• Overtuig u voor het aansluiten van de machine, dat
de gegevens op het typeplaatje overeenkomen met
de gegevens van het stroomnet.
Veiligheidsvoorschrift! Apparaat pas aansluiten als
alle montage- en afstelwerkzaamheden zijn afgerond
en de gebruikshandleiding en de veiligheidsvoorschrif-
ten zijn gelezen en begrepen.
8.1
Gereedschapssteun (links en rechts)
(afb. 1, 2, 2.1)
SM200L 59031009901
1.
Gereedschapssteun (4) met platkopbouten (M6x10)
(a) en stergreepmoer (b) op de slijpschijfbescher-
ming (6) vastschroeven.
2.
De afstand tussen de slijpschijf (3) en de gereed-
schapssteun (4) moet op max 2 mm worden inge-
steld.
SM200AL 5903110901
1.
Gereedschapssteun (4) met vleugelbout (a) en
schijf (b) op de slijpschijfbescherming (6) vast-
schroeven.
2.
De afstand tussen de slijpschijf (3) en de gereed-
schapssteun (4) moet op max 2 mm worden inge-
steld.
8.2
Vonkenvanger met led-werklamp (links en
rechts) (afb. 1, 3)
1.
Vonkenvanger (2) met led-werklampen (5) telkens
met 2 lenskopbouten M5x8 (c) op de slijpschijfbe-
scherming (6) vastschroeven.
2.
De afstand tot de slijpschijf (3) mag maximaal 2
mm zijn. Afstand tussen de vonkenvanger (2) en
de slijpschijf (3) kan door het losser draaien van de
beide lenskopbouten (c) worden ingesteld.
3.
Schroeven goed aanhalen.
8.3
Led-werklamp (afb. 1, 4, 4.1, 4.2)
1.
De verlichting (5) kan door het indrukken van de
schakelaar (d) op de lamp worden ingeschakeld.
Door opnieuw indrukken, wordt de verlichting weer
uitgeschakeld.
2.
Om de accu's (2x AAA R03 1,5V) te plaatsen/te ver-
vangen, opent u het accucompartiment (afb. 4.1).
3.
Plaats de accu's (2x per zijde) (afb. 4.2).
4.
Bij het vervangen van de accu's, moeten de ver-
bruikte accu's milieuvriendelijk worden afgevoerd
en ingeleverd.
5.
Plaats het deksel van het accucompartiment in
omgekeerde volgorde terug in (afb. 4.1).
62 | NL
8.4
Veiligheidsruit (afb. 1, 5, 5.1)
1.
Veiligheidsruit (1) met platte kopbouten M5x55 (e)
en kartelschroef (f) op de led-werklamp (5) mon-
teren.
2.
De beveiliging is individueel instelbaar, zo dat de
ogen van de gebruiker tijdens het slijpen worden
beschermd.
9.
Bediening
m Let op!
Het product voor de ingebruikstelling in ieder ge-
val volledig monteren!
In-/uitschakelen
• Voor het inschakelen zet u de aan/uit-schakelaar
(8) in stand ON.
• Voor het uitschakelen zet u de aan/uit-schakelaar
(() in stand OFF.
Begin pas met schuren als het apparaat het maximum
toerental heeft bereikt.
Werkinstructies
• Let op dat u met een geringe druk van het werkstuk
op de slijpschijf de beste resultaten zal bereiken,
aangezien dan met een constant toerental wordt ge-
werkt. Hoe hoger de druk op het werkstuk hoe meer
de slijpschijf zal afremmen en tot stilstand komt.
Hierdoor zal de motor overbelast raken en zullen
de werkzaamheden eerder langer duren.
• Bescherm kleine werkstukken voor uw eigen veilig-
heid altijd met een bankschroef of een klem.
Schuren
• Het werkstuk op de werkstuksteun (4) leggen en
langzaam onder de gewenste hoek tegen de slijp-
schijf (3) brengen tot deze de slijpschijf raakt.
• Om een optimaal slijpresultaat te verkrijgen en de
slijpschijf (3) gelijkmatig te laten slijten, moet het
werkstuk lichtjes heen weer worden bewogen tegen
de slijpschijf (3).
• Het werkstuk altijd weer laten afkoelen.
Let op!
Als tijdens de werkzaamheden de schijf geblokkeerd
raakt, verwijdert u uw werkstuk en wacht u tot het ap-
paraat het maximale toerental weer heeft bereikt.
www.scheppach.com