Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Methode Van Optakelen; Installatie Van Het Apparaat; Installatie; Installatie Van De Koelstofpijpen - Mitsubishi Electric PUHY-P-YSGM-A Anwendung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 18
(4) Wanneer het apparaat door wanden omringd is
Opmerking:
De hoogte <H> van de wanden aan de voor- en achterkant moet kleiner
zijn dan de hoogte van het voor- en het achterpaneel.
Als de paneelhoogte wordt overschreden, telt u de maat <h> in Fig. 6.0.1
op bij L
en L
.
1
2
(mm)
L
L
1
2
450
450
Voorbeeld: Wanneer de maat <h> 100 mm is,
bedraagt de maat L
450 + 100 = 550 mm.
1

7. Methode van optakelen

[Fig. 7.0.1] (P.2)

Voorzichtig:

Wees erg voorzichtig bij het dragen van het product.
- Als een product meer dan 20 kg weegt, laat het dan door meer dan één persoon dragen.
- Bij sommige producten wordt gebruik gemaakt van PP-linten voor de verpakking. Gebruik deze niet om er het product mee te vervoeren omdat ze gevaarlijk zijn.
- Raak de vinnen van de warmtewisselaar niet met blote handen aan om snijwonden aan uw handen te voorkomen.
- Verscheur plastic verpakkingszakken en doe ze weg zodat kinderen er niet mee kunnen spelen. Als u dit nalaat, kunnen kinderen stikken in een plastic verpakkingszak die
niet verscheurd is.
- Ondersteun bij verplaatsingen het buitenapparaat op vier punten. Ondersteuning op drie punten geeft instabiliteit en kan vallen tot gevolg hebben.

8. Installatie van het apparaat

8.1. Installatie

[Fig. 8.1.1] (P.3)
A Plaatselijk aangeschafte M10 ankerbout. B Hoek wordt niet ondersteund.
Zet het apparaat stevig met bouten vast, zodat het niet kan vallen door hevige
windstoten of zelfs aardschokken.
Gebruik een betonnen onderstel of hoekprofielen voor de ondersteuning van
het apparaat.
Afhankelijk van de omstandigheden bij de installatie, is het mogelijk dat er
trillingen doorgegeven worden aan de plaats van de installatie of dat er geluid
en trillingen via de wand en vloer worden doorgegeven. Breng daarom vol-
doende isolatie tegen trillingen aan (kussens of een frame voor schokdemping,
etc.).
Zorg ervoor dat de hoeken stevig zijn afgedicht. Indien de hoeken niet stevig
worden afgedicht, kunnen de bevestigingspunten verbuigen.

