Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gebruiksvoorschriften - GGP ITALY F72FL Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für F72FL:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

4.5 CONTROLELAMPJE E SIGNAALIN-
RICHTINGEN (Afb. 4.1 n.5)
Dit controlelampje gaat branden wanneer de 
sleutel (4.4) zich in de stand «DRAAIEN» be-
vindt en blijft branden tijdens de werking.
–    W anneer dit lampje knippert betekent dit dat 
er een toestemming ontbreekt om de motor te 
starten (zie 5.2).
–    H et akoestisch signaal meldt, wanneer de 
snij-inrichting ingeschakeld is, dat de opvang-
zak vol is (zie 5.3.6).
4.6 COMMANDO VOOR INSCHAKELING
EN REM VAN DE SNIJ-INRICHTINGEN
(Afb. 4.1 n.6)
Deze hendel heeft twee standen die op de stic-
ker staan aangegeven:
    P ositie «A» =   S nij-inrichtingen 
uitgeschakeld 
    P ositie «B» =   S nij-inrichtingen 
ingeschakeld 
–    H et inschakelen van de messen zonder het 
in acht nemen van de voorgeschreven veilig-
heidsmaatregelen veroorzaakt het afslaan 
van de motor die niet meer kan worden aan-
gezet (zie 5.2).
–    D oor de snij-inrichtingen uit te schakelen 
(Stand «A») wordt er een rem in werking gezet 
die binnen enkele seconden het draaien van 
de messen stopt.
4.7 REGELAAR MAAIHOOGTE
(Afb. 4.1 n.7)
Deze hendel heeft zeven standen, «1» t/m «7», 
die op de desbetreffende sticker staan aange-
geven en overeenkomen met dezelfde aantal 
maaihoogtes tussen 3 en 8 cm.
Om van de ene positie naar de andere over te 
gaan, moet u de hendel zijdelings verplaatsen 
en hem in één van de zeven stopstanden zetten.
4.8 PEDAAL TOELATING SNIJDEN BIJ
ACHTERUITVERSNELLING
(Afb. 4.1 n. 8)
Houd het pedaal ingedrukt om achteruit te rijden 
met de snij-inrichtingen ingeschakeld, zonder 
dat de motor stopt. 
4.21 REMPEDAAL (Afb. 4.2 n.21)
Dit pedaal stelt de rem van de achterwielen in 
werking.
4.22 REGELAAR SNELHEID(Afb. 4.2 n.22)
Deze hendel dient ervoor om de aandrijving 
naar de wielen in te schakelen en de snelheid 
van de machine zowel in de voor- als in de ach-
teruitversnelling te regelen. 
–    D e snelheid in de vooruit versnelling van de 
machine neemt geleidelijk toe naarmate de 
hendel in de richting «F» geschoven wordt; de 
achteruitversnelling wordt ingeschakeld door 
de hendel in de richting «R» te drukken.
–    D e terugkeer naar de vrije stand «N» gebeurt 
automatisch wanneer de rempedaal ingedrukt 
wordt (4.21) of kan handmatig gebeuren, wan-
neer de pedaal niet ingedrukt is.
BELANGRIJK De hendel wordt in de stand
«N» vergrendeld wanneer de handrem (3) inge-
schakeld wordt en kan niet verplaatst worden
zolang de rem niet uitgeschakeld wordt en de
pedaal niet losgelaten wordt.
4.23 ONTGRENDELING VAN DE
HYDROSTATISCHE AANDRIJVING
(Afb. 4.3 n.23)
Deze hendel heeft twee standen die op de des-
betreffende sticker staan aangegeven:
«A»  =    A andrijving ingeschakeld: voor alle ge-
bruikscondities, tijdens het rijden en het 
maaien;
«B»  =    A andrijving ontgrendeld: vermindert 
aanzienlijk de kracht die nodig is om de 
machine, met de motor uitgeschakeld, 
met de hand te verplaatsen.
BELANGRIJK Teneinde te voorkomen dat de
aandrijfunit beschadigd wordt, mag deze opera-
tie alleen worden uitgevoerd met een stilstaande
motor, met de hendel (4.22) in de stand «N».

5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

5.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN
LET OP!
Als er verwacht wordt de ma-
chine voornamelijk op hellende terreinen
(max. 10%) te gebruiken dan is het verstan-
dig tegengewichten (op aanvraag leverbaar
(zie 8.1) onder het dwarsprofiel van de
voorwielen te monteren, waardoor de stabi-
liteit aan de voorkant verhoogd wordt en de
mogelijkheid dat de machine gaat steigeren
zich beperkt.
BELANGRIJK Alle verwijzingen met betrek-
king tot de bedieningsposities worden weergege-
ven in hoofdstuk 4.
9

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis