetsnoer met de „-"-bus (geel) en schakel het apparaat in
(via de draaischakelaar).
2. Ontlaad iedere kondensator, voordat u deze met de meter
verbindt.
Let op!
Bij het kortsluiten van kondensatoren kunnen energierijke
ontladingen plaatsvinden. Voorzichtig! Levensgevaarlijk! Raak
nooit de aansluitingen aan bij kondensatoren met spanningen
> 35 VDC resp. 25 VAC. Voorzichtig in ruimtes waarin zich stof,
brandbare gassen, dampen of vloeistoffen (kunnen) bevinden
==>Gevaar voor explosies!
Doe geen metingen aan kondensatoren, die in schakelin-
gen/delen van schakelingen ingebouwd zijn.
3. Stel de meetfunktieschakelaar in op het gewenste bereik.
57