Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Honda HF1211 Originalbetriebsanleitung Seite 96

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für HF1211:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 45
4. CONTACTSLOT
Het contactslot heeft drie verschillende standen:
«UIT» stand
«DRAAIEN» stand
«STARTEN» stand
5. CONTROLELAMPJE EN SIGNALERINGSSYSTEEM
Dit controlelampje gaat branden als het sleuteltje (4) zich in de «DRAAIEN»
stand bevindt en blijft branden zolang de machine in werking is.
Een knipperend lampje betekent dat de toestemming, om de motor te star-
ten, ontbreekt (zie 5.3).
Het akoestisch signaal meldt, wanneer de snij-inrichting ingeschakeld is, dat
de opvangzak vol is (zie 5.3).
6. COMMANDO VOOR INSCHAKELING EN REM VAN
DE SNIJ-INRICHTING
Deze hendel heeft twee standen die op de sticker staan aangegeven:
Stand «A» = SNIJ-INRICHTING UITGESCHAKELD
Stand «B» = SNIJ-INRICHTING INGESCHAKELD
Indien de snij-inrichting ingeschakeld wordt, zonder de voorgeschreven
veiligheidsmaatregelen in acht te nemen, slaat de motor af (zie 5.3).
Door de snij-inrichting uit te schakelen (Pos. «A») wordt er tegelijkertijd
een rem in werking gezet die binnen de vijf seconden het draaien van de
messen stopt.
7. HENDEL OM DE MAAIHOOGTE IN TE STELLEN
Deze hendel heeft zeven standen die op het betreffende plaatje aangege-
ven staan, d.w.z. stand «1» tot en met «7», die met net zoveel maaihoogten
overeenstemmen, variërend van 3 tot 8 cm.
Om van de ene stand naar de andere stand over te gaan dient u de hendel
door een zijwaartse beweging in één van de zeven inkepingen te plaatsen.
NL
8
alles uit;
alle bedieningselementen worden
in werking gesteld;
u start de startmotor; vanuit deze stand
komt het sleuteltje, zodra u deze loslaat,
vanzelf weer in de «DRAAIEN» stand
terug.
8. PEDAAL TOELATING SNIJDEN BIJ ACHTERUITVERSNELLING
Houd het pedaal ingedrukt om achteruit te rijden met de snij-inrichtingen
ingeschakeld, zonder dat de motor stopt.
21. Rempedaal
Bij modellen met hydrostatische aandrijving fungeert dit pedaal alleen als
achterrem.
22. Hendel van de snelheidsregelaar
Deze hendel schakelt de aandrijving van de wielen in en regelt de snelheid
van de machine, zowel bij het vooruit als bij het achteruit rijden.
Bij het vooruit rijden versnelt de machine geleidelijk aan door de hendel
richting «F» te schuiven; om de machine in zijn achteruit te zetten moet de
hendel richting «R» worden geschoven.
De hendel keert automatisch terug naar de vrije stand «N» wanneer het
rempedaal (21) wordt ingedrukt.
De hendel kan ook handmatig in de vrije stand worden gezet zonder het
pedaal te bedienen.
BELANGRIJK
De hendel wordt in de vrije stand «N» geblokkeerd
wanneer de handrem (3) wordt aangetrokken en blijft geblokkeerd zolang
de machine op de handrem staat of het rempedaal is ingetrapt.
23. Koppelingshendel van de hydrostatische overbrenging
Deze hendel heeft twee standen die door een plaatje zijn aangegeven:
Stand «A» = Aandrijving vergrendeld: voor alle gebruikscondities, tijdens
het rijden en het maaier;
Stand «B» = Aandrijving ontgrendeld: een aanzienlijke vermindering van
de inspanning die nodig is om de maaier, met de motor uit,
op eigen kracht te verplaatsen.
BELANGRIJK
eneinde te voorkomen dat de aandrijfunit beschadigd
wordt, mag deze operatie alleen worden uitgevoerd met een stilstaande
motor, met de hendel (22) in de stand «N».

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis