Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Met De Hand In Te Stellen Correcties Op De Flitsbelichting; Aanduiding Van Flitsparaatheid; Automatisch Instellen Van De Flitssynchronisatietijd - Metz MECABLITZ 58 AF-1 Sony Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MECABLITZ 58 AF-1 Sony:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

10.5 Met de hand in te stellen correcties op de flitsbelichting

De belichtingsautomaat van de flitser en van de meeste camera's is afgestemd op
een reflectiegraad van 25% (gemiddelde reflectiegraad van flitsonderwerpen).
Een donkere achtergrond die veel licht absorbeert of een lichte achtergrond (bijv.
bij tegenlichtopnamen) of een die sterk reflecteert kan tot over- c.q. onderbelich-
ting van het onderwerp leiden.
Om bovengenoemd effect te compenseren kan de flitsbelichting met de hand via
een correctiewaarde aan het onderwerp worden aangepast. De hoogte van deze
correctiewaarde hangt af van het contrast tussen onderwerp en achtergrond!
Op de flitser kunnen, in de automatisch flitsenfunctie A met de hand correctie-
waarden op de flitsbelichting worden ingesteld van –3 EV (diafragmastops) tot
+3 EV ( diafragmastops) in stappen van 1/3 stop.
Veel camera's hebben een instelmogelijkheden voor de belichtingscorrecties, die
ook bij de TTL-flitsfunctie te gebruiken zijn.
Donker onderwerp tegen een lichte achtergrond:
Positieve correctiewaarde (ongeveer -1 tot +2 diafragmawaarden EV).
Licht onderwerp tegen een donkere achtergrond:
Negatieve correctiewaarde (ongeveer -1 tot -2 diafragmawaarden EV).
Bij het instellen van een correctiewaarde kan de aanduiding van de reikwijdte in
het display van de flitser veranderen en aan de correctiewaarden worden aan-
gepast (afhankelijk van het type camera). Instelling: zie 6.4.
In de TTL-flitsfuncties moet de camera het instellen van een correctie op de
flitsbelichting ondersteunen. Het instellen ervan vindt plaats op de camera
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
80

11 Aanduiding van flitsparaatheid

Zodra de flitscondensator opgeladen is, licht op de flitser de aanduiding van flit-
sparaatheid
) op en geeft daarmee aan, dat de flitser gereed is. Dat bete-
kent, dat bij de volgende opname flitslicht kan worden gebruikt. Het signaal van
de flitsparaatheid wordt naar de camera overgebracht en zorgt in de zoeker
daarvan voor de overeenkomstige aanduiding.
Wordt een opname gemaakt voordat in de zoeker van de camera de aandui-
ding van flitsparaatheid oplicht, wordt er geen flits ontstoken en kan de opname
wellicht verkeerd worden belicht, als de camera reeds naar de flitssynchronisa-
tietijd (zie 12) is omgeschakeld.
De in de flitser ingebouwde meerzone AF-meetflits
alleen bij aangegeven flitsparaatheid geactiveerd worden (zie 17)

12 Automatisch instellen van de flitssynchronisatietijd

Afhankelijk van het type camera en de erop ingestelde camerafunctie wordt de
ingestelde belichtingstijd bij het bereiken van de flitsparaatheid omgeschakeld
naar de flitssynchronisatietijd.
Verschillende camera's beschikken over een synchronisatiebereik, bijv. 1/30 s.
tot 1.125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van uw camera). Welke synchronisatie-
tijd de camera dan aanstuurt hangt van de helderheid van de omgeving en de
brandpuntsafstand van het gebruikte objectief af.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen, afhankelijk van
de camerafunctie en gekozen synchronisatie (zie ook de gebruiksaanwijzing
van uw camera en 17) worden toegepast.
Bij camera's met een centraalsluiter (zie de gebruiksaanwijzing van uw
camera) en bij de HSS-synchronisatie bij korte belichtingstijden (zie 15.4)
vindt geen automatische omschakeling naar de flitssynchronisatie plaats.
Daardoor kan er met alle belichtingstijden geflitst worden. Als u echter
het volle vermogen van de flitser nodig heeft, gebruik dan geen kortere
belichtingstijd dan 1/125 s.
kan door AF–camera's

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis