Gebruik Van De Meter - Conrad F 110 Bedienungsanleitung

geval de meter vast boven deze handbescherming. Let op!
Levensgevaar bij het aanraken van elektrische leidingen!
4. „Peak Hold"-toets = vasthouden van een piekwaarde (peak =
piek). Deze extra funktie kan bij wisselstroom- en wissel-
spanningsmetingen ingeschakeld worden, bij de overige
funkties niet.
5. Tangopeningshandel voor het openen en sluiten van de
stroomtang.
6. Meetbereikschakelaar, enerzijds om de meter in- of uit te
schakelen (OFF), anderzijds voor het instellen van de volgen-
de meetfunkties:
200 A 200-A-AC stroommeetbereik (geen Auto-Range =
automatische bereikskeuze = AR)
600 A 600-A-AC stroommeetbereik, zonder AR
200 V 200-V-AC spanningsmeetbereik, zonder AR
600 V 600-V-AC spanningsmeetbereik, zonder AR
200 Ω 200-Ohm-weerstandsmeetbereik, zonder AR
akoestische doorgangstest, akoestisch signaal bij
doorgangsweerstanden kleiner dan 15 Ω
kHz 1,999-kHz-frequentiemeetbereik, zonder AR
7. Schakelaar-positie „OFF": de meter is in deze schakelaar-
positie uitgeschakeld
1
8. 3- / -cijferig LC-display (aanduiding met vloeibare kristallen).
2
Aanduiding max. 1999
9. COM-bus of „-" = min-aansluiting voor het zwarte meetsno-
er (Common = massa)
10. Waarschuwing: MAX 600 V: de spanning tegen aarde mag in
geen geval 600 V overschrijden
11. VΩHz-bus of „+" = plus-aansluiting voor het rode meetsnoer
(alle metingen behalve stroom)
60
Verklaring van de display-symbolen
Afbeelding zie uitklappagina
12. „Peak Hold". Verschijnt na het indrukken van de (gele)
„HOLD"-toets.
13. „AC". AC staat voor wisselstroom of -spanning.
14. „-". Polariteitsaanduiding. Een „-" voor de meetwaarde
betekent negatieve polariteit. Geen „-" voor de meetwaarde
betekent positieve polariteit.
15. Zoemer. Een piezo-schijfje binnen in de behuizing geeft
akoestische signalen, zodra bij de doorgangstest de door-
gangsweerstand 15 Ω of minder bedraagt.
16. „BAT". Als dit symbool verschijnt, wordt het tijd de batterijen
te vervangen.
Afbeelding zie uitklappagina
17. „1...". „1" staat voor Overflow, wat ongeveer betekent over-
loop.

4. Gebruik van de meter

4.1 Inleggen van de batterij - vervangen van batterijen
Opdat de meter zonder problemen funktioneert, moet deze
voorzien worden van een 9-V blokbatterij. Als het batterij-ver-
vangingssymbool op het display verschijnt, moet u de batterij
vervangen. Hiertoe handelt u als volgt:
Maak uw meter los van het meetcircuit (stroomrails, aparte lei-
ding, leidingsysteem enz.), schakel hem uit en draai met een
geschikte kruiskopschroevendraaier de bevestigingsschroef van
het batterijvakdeksel aan de achterzijde van het apparaat los. Til
nu het deksel voorzichtig op. Maak de verbruikte batterij los van
61