Elite Super Crono Bedienungsanleitung Seite 85

dat na continu gebruik van 20.000 km de slijtage
rond 0,1 mm is en aangezien de totale dikte 17,5
mm is, verhindert een veel grotere slijtage de
juiste werking van de trainer.
• Claims die te wijten zijn aan oneigenlijk of nala-
tig gebruik worden niet in aanmerking genomen.
Er kan een beetje slijtage van het rubber gedeelte
optreden, dit is normaal.
• Door het gebruik van smalle banden of banden
met niet geschikte bandenspanning kan de
Elastogel rol onherstelbaar beschadigd worden.
• Als u merkt dat het wiel op de Elastogel rol slipt
moet u de kracht op het pedaal progressiever
instellen. Door met een band die op de rol slipt te
trainen kan de Elastogel rol onherstelbaar
beschadigd worden.
ADVIEZEN
• Voor minder slijtage van de band en een grotere
grip op de rol, adviseren wij om 23 mm brede
banden te gebruiken.
• Geadviseerde bandenspanning voor het achter-
wiel: 7 - 8 atmosfeer voor racebanden; 3,5 - 4
atmosfeer voor mountain bike banden. In bijzon-
dere gevallen moet de door de fabrikant van de
banden geadviseerde bandenspanning aangehou-
den worden.
• Voor minder geluidsoverlast, een grotere grip
van de band op de rol en minder trillingen moet u
slickbanden (ook voor Mountain Bikes) gebrui-
ken.
• Vóór gebruik moet u de band met alcohol of
water schoonmaken.
• Als de pen van het meegeleverde snelloskoppel-
mechanisme meer dan 3 mm ten opzichte van de
bevestigingsmoer uitsteekt moet het uitstekende
gedeelte eraf gezaagd worden (Afb. 40).
TIPS VOOR HET GEBRUIK:
1 Wanneer ik begin te trappen blijven snelheid
en kracht op nul.
Het is mogelijk dat de synchronisatie tussen
verzender en ontvanger verloren is gegaan. Voer
de synchronisatie opnieuw uit (verwijs naar de
relevantie passage).
All manuals and user guides at all-guides.com
2 De aangegeven snelheid ligt veel lager dan de
werkelijke snelheid en ook andere gegevens zijn
fout.
Meer dan waarschijnlijk werd de computer inge-
steld voor een andere weerstandsunit dan die van
de Super Crono Wireless. Controleer of in het SET
UP-gedeelde weerstandsunit 3 werd ingevoerd.
3 Terwijl u fietst veranderen de waarden van
snelheid, kracht, tijd en afstand niet zoals zou
moeten (in het scherm van de 'huidige gegevens'
zijn snelheid en kracht 0 terwijl andere waarden
niet veranderen).
Waarschijnlijk komen de gegevens van de snel-
heid niet van de weerstandseenheid. Controleer of
de batterijen van de zender en de computer gela-
den zijn. Als de batterijen geladen zijn probeer
dan de synchronisatieprocedure uit te voeren (zie
de paragraaf "Synchronisatie").
4 Soms daalt de snelheid plotseling even.
Dit wordt veroorzaakt door sterke elektromagne-
tische storingen waardoor het signaal van de
ontvanger gestoord wordt.
5 De waarde van de helling is altijd positief.
De waarde van de helling wordt bepaald door het
verschil tussen de weerstand op de rol en de
weerstand op de weg (op dezelfde snelheid). Het
verschil tussen de weerstanden wordt toegesch-
reven aan een "virtuele" helling die ook afhangt
van de snelheid en daarom verandert de waarde
van de helling naarmate de snelheid verandert.
6 De computer gaat niet aan.
De batterijen die in de handel zijn hebben variabe-
le afmetingen. Het kan zijn dat de batterij niet
goed tegen het contact aankomt en geen contact
maakt. Probeer het contact uit te rekken zodat het
meer uitsteekt.
7 Alle cijfers op het scherm gaan constant aan
en uit. Probeer de computer te resetten. Houd
allebei de knoppen 10 seconden lang ingedrukt
totdat de aanduidingen "CLEAR" en "DONE" op
40
het scherm verschijnen.
8 Het stijgingspercentage is te hoog
Controleer het ingevoerde gewicht (zee paragraaf
"Instellingen"). De berekende hellingshoek is
omgekeerd evenredig met het gewicht van de
atleet. Als het gewicht van de fietser te laag is, zal
het stijgingspercentage te hoog zijn.
NL
85