9. Installatie van de koelstofpijpen

Het aanleggen van de pijpen is van het type eindaftakking waarin de koelstof-
pijpen van het buitenapparaat bij het uiteinde afgetakt worden en met elk binnen-
apparaat worden verbonden.
De pijpaansluitingen worden als volgt gerealiseerd: optrompverbindingen voor
binnenapparaten, soldeerverbindingen voor buitenapparaten, optrompverbindingen
voor vloeistofpijpen en oliebalanspijpen. De aftakverbindingen moeten
hardgesoldeerd zijn.
Waarschuwing:
Wees altijd uiterst voorzichtig om te voorkomen dat er koelstofgas lekt ter-
wijl er vuur of vlammen gebruikt worden. Wanneer het koelstofgas met een
vlam van welke bron dan ook, zoals een gasfornuis, in contact komt, dan
ontbindt het en ontstaat er een giftig gas, hetgeen gasvergiftiging kan ver-
oorzaken. Soldeer of las nooit in een ongeventileerde en/of gesloten ruimte.
Controleer altijd, na de voltooiing van de installatie van de koelstofpijpen, of
er gas lekt.
9.1. Voorzichtig
Deze unit gebruikt koelstof van het type R410A. Houd u aan plaatselijke regels
voor het materiaal en de dikte van de leidingen bij het selecteren van leidingen.
1 Gebruik de volgende materialen voor de koelstofpijpen:
Materiaal: Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, koperen koelstofpijpen.
Zorg ervoor dat de binnen- en buitenoppervlakken van de pijpen schoon
zijn en vrij zijn van gevaarlijk zwavel, oxiden, stof/vuil, metaaldeeltjes, olie-
resten, vocht of andere verontreinigingen.
2 In de winkel verkrijgbare pijpen bevatten vaak stof en andere materialen. Blaas
ze altijd schoon met een droog inert gas.
(5) Collectieve installatie
Als u meerdere units installeert, moet u tussen elk blok units voldoende lucht-
toevoer-/beweegruimte vrijlaten.
In de twee richtingen open laten.
Indien de hoogte <H> van een wand de totale hoogte van het apparaat over-
schrijdt, dient u de maat <h> (h = wand hoogte <H'> – totale hoogte van het
apparaat) op te tellen bij de met * aangeduide maat.
Als er zich zowel aan de voor- als de achterzijde van het apparaat een wand be-
vindt, installeer dan maximaal 1 set (hoofdapparaat en subapparaat: 1 apparaat
van elk), en wel achter elkaar in de zijrichting. Zorg bij elke set voor een ruimte van
minimaal 1.000 mm als invoerruimte/passeerruimte.
Waarschuwing:
Installeer het apparaat op een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van het apparaat te dragen.
Onvoldoende draagkracht kan ertoe leiden dat het apparaat naar bene-
den valt, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Installeer het apparaat zo dat het tegen harde wind en aardbevingen be-
schermd wordt.
Onvolkomenheden bij de installatie kunnen ertoe leiden dat het apparaat
naar beneden valt, hetgeen persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Bij het aanleggen van de fundering dient u volledige aandacht te besteden aan de
draagkracht van de vloer, de afvoer van afvoerwater (afvoerwater stroomt uit het
apparaat bij gebruik), en de paden voor pijpen en bedrading.
Voorzorgsmaatregelen bij aansluiting aan de onderkant
Wanneer de pijpen en de bedrading aan de onderkant worden aangesloten, dient u
ervoor te zorgen dat de fundering en de bevestiging aan de onderkant de openin-
gen in de behuizing aan de onderkant niet blokkeren. Wanneer de pijpen aan de
onderkant worden aangesloten, dient u een fundering van 100 mm of hoger aan te
leggen zodat de pijpen door de onderkant van het apparaat geleid kunnen worden.
3 Wees voorzichtig om te voorkomen dat stof, water of andere vervuilende stof-
fen in de pijpen terecht komen tijdens de installatie.
4 Beperk het aantal gebogen delen zoveel mogelijk en gebruik altijd een zo groot
mogelijke straal wanneer u de pijpen buigt.
5 Houd altijd rekening met de beperkingen van de koelstofpijpen (zoals nomi-
nale lengte, het verschil tussen hoge/lage druk, en diameter van de pijpen).
Als u dit niet doet, kan dit storingen van de apparaten of een afname in
verwarmings-/koelingsprestaties veroorzaken.
6 Te veel of te weinig koelstof leidt tot een noodstop van de unit. Als dit gebeurt,
dient u het apparaat van de juiste hoeveelheid koelvloeistof te voorzien. Con-
troleer bij onderhoud altijd de opmerking over pijplengte en de hoeveelheid
extra koelstof op beide plaatsen, de berekeningstabel voor het volume van de
koelstof op de achterkant van het onderhoudspaneel en het extra koelstof-
gedeelte op de labels voor het totale aantal binnenapparaten.
7 Gebruik vloeibare koelstof om het systeem af te dichten.
8 Gebruik nooit koelstof om het apparaat te ontluchten. Gebruik hiervoor altijd
een vacuümpomp.
9 Isoleer de pijpen altijd goed. Onvoldoende isolatie leidt tot een afname in
verwarmings- /koelingsprestaties, waterdruppels door condensatie en andere
problemen van die aard.
0 Wanneer u de koelstofpijpen aansluit, moet u er op letten dat de afsluiter van
het buitenapparaat volledig dicht is (fabrieksinstelling). Stel het buitenapparaat
niet in werking voordat de koelstofpijpen van het buitenapparaat en de binnen-
apparaten op elkaar zijn aangesloten, een test op koelvloeistoflekkage ge-
daan is en het ontluchtingsproces is afgerond.
65

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis