Na ieder gebruik, de snijgroep zorgvuldig
schoonmaken om alle grasresten en afval te
verwijderen.
LET OP!
Draag tijdens het schoonma-
ken van de snijgroep een beschermbril en
verwijder mensen en dieren uit het omlig-
gende gebied.
a) Het reinigen van de binnenkant van de
snijgroep en het uitwerpkanaal dient, onder de
volgende condities, op een harde ondergrond te
gebeuren:
– d e opvangzak gemonteerd;
– d e gebruiker zit op de machine;
– z et de snijgroep in stand «1»;
– d e motor draait;
– d e koppeling staat in de vrije stand;
– d e snij-inrichtingen zijn ingeschakeld.
Sluit een waterslang eerst op de speciale fitting
(1) aan en laat water lopen. Schakel vervolgens
gedurende enkele minuten de snij-inrichting
aan. (Afb. 5.10)
Verwijder daarna de opvangzak, ledig en spoel
deze uit en leg hem op een plaats waar hij snel
op kan drogen.
b) Voor de reiniging van de bovenkant van
de snijgroep:
– d e snijgroep helemaal omlaag zetten (stand
«1»);
– m et perslucht blazen om alle grasresten te
verwijderen. (Afb. 5.11)
5.4.11 De machine opbergen en geruime
tijd niet gebruiken
Als er verwacht wordt de machine voor geruime
tijd niet te gebruiken (meer dan 1 maand), moe-
ten de kabels van de accu losgekoppeld wor-
den, waarbij de aanwijzingen in de handleiding
van de motor in acht genomen moeten worden.
Leeg de brandstoftank door de slang (1) op de toe-
voer van het benzinefilter los te maken en vang de
brandstof op in een geschikt reservoir. (Afb. 5.12)
Verbind de slang (1) weer en let er hierbij op de
slangklem goed aan te brengen.
Berg de machine op in een droge ruimte, be-
schut tegen alle weersomstandigheden en dek
ze, indien mogelijk, toe met een zeil (zie 8.5).
BELANGRIJK De accu dient opgeborgen te
worden op een koele, droge plaats. De accu altijd
terug opladen vóór iedere lange periode van in-
activiteit (langer dan 1 maand) en terug opladen
vooraleer de activiteit te hervatten (zie 6.3.3).
Controleer, voordat er opnieuw met de machine
gewerkt wordt, of er uit de slang, de benzinek-
raan en de carburateur geen benzine lekt.
5.4.12 Beveiligingssysteem van de kaart
De elektronische kaart is voorzien van een
zelfherstellende bescherming die het circuit
onderbreekt van zodra er zich een storing voor-
doet in de elektrische installatie; de ingreep
veroorzaakt het stilvallen van de motor en wordt
gemeld door het doven van het controlelampje.
Het circuit herstelt zichzelf automatisch binnen
enkele seconden; de oorzaak dient gevonden
en verholpen te worden om herhaling van het
voorval te voorkomen.
BELANGRIJK Om te voorkomen dat het sys-
teem in werking treedt
– mogen de polen van de accu niet onderling
verwisseld worden;
– mag de machine niet gebruikt worden zonder
accu om geen afwijkingen aan de laadregelaar
te veroorzaken;
– moet erop gelet worden dat er geen kortsluiting
veroorzaakt wordt.
5.5 GEBRUIK OP HELLINGEN (Afb. 5.13)
De aangegeven limieten in acht nemen
(max 10° - 17).
LET OP!
Op hellingen dient het rijden
zeer zorgvuldig te gebeuren om het steige-
ren van de machine te voorkomen. Vertraag
de snelheid bij het beginnen van een helling,
vooral bij het afdalen.
GEVAAR!
Gebruik de achteruitversnel-
ling nooit om snelheid te minderen; dit kan
de macht over het stuur doen verliezen,
vooral op gladde terreinen.
Houd de regelaar van de snelheid 8zie 4.22)
tijdens de dalingen in de stand «N», (om het
remeffect van de hydrostatische aandrijving uit
te buiten) en verminder de snelheid nog, indien
nodig, met de rem.
5.6 TIPS OM ALTIJD EEN MOOI GAZON
TE HEBBEN
1. V oor een mooi, groen en zacht gazon is het
nodig dat het gras regelmatig en op de juiste
manier gemaaid wordt. Het gazon kan van
verschillende soorten gras zijn. Bij regel-
matige maaibeurten, groeit het gras sneller,
waardoor meer wortelgroei ontstaat en een
mooi dicht gazon bekomen wordt; indien min-
13