OPMERKING De afbeeldingen die overeen-
stemmen met de teksten van hoofdstuk 3 en
daarop volgende bevinden zich op de pagina's iii
en daaropvolgende van deze handleiding.
3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN
Om vervoers- en opslagredenen worden som-
mige onderdelen van machine niet direct in de
fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken
gemonteerd te worden aan de hand van de vol-
gende instructies.
BELANGRIJK De machine wordt zonder
motorolie en benzine geleverd. Vòòrdat de motor
in werking wordt gesteld dient er dan ook olie en
benzine bijgevuld te worden aan de hand van de
voorschriften die in het instructieboekje van de
motor staan aangegeven.
LET OP!
De machine moet op een
vlakke en solide ondergrond uitgepakt en
gemonteerd worden, met voldoende bewe-
gingsruimte voor de machine en de verpak-
king, en steeds met gebruik van geschikte
werktuigen.
3.1 HET UITPAKKEN
Bij het verwijderen van de verpakking dient erop
gelet te worden dat de losse onderdelen en de
uitrustingen niet zoekraken. Zorg er voor de
snijgroep niet te beschadigen op het moment
dat de machine van de pallet wordt afgereden.
De standaard-verpakking bevat:
– d e machine zelf;
– h et stuurwiel;
– d e stoel;
– d e verlenging van de bedienhendel voor in-
schakeling van de snij-inrichting;
– d e bedekking van het dashboard;
– d e mof van de kolom van het stuur;
– d e onderdelen van de opvangzak;
– d e spuit voor het opzuigen van de olie uit de
motor;
– e en enveloppe met de handleiding, de do-
cumenten en de meegeleverde schroeven
die eveneens 2 contactsleutels bevat en een
reservebougie van 10 Ampere (6,3 A bij motor
Honda).
OPMERKING Zet de snijgroep in de hoogste
stand om beschadiging ervan te voorkomen en
let zeer goed op als de machine van de pallet
wordt afgereden.
Om de machine makkelijker van de pallet te ha-
len en te verplaatsen, verplaatst men de hendel
voor het loskoppelen van de achterste transmis-
sie in pos. «B» (zie 4.23).
De verpakking moet volgens de plaatselijk gel-
dende bepalingen worden afgevoerd.
3.2 MONTEREN EN DE ACCU
AANSLUITEN (Afb. 3.1)
Verwijder de voorste bedekking (1) door dit van
het onderste deel op te tillen.
Sluit de drie rode draden (3) aan op de positieve
klem (+) en de drie zwarte draden (4) op de ne-
gatieve klem (–) met behulp van de bijgeleverde
schroeven, in de aangegeven volgorde.
Hermonteer de voorste bedekking (1) door de
twee lipjes (2) correct in hun zitting te steken en
het onderste deel aan te drukken tot u een klik
hoort.
Laad de batterij op, volgens de aanwijzingen
van de Fabrikant van de accu.
BELANGRIJK Om te voorkomen dat het
beveiligingssysteem van de elektronische kaart
in werking treedt, dient het starten van de motor
absoluut vermeden te worden alvorens de accu
volledig opgeladen is!
LET OP!
Neem de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu in acht met betrekking
tot de veiligheid bij het hanteren en het lozen
van de accu.
3.3 MONTAGE VAN HET DASHBOARD EN
VAN HET STUURWIEL (Afb. 3.2)
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en
zorg er voor dat de voorwielen uitgelijnd zijn.
Monteer de mof (3) op de kolom (2), met de stift
(1) correct in de zitting op de mof.
Monteer de bedekking van het dashboard (5)
en let erop dat alle haakjes correct in hun plaats
klikken.
Monteer het stuurwiel (6) op de mof (3) met de
spaken naar de stoel gericht.
Bevestig het stuur met de bijgeleverde schroe-
ven (7) in de aangegeven volgorde.
Plaats de bedekking van het stuurwiel (8) door
de drie haakjes in hun plaats te laten klikken.
3.4 MONTAGE VAN HET VERLENSNOER
VAN DE BEDIENHENDEL INSCHAKE-
LING SNIJ-INRICHTING (Afb. 3.3)
Plaats het verlengstuk (1) op de hendel (2) en
richt het zodat de twee moeren (3) naar de ach-
terkant van de machine gericht zijn, en draai
vervolgens de twee moeren (3) stevig vast.
3.5 MONTAGE VAN HET DEKSEL
Monteer het deksel volgens de verschafte aan-
wijzingen.
7