Conrad F 110 Bedienungsanleitung Seite 28

Betriebsart Meßbereich Genauigkeit Auflösung Frequenzbereich
±(1,5%+5dgts)
Wechsel- 200 A
±(2,0%+5dgts)
strom 600 A
±(1,0%+3dgts)
Wechsel- 400 V
±(1,2%+5dgts)
spannung 600 V
±(1,0%+5dgts)
Frequenz 2 kHz
Die Toleranzangabe gilt nur bis 1,2 kHz
Widerstand 200 Ω ±(1,0%+5dgts)
Spannung am offenen Meßkreis ca. 1,2 VDC
Durchgangsprüfung 200 Ω:
7.3 Maximale Eingangsgrößen
Funktion Bereich
ACA 200 A
600 A
Bei der Strommessung darf die vorhandene Spannung 600 VACrms
auf keinen Fall überschreiten.
ACV max. 600 VAC in allen Bereichen
rms
Widerstand . . . . . . . . . . . . .: Überlastschutz 600 VAC
Durchgangsprüfer . . . . . . . .: Überlastschutz 600 VAC
Frequenzmessung . . . . . . . .: Überlastschutz 600 VAC
54
100 mA 45 Hz - 400 Hz
1 A 45 Hz - 400 Hz
100 mV 45 Hz - 400 Hz
1 V 45 Hz - 400 Hz
1 Hz
0,1 Ω
akustisches Signal bei R kleiner als 15 Ω
Ablesung Max.
MIN MAX Eingangsgrößen
0,1 A 199,9 A 200 Arms
1 A 600 A 600 Arms
rms
rms
rms
Tangamperemeter F 110
NL
Deze meter is bedoeld voor:
• Meten, omvormen (Hall-effectsensor) en weergeven van wissel-
stromen tot max. 600 A
rms
• Meten van wiselspanningen tot max. 600 VAC
• Meten van weerstanden tot max. 199 Ω en doorgangstest
• Meten van frequenties tot max. 2 kHz
• Ander gebruik dan hierboven aangegeven is niet toegestaan
• Werking/gebruik in vochtige, natte, explosieve omgeving resp.
tijdens een onweer is niet toegestaan. Let a.u.b. beslist op de
aanwijzingen betreffende de veiligheid!
Let op! Beslist lezen!
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvulig door. Bij schades die
ontstaan door het niet in achtnemen hiervan vervalt de aan-
spraak op garantie. Wij zijn niet verantwoordelijk voor schades
die hiervan het gevolg zijn.
Inhoudsopgave
1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
2. Aanwijzingen betreffende de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . .56
3. Beschrijving van de bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . .59
4. Gebruik van de meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
5. Uitvoeren van metingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
6. Onderhoud en calibrering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
7. Technische gegevens en meettoleranties . . . . . . . . . . . . . . .69
rms
Pagina
55