Metz MECABLITZ 45 CL-4 Bedienungsanleitung Seite 9

flash, il ne partira pas d'éclair lorsque l'on appuiera sur le
déclencheur de l'appareil. La prise de vue sera effectuée
à la lumière ambiante, ce qui évitera la surexposition.
Synchronisation flash sur le
II s'agit de deux possibilités de déclenchement de
l'éclair
:
directement après l'ouverture du premier rideau ou
-
juste avant la fermeture du deuxième rideau.
Le mode de synchronisation voulu sera présélectionné
sur l'adaptateur SCA considéré. La synchronisation sur
le second rideau présente surtout de l'intérêt pour les
vitesses d'obturation lentes et pour les sujets en mou-
vement porteurs d'une source lumineuse.
Commande de I'illuminateur AF
Dès que les conditions de lumière ambiante ne sont
plus suffisantes pour une mise au point automatique,
l'électronique de l'appareil active I'illuminateur AF.
Celui-ci projette un motif à bandes sur le sujet, ce qui
permet alors à l'appareil d'effectuer la MAP automa-
un
tique. Si l'on utilise adaptateur auto-focus SCA 300,
seul I'illuminateur AF incorporé à l'adaptateur est activé.
Automatisme programmé au flash
Dans la position ,,Programme", certains appareils réa-
un
lisent dosage entre la lumière ambiante et le flash.
Cappareil sélectionne automatiquement un couple
vitesse-ouverture et contrôle l'éclair en mode TiL. L'u-
tilisation de l'ensemble appareil
considérablement simplifiée.
les fonctions SCA 300 sont possibles, et en plus :
En plus de la mesure i l L au flash, certains appareils reflex
offrent encore la possibilité pour le fill-in au flash avec
mesure TiL. Ce mode de fonctionnement est surtout utilisé
de vues à contre-jour. Sur la base de la mesure effectuée
par une cellule interne au boîtier et du calcul réalisé par
l'électronique de l'appareil, ce dernier dose l'éclair de façon
ronnement. Pour le fill-in, l'appareil procède automatique-
ment à une correction d'exposition au flash.
Correction d'exposition au flash TiL
Dans certaines situations de prise de vue, la mesure par
la cellule interne au boîtier risque d'être faussée. Ce cas
se présente surtout avec des scènes très Contrastées :
sujet sombre devant un fond clair (risque de sous-expo-
sition du sujet) ou sujet clair devant un fond sombre
ou sur le Pme rideau
flash s'en trouve
nniir IPC nriwc
nii
de son envi-
et
me wordt dan gemaakt met het heersende licht, waar-
door overbelichting wordt vermeden.
Synchronisatie naar keuze op het l e of het 2e sluiter-
gordijn.
flitssynchronisatie:
-
op het moment, dat het 1 e gordijn de film geheel vrij-
geeft of
vlak voordat het 2e gordijn de film weer gaat bedekken.
Op de betreffende SCA-adapter wordt de gewenste
synchronisatie voorgekozen. De synchronisatie op het
2e gordijn biedt vooral bij langere belichtingstijden en
bewegende onderwerpen met eigen lichtbron voordeel.
Zodra de heersende lichtomstandigheden automatisch
tronica in de camera de autofocus-meetflits geac-
tiveerd. De autofocus-schijnwerper straalt dan een
streepmotief uit, dat op het onderwerp wordt geprojec-
teerd. Op dit streeppatroon kan de camera dan auto-
adapter gebruikt, dan wordt uitsluitend de in de
adapter ingebouwde autofocus-meeiflits geactiveerd.
Sommige camera's meten in de stand ,,Program" het
gemengde omgevings- en flitslicht. De camera stelt
automatisch een tijd-/ diafragmacombinatie in en stu-
urt de flitser volgens de TiL-methode. Daardoor is een
natie mogelijk.
300 functies mogeiijk met bovendien:
Sommige systeemcamera's bieden naast de Til-flitsre-
geling nog de mogelijkheid van de TiL-invulflitsregeling.
Deze functie wordt vooral gebruikt bij daglichtopnamen,
voor het ophelderen van schaduwpariijen of bij tegen-
licht. De camera stuurt, op basis van de sensormeting in
het camerahuis en de daaropvolgende berekening door
de elektronica in de camera, altijd de juiste hoeveelheid
flitslicht voor een uitgebalanceerde belichting. Daarbij
wordt voor het invulflitsen door de camera automatisch
een correctie op de normale flitsbelichting uitgevoerd.
In bepaalde opnamesituaties ontstaat de mogelijkheid
dat de sensormeting in de camera misleid wordt. Dit
komt vooral voor bij zeer donkere onderwerpen voor
9