NL
35
Aansluitkabel boven
36
Veiligheidssleutel
37
Schroef M8*50
38
Schroef M8*12
39
Schroef M8*16
40
Schroef M8*40
41
Schroef Φ10*15*(M8*10)
42
Schroef M8*20
43
Schroef M8*42 20
44
Schroef M8*30 15
45
Schuimlijm
46
Schroef M8*45 20
47
Schroef M8*32
48
Schroef M6*25
49
Schroef
50
Schroef
51
Schroef ST4.0*30
52
Schroef ST4.2*20
53
Schroef ST4.2*16
54
Schroef ST4.2*16
55
Moer M8 S13
56
Sluitring Φ9* Φ16*t1.0
57
Borgring Φ11* Φ 20*t1.5
58
Borgring D8
59
Sluitring Φ5.2* Φ10*t1
60
Computerkabel
61
Moersleutel S17 / S13
62
Steeksleutel S6 / 80*80 mm
MONTAGEHANDLEIDING (→ Zie pagina 3)
OPGELET! Volg de onderstaande stappen tijdens de montage en
gebruik het gereedschap dat bij het product is geleverd.
Zorg voor voldoende vrije ruimte om het apparaat te monteren.
Vanwege het hoge gewicht van sommige elementen wordt
aangeraden dat twee personen de montage voltooien.
INSTRUCTIES VOOR MONTAGE EN DEMONTAGE (→ Zie pagina 6)
HET APPARAAT MONTEREN
LET OP! Controleer voor het monteren zorgvuldig of alle bouten
goed vastzitten.
LET OP! Bij het monteren let op uw handen en vingers , zodat deze
niet bekneld raken.
Til de lopende band van het apparaat rechtop totdat u het
vergrendelingsgeluid van het vouwmechanisme hoort.
HET APPARAAT DEMONTEREN
LET OP! Zorg ervoor dat er zich geen derden of dieren in de
onmiddellijke nabijheid bevinden wanneer u de band van de
loopband laat zakken.
Terwijl u de lopende riem vasthoudt, ontgrendelt u de vergrendeling
van het opklapmechanisme met uw voet. Laat het platform zakken tot
de hoogte van de leuning van het hoofdframe.
Vanaf deze hoogte zal de riem spontaan naar de grond vallen.
AANPASSINGEN
Waterpas zetten van het apparaat
Zet het apparaat waterpas door de stelvoetjes aan de voor- en
achterkant los of vast te draaien.
REGELING VAN DE LOOPHOEK
De loopband heeft een verstelbare loophoek. Door de
vergrendelpositie van de kantelverstelling te veranderen, kan een van
de 3 beschikbare variaties worden ingesteld zoals afgebeeld.
107
2
2
3
2
4
1
2
4
2
Lopende band in maximale positie.
1
4
5
2
6
2
4
2
6
19
4
10
16
2
8
1
1
1
1
COMPUTERHANDLEIDING
START
Binnen 5 seconden na het indrukken van de START-knop begint het
apparaat te werken.
ENERGIEBESPARENDE FUNCTIE
De loopbandcomputer schakelt automatisch over naar de
energiespaarstand als er binnen 10 minuten geen activiteit
plaatsvindt. Druk op een willekeurige toets om het systeem te
hervatten.
NOODSTOP
OPMERKING: De veiligheidssleutel moet tijdens elke training aan
uw kleding bevestigd zijn.
Deze mag alleen worden gebruikt in noodsituaties en niet als een
normale stopknop.
Een verkeerd geplaatste veiligheidssleutel voorkomt dat de
loopband start. Controleer voordat u de loopband gebruikt of het
systeem correct werkt. Verwijder de veiligheidssleutel door aan het
koordje te trekken. Wanneer de sleutel verwijderd wordt, zal de
loopband stoppen met een vertraging die te wijten is aan de
loopsnelheid. De stop wordt gesignaleerd door een kort geluidsalarm.
Alle vensters op het scherm geven "---" weer.
Wanneer de beveiligingssleutel opnieuw wordt aangesloten, wordt
het apparaat gereset.
PROGRAMMA'S
De computer is uitgerust met 3 gebruikersprogramma's voor
handmatige instelling, 12 automatische programma's opgeslagen in
het geheugen, 3 aftelfuncties (tijd, calorieën, afstand) en een functie
voor het meten van lichaamsvet.
BESCHRIJVING VAN DE KNOPPEN
•
START - wordt gebruikt om de loopband te starten in de
handmatige modus of het geselecteerde programma.
•
STOP - wordt gebruikt om de loopband te stoppen. Wanneer
hierop wordt gedrukt, worden ook de instellingen gereset. Na
het herstarten start het apparaat in de handmatige modus.
•
PROGRAM (P) - gebruikt om het automatische
trainingsprogramma (P1-P12), gebruikersprogramma (U1-U3)
Lopende band licht omhoog.
Lopende band plat ingesteld.