Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bosch GIS 1000 C Professional Originalbetriebsanleitung Seite 93

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GIS 1000 C Professional:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 6
OBJ_BUCH-2270-005.book Page 93 Wednesday, September 21, 2016 5:29 PM
– Markering q in het rode bereik (temperatuurverschil
>6,5 °C): de oppervlaktetemperatuur binnen het meet-
vlak wijkt duidelijk van de omgevingstemperatuur af. In het
meetbereik is een warmtebrug aanwezig, wat op een slech-
te isolatie duidt.
U kunt het temperatuurverschil vanaf welk de markering in
het rode bereik verschijnt, handmatig aanpassen. Vraag hier-
voor het „Hoofdmenu" op (zie „Navigeren in het „Hoofdme-
nu"", pagina 94). Kies het submenu „Functies". Stel onder
„Warmtebrug" het gewenste temperatuurverschil in.
Controleer bij warmtebruggen de isolatie in dit gebied.
Dauwpunt-modus
In de dauwpunt-modus worden de omgevingstemperatuur en
de relatieve luchtvochtigheid (zie „Relatieve luchtvochtig-
heid", pagina 96) gemeten. Uit beide waarden wordt de
dauwpunttemperatuur (zie „Dauwpunttemperatuur",
pagina 96) berekend. Bovendien wordt de oppervlaktetem-
peratuur gemeten.
De dauwpunttemperatuur wordt met de oppervlaktetempe-
ratuur vergeleken. Het resultaat wordt geïnterpreteerd in re-
latie tot het schimmelgevaar.
Denk eraan dat de meetresultaten altijd alleen voor de actuele
meetomstandigheden geldig zijn, een meting over tijd is niet
mogelijk. Bij kritische meetresultaten moet u de meting op
verschillende tijdstippen en bij verschillende omstandighe-
den herhalen.
Voor het wisselen naar de dauwpunt-modus keert u eventueel
terug naar het standaard displayscherm. Druk daarna zo vaak
op de pijltoets links 15 of de pijltoets rechts 11 tot het venster
„Dauwpunt" met een korte toelichting van de modus ver-
schijnt. Om de toelichting voortijdig te verbergen, drukt u op
de toets Opslaan 9. Om de toelichting te verbergen en direct
een meting te starten, drukt u op de toets Meten 4.
Druk op de toets Meten 4 en richt het meetgereedschap verti-
caal op het midden van het meetobject. Na afsluiting van de
meting wordt de oppervlaktetemperatuur van het meetobject
waar het laatst op werd gericht, in de aanduiding o vastge-
legd, de omgevingstemperatuur in de aanduiding i en de rela-
tieve luchtvochtigheid in de aanduiding h. De berekende
dauwpunttemperatuur verschijnt in j.
Het meetgereedschap vergelijkt automatisch de waarden en
geeft de interpretatie van de waarden met de markering q op
de resultaatschaal l weer:
– Markering q in het groene bereik: onder de actuele om-
standigheden bestaat geen risico van schimmelvorming.
– Markering q in het gele bereik: de waarden liggen in het
grensbereik; let op kamertemperatuur, warmtebruggen
evenals luchtvochtigheid en herhaal de meting eventueel
na een poosje.
– Markering q in het rode bereik: er bestaat een verhoogd ri-
sico van schimmelvorming, omdat de luchtvochtigheid te
hoog is of de oppervlaktetemperatuur zich dichtbij het be-
reik van de dauwpunttemperatuur bevindt. De telkens op-
vallende waarde knippert in de aanduiding.
Bosch Power Tools
Er wordt gewaarschuwd voor het risico van schimmelvor-
ming, wanneer de oppervlaktetemperatuur 80% van de
dauwpunttemperatuur bedraagt. Bij het risico van schimmel-
vorming moet u afhankelijk van de oorzaak de luchtvochtig-
heid verlagen door vaker en grondiger te ventileren, de ka-
mertemperatuur verhogen of warmtebruggen verwijderen.
Opmerking: Met het meetgereedschap kunnen geen schim-
melsporen herkend worden. Het geeft slechts aan dat onder ge-
lijkblijvende omstandigheden schimmelvorming kan optreden.
Gebruikersmodus
In de gebruikersmodus worden oppervlakte- en omgevings-
temperatuur evenals de relatieve luchtvochtigheid gemeten.
Hieruit worden de dauwpunttemperatuur en de gemiddelde
temperatuur (gemiddelde waarde van de oppervlaktetempe-
raturen tijdens een continumeting) berekend.
Indien nodig kunt u de volgende waarden in de aanduiding
verbergen: gemiddelde temperatuur, relatieve luchtvochtig-
heid, omgevingstemperatuur en dauwpunttemperatuur.
Vraag hiervoor het „Hoofdmenu" op (zie „Navigeren in het
„Hoofdmenu"", pagina 94). Kies het submenu „Functies" en
daarin „Gebruikersmodus". U kunt hier de aanduidingen
„Gemiddelde temp. ", „Luchtvochtigheid", „Kamertempe-
ratuur" en „Dauwpunt" in- en uitschakelen.
Voor metingen van de oppervlaktetemperatuur kunt u kiezen
of de minimum- en maximumwaarde k van de resultaatschaal
l automatisch aangepast of handmatig vastgelegd moet wor-
den. Ga hiervoor in het menu „Gebruikersmodus" naar het
submenu „Schaalbereik".
– Kies „auto", wanneer de waarden k zoals in de oppervlak-
tetemperatuur-modus automatisch moeten worden be-
paald. De minimale en de maximale temperatuurwaarde
van het meetproces verschijnen in de aanduiding k, zodra
het verschil van de meetwaarden meer dan 3 °C bedraagt.
– Kies „vooringesteld" om de waarden handmatig vast te
leggen. Stel de gewenste waarden in het menu „Gebrui-
kersmodus" onder „Schaal ondergrens" en „Schaal bo-
vengrens" in. In de aanduiding k verschijnen de handma-
tig vastgelegde minimum- en maximumwaarde.
Daarmee kunt u er bijv. voor zorgen dat screenshots van
verschillende metingen aan de hand van de markering q
met elkaar kunnen worden vergeleken.
Voor het wisselen naar de gebruikersmodus keert u eventueel
terug naar het standaard displayscherm. Druk daarna zo vaak
op de pijltoets links 15 of de pijltoets rechts 11 tot het venster
„Gebruikersmodus" met een korte toelichting van de modus
verschijnt. Om de toelichting voortijdig te verbergen, drukt u
op de toets Opslaan 9. Om de toelichting te verbergen en di-
rect een meting te starten, drukt u op de toets Meten 4.
Druk op de toets Meten 4 en richt het meetgereedschap verti-
caal op het midden van het meetobject. Na afsluiting van de
meting verschijnen de gekozen waarden.
Nederlands | 93
1 609 92A 211 | (21.9.16)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis