Yamaha 200G Betriebsanleitung Seite 210

DMU00451
INDEX
A
Accu-onderhoud ...........................................4-5
Accuvereisten ...............................................1-5
Achteruit.....................................................3-16
Afstandsbediening ........................................2-2
Afstandsbedieningshendel ............................2-3
Andere vaaromstandigheden ......................3-23
B
Bedrading en connectoren controleren .......4-15
Behandeling van ondergedompelde
motor ..........................................................5-10
Benzine.........................................................1-5
Benzine/motoroliemengschema....................3-9
Beveiliging tegen starten in versnelling .......1-7
Bouten en moeren controleren....................4-24
Bovenkap controleren.................................4-10
Bovenkapvergrendelhendels.......................2-21
Brandstof bijtanken ......................................3-4
Brandstof en motorolie bijvullen ..................3-4
Brandstofbeheermeter.................................2-16
Brandstofbesparing.....................................2-18
Brandstofmeter ...........................................2-15
Brandstofstroommeter ................................2-17
Brandstofsysteem controleren ....................4-11
Brandstofverbruiksmeter ............................2-18
C
Chokeknop ...................................................2-8
Chokeschakelaar...........................................2-5
Controlepunt van de scheepsschroef ..........4-17
Controleren van de brandstoffilter..............4-12
D
De accu aansluiten......................................4-22
De accu controleren....................................4-21
De accu loskoppelen...................................4-24
De anode(s) inspecteren en vervangen .......4-20
De bootbodem voorzien van een coating....4-26
De bougie schoonmaken en bijstellen ..........4-9
De buitenboordmotor opbergen....................4-3
De buitenboordmotor reinigen....................4-25
De buitenboordmotor transporteren en
opbergen.......................................................4-2
De buitenboordmotor trimmen ...................3-18
De buitenboordmotor vervoeren...................4-2
De motor inlopen..........................................3-9
De motor laten warmdraaien ......................3-15
De motor starten .........................................3-11
De motor uitzetten ......................................3-17
De scheepsschroef demonteren...................4-18
De scheepsschroef installeren.....................4-18
De schroef controleren ...............................4-17
De trimhoek aanpassen...............................3-19
Digitale snelheidsmeter ..............................2-13
Digitale toerenteller....................................2-11
Doorspoelinrichting....................................2-21
E
Een zekering vervangen .............................4-15
G
Gebruik na een lange opslagperiode.............3-8
H
Het geschilderde oppervlak van de motor
controleren..................................................4-26
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem
controleren..................................................4-16
Hoofdcomponenten ......................................2-1
Hoofdschakelaar...........................................2-5
I
Identificatienummers document ...................1-1
Impactschade................................................5-5
Installatie......................................................3-1
Instructies voor het tanken ...........................1-4
K
Kantelsteunhendel ......................................2-21
Klok............................................................2-15
Koelsysteem uitspoelen ................................4-4
L
Laag-oliepeilindicator treedt in werking ......5-9
Lage-snelheidswrijvingsregelschroef ...........2-8
M
Montage van de buitenboordmotor...............3-2
Montagehoogte.............................................3-3
Motor wil niet starten ...................................5-8
Motorbuitenkant .........................................4-25
Motorolie......................................................1-5
Motorolietank controleren op aanwezigheid
van water ....................................................4-14
Motorstop-snoerschakelaar...........................2-6
N
Noodstartmotor.............................................5-7
O
Olie bijvullen................................................3-4
Oliepeilindicator...........................................3-6
Oliepeilverklikkerlampje ............................2-12
Oliepeilwaarschuwingssysteem/oliefilterversto
pping-waarschuwingssysteem ....................2-23
Om de koelwaterdoorgangen te reinigen ....4-25
Omhoog/omlaagkantelen............................3-21
6-1
NL