Herunterladen Diese Seite drucken

AEG CW10 Bedienungsanleitung Seite 170

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CW10:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3
170
www.aeg-automotive.com
Als de led 'Repair' (8) brandt, voert de acculader een
desulfatisering van de accu uit (regenereren).
Als de accu volledig is opgeladen, brandt de led
'Charged' (8) en de led 'Charging' (8) gaat uit.
Opmerking:
Als de accu volledig is opgeladen, schakelt de opla-
der over op onderhoudslading om de laadtoestand
te behouden en de accu te beschermen tegen
overlading.
De display-weergave wisselen
Tijdens het opladen kunt u door het herhaaldelijk
indrukken van de knop 'DISPLAY MODE' (7) de
volgende parameters weergeven:
V = laadspanning
A = laadstroom
% = laadtoestand van de accu
Het opladen stoppen
Druk op de knop 'START/STOP' (15) om het laden te
beëindigen.
Starthulpfunctie gebruiken
De starthulpfunctie van de acculader kan worden
gebruikt om voertuigen met een zwakke accu te
ondersteunen bij het starten. Laad de accu bij zeer
lage temperaturen of wanneer de accuspanning
lager is dan 8,5V minstens 5 minuten op voordat u
een startpoging doet.
Opmerking:
De starthulp-modus kan alleen met aangesloten
accu worden gestart.
1. Sluit de oplader aan zoals beschreven bij het
onderdeel ‚Apparaat aansluiten'.
2. Selecteer door herhaaldelijk op de knop 'MODE'
(10) te drukken de starthulp-modus 'BOOST'. De
keuze wordt door de leds (9) aangegeven.
3. Druk op de knop 'START/STOP' (15) om de
starthulp-modus te starten.
Let op!
Probeer het voertuig maximaal 5 seconden lang te
starten.
4. Probeer het voertuig te starten.
Opmerking:
Wacht voor een nieuwe startpoging ca. 3 minuten
om de acculader en de accu af te koelen.
Onderneem geen startpogingen meer na 3 start-
pogingen zonder resultaat. Laat uw voertuig door
een garagebedrijf controleren.
5. Druk op de knop 'START/STOP' (15) om de
starthulp-modus te beëindigen.
Dynamotest uitvoeren
De geleverde spanning kan verschillen per voertuig.
Het apparaat kan niet rekening houden met alle
voorziene laadspanningen. Neem het instructie-
boekje van het voertuig in acht.
Let op!
Laat uw voertuig bij storingen zo snel mogelijk door
een garagebedrijf controleren.
1. Sluit de oplader aan zoals beschreven bij het
onderdeel ‚Apparaat aansluiten'.
2. Druk op de knop 'TEST' (16) om de dynamotest
te activeren.
3. Start de motor van het voertuig.
Als de led 'OK' (17) brandt, functioneert de dynamo
correct.
Als de led 'NG' (17) brandt, ligt de door de dynamo
geleverde spanning buiten het tolerantiegebied.
Laat de dynamo van het voertuig door een garage-
bedrijf controleren.
Energiefunctie gebruiken
Tijdens het vervangen van een accu of bij werk-
zaamheden aan de boordelektronica voorziet de
acculader het voertuig van een spanning van 13,6 V
en gaan er geen gegevens verloren.
1. Sluit de oplader aan zoals beschreven bij het
onderdeel ‚Apparaat aansluiten'.
2. Selecteer door herhaaldelijk op de knop 'MODE'
(10) te drukken de energiefunctie '13.6 V Supply'.
De keuze wordt door de leds (9) aangegeven.
3. Druk op de knop 'START/STOP' (15) om de
energiefunctie te starten.
De werkzaamheden aan de boordelektronica kun-
nen nu worden uitgevoerd.
4. Druk op de knop 'START/STOP' (15) om de
energiefunctie te beëindigen.
Acculader loskoppelen
1. Haal altijd eerst de stekker uit het 230V-stop-
contact.

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Cw201127811279