NL
BE
Sponnen
De intrekbare schaafmesbescherming (20)
laat toe inkervingen te schaven met een
maximale diepte van 17 mm.
De spaandiepte per schaafbeweging
wordt ingesteld via de regelaar voor de
spaandiepte-instelling (1).
1. Markeer de gewenste vouwbreedte en
vouwdiepte.
Gebruik indien mogelijk een marke-
ringsmal om de vouwbreedte en -diepte
parallel aan de rand van het werkstuk
te markeren.
2. De eerste stroken van een sponning
zijn gemakkelijker te schaven langs
een parallelaanslag (niet meegeleverd).
Daartoe is het gebruik van bv. een
dunne lat geschikt. Daarna dient de
geschaafde rand als aanslag.
Controleer steeds de rechthoekigheid
van de sponning.
3. Het apparaat heeft geen diepteaanslag.
Controleer daarom regelmatig of de
gewenste diepte is bereikt. Verminder
de spaandiepte wanneer de gewenste
diepte bijna is bereikt.
Onderhoud en
reparaties
Schaafmessen vervangen
Haal eerst de accu uit het
apparaat voordat u werk-
zaamheden aan het apparaat
uitvoert. Gevaar voor ver-
wondingen!
Gevaar voor snijwonden! Gri-
jp de schaafmachine (19) niet
vast aan de snijkanten.
60
In de schaaf-as zijn twee schaafmessen in-
gebouwd. De schaafmessen hebben twee
snijkanten en kunnen worden omgedraaid.
Vervang en draai de schaafmessen altijd
twee per twee om. Slijp de schaafmessen
niet bij!
Vervang de schaafmessen één voor
één, zodat u tijdens de montage
van het nieuwe schaafmes zich kunt
oriënteren op het nog gemonteerde
schaafmes.
Reserve-schaafmessen zijn verkri-
jgbaar via de klantenservice (zie
"Reserveonderdelen/toebehoren").
1. Draai de drie zeskantschroeven los
(17) met de steeksleutel (11).
2. Laat de schaafmesbescherming (20)
zakken en schuif de meshouder (16)
zijwaarts uit de mesas (21).
Gebruik een stukje hout om het mes
eruit te schuiven.
3. Verwijder het schaafmes (19) uit de
meshouder.
4. Reinig indien nodig de meshouder (16).
5. Schuif het omgedraaide of een nieuw
schaafmes (19) in de meshouder (16).
De gladde zijde van het schaafmes
(19) moet tegen de achterkant van de
meshouder (16.1) liggen. De groef aan
de voorzijde van de meshouder (16.2)
moet in de groef van het schaafmes
(19) grijpen.
6. Draai de zeskantschroeven volledig
in de meshouder (16) en schuif de
meshouder terug in de zijkant van de
schaafas (21).
De drie zeskantschroeven (17) moeten
zich aan de kant van de schaafzool
met groef bevinden.
De meshouder (16) moet gelijk liggen
met de onderkant van de schaafas