Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Indirect Flitsen Met Een Reflectiekaart; Dichtbijopnamen / Macro-Opnamen; Flitssynchronisatie; Automatische Sturing Naar De Flitssynchronisatietijd - Metz MECABLITZ 50 AF-1 digital Sony Bedienungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MECABLITZ 50 AF-1 digital Sony:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1

10.2 Indirect flitsen met een reflectiekaart

Door indirect te flitsen met de ingebouwde reflectiekaart
spitslichtjes in de ogen worden verkregen:
• Zwenk de reflectorkop 90° naar boven.
• Trek de reflectiekaart
fusor boven uit de
reflectorkop naar voren.
• Houd de reflectiekaart
thoekdiffusor

10.3 Dichtbijopnamen / macro-opnamen

In het dichtbijbereik en bij macro-opnamen kan door het parallaxverschil tussen
flitser en objectief onderaan het beeld een schaduwrand ontstaan. Om dit tegen
te gaan kan de hoofdreflector
met een hoek van -7° naar beneden worden
gezwenkt werden. Druk daarvoor op de ontgrendelknop
hoofdreflector
naar beneden.
Bij opnamen in het dichtbijbereik moet u er op letten bepaalde minimumafstan-
den aan te houden om overbelichting te vermijden.
De minimale flitsafstand bedraagt ong. 10% van de in het display aan-
gegeven reikwijdte. Als de reflectorkop naar beneden gezwenkt is
knippert als aanwijzing daarvoor de aanduiding van de reikwijdte.
Let er op dat bij dichtbijopnamen het flitslicht niet door het objectief
afgeschaduwd wordt!
kunnen bij personen
samen met de groothoekdif-
vast en schuif de groo-
terug in de reflectorkop.
en zwenk de

11 Flitssynchronisatie

11.1 Automatische sturing naar de flitssynchronisatietijd

Afhankelijk van de camera en de daarop ingestelde camerafunctie wordt,
zodra de flitser opgeladen is de belichtingstijd omgeschakeld naar de flits-
synchronisatietijd (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Kortere tijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen niet worden ingesteld, c.q.
worden naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Sommige camera's
hebben een synchronisatiebereik van bijv. 1/60 s. tot 1/250 s.
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera). Welke synchronisatietijd de
camera dan instelt hangt af van de er op ingestelde functie, van de helderheid
van de omgeving en van de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen, afhankelijk van
de camerafunctie en gekozen flitssynchronisatie (zie 11.3 en 11.4) wel worden
gebruikt..
Bij camera's met een centraalsluiter is er geen flitssynchronisatietijd en
bij de synchronisatie op korte belichtingstijden (zie 8.5) wordt niet auto-
matisch naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. In die gevallen kan
met alle belichtingstijden worden geflitst. Als u de volle energie van de
flitser nodig heeft kunt u beter geen kortere tijd dan 1/125 s. kiezen.
69

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis