NL
BE
11. Schroef de slijpbandafdekking (12)
vast met de schroeven (11).
12. Monteer de vonkenvanger
(1) en de werkstuksteun (18)
weer (De vonkenvanger monte-
ren en afstellen, Pag. 46 of
Werkstuksteunen monteren en
afstellen, Pag. 46).
13. Proefrun: Voer – voordat u voor
de eerste keer werkt en na el-
ke wissel van de slijpschijf – een
proefrun van minstens 1 minuut
zonder belasting door. Schakel het
apparaat onmiddellijk uit wanneer
de schijf niet rond draait, wanneer
er aanzienlijke trillingen opduiken
of wanneer er abnormale geluiden
te horen zijn.
Slijpband vervangen
Procedure (Fig. F)
AANWIJZING! Zorg bij de montage
van de slijpband op de draairichting.
1. Draai de 2 schroeven (11) los.
2. Hang de slijpbandafdekking (12)
uit.
3. Draai de hendel (7) naar onder.
4. Trek de slijpband (10) af.
5. Leg de nieuwe slijpband (10) in het
midden op de bovenste (20a) en
onderste (20b) looprol.
6. Druk de hendel (7) naar omhoog.
7. Monteer de slijpbandafdekking
(11) weer.
Bandloop instellen
1. Draai de 2 schroeven (11) los.
2. Hang de slijpbandafdekking (12)
uit.
3. Stel de nauwkeurigheid van de
bandloop in door aan de schroef
(8) te draaien.
4. Controleer de bandbeweging met
de hand waarmee u aan de slij-
band draait.
48
5. Monteer de slijpbandafdekking
(11) weer.
Bedrijf
In- en uitschakelen
Inschakelen
1. Sluit het apparaat aan op het elek-
triciteitsnet.
2. Breng de aan-/uitschakelaar (14) in
stand „I" (AAN).
Uitschakelen
1. Breng de aan-/uitschakelaar (14) in
stand „0" (UIT).
2. Verzeker u ervan dat alle bewe-
gende delen volledig tot stilstand
zijn gekomen.
3. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact als u het appa-
raat onbeheerd achterlaat of als u
klaar bent met werken.
Slijpen met de slijpschijf
Instructies
•
WAARSCHUWING! Verwon-
dingen door vonkvorming! Klap de
vonkenvanger (1) omlaag tijdens
het slijpen.
• AANWIJZING! De pijl op de be-
schermkap (3) geeft de draairich-
ting van de slijpschijf aan.
Procedure
• Plaats het werkstuk op de werk-
stuksteun (18) en leid het langzaam
onder de gewenste hoek naar de
slijpschijf (19).
• Beweeg het werkstuk lichtjes heen
en weer om een optimaal slijpre-
sultaat te verkrijgen.
De slijpschijf wordt op die manier
gelijkmatig gebruikt. Laat het werk-
stuk tussendoor afkoelen.