Herunterladen Diese Seite drucken

Buderus EMS plus HM200.2 Installationsanleitung Seite 49

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

3
Nationale en toepassingsspecifieke informatie
3.1
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik met vloer-
staande warmteproducenten
• De 0 - 10 V-ingang op de conventionele warmteproducent voor ge-
bouwautomatisering kan bij hybride systemen niet worden gebruikt.
• Op de uitgang PH0 van de module kan alleen de pomp UPM3-LIN van
de toebehoren HF-Set HYC25-1 worden aangesloten.
• Het warmwatersysteem I moet altijd op de regelaar van de conventio-
nele warmteproducent worden aangesloten.
• Wanneer geen warmwatersysteem wordt gebruikt, moet op
(I)MC110 op uitgang PW1 een bypass-pomp voor de ontdooiing wor-
den aangesloten( afb. 28 aan het einde van het document). Geen
warmwatertemperatuursensor aansluiten en in de bedieningseen-
heid Geen warm water instellen.
• Wanneer een aanvullende conventionele warmteproducent met gas-
magneetventiel (GM10) of omschakelventiel (UM10) moet worden
opgenomen, moet het betreffende ventiel in de conventionele warm-
teproducent worden ingebouwd. In dat geval de module HM200.2
aan de wand monteren ( afb. 10 tot 12 aan het einde van het docu-
ment).
• De vorstbeveiliging kan alleen worden gewaarborgd, wanneer de
warmtepomp en de toebehoren daarvan (bijv. ventielen) correct zijn
geïnstalleerd. Storingen van de pomp en de warmtepomp moeten di-
rect worden opgelost om bevriezing te voorkomen. Bij koud weer kan
het enkele minuten duren, voordat de compressor start. Gedurende
deze tijd wordt de compressor op bedrijfstemperatuur voorver-
warmd en de status van de warmtepomp wordt in de monitorwaar-
den van de regelaar getoond.
• De module herkent automatisch, of in het cv-circuit een debiet aan-
wezig is. Wanneer er geen debiet is, wordt de warmtepomp niet inge-
schakeld.
3.1.1
Aanvullende toebehoren
• HF-Set HYC25-1 ( afb. 6 aan het einde van het document, [4]) (ar-
tikelnummer 8732951475)
• Verbindingkabel EMS-module (550 mm) (artikelnummer
8732931376)
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en de meegeleverde handleiding.
3.2
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik met wand-
hangende warmteproducenten
• De Warmwatersysteem I moet altijd op de regelaar van de conventi-
onele warmteproducent worden aangesloten.
• Wanneer de conventionele warmteproducent in storing is, neemt de
warmtepomp, afhankelijk van de installatiesamenstelling, de warm-
waterbereiding over in noodbedrijf ( zie hoofdstuk 6.2,
pagina 54).
• Wanneer de pomp naar de buiteneenheid in storing is, moet de sto-
ring worden opgelost, voordat de cv-ketel de warmwaterbereiding
overneemt.
• De vorstbeveiliging kan alleen worden gewaarborgd, wanneer de
warmtepomp en de toebehoren daarvan (bijv. ventielen) correct zijn
geïnstalleerd. Bij koud weer kan het enkele minuten duren, voordat
de compressor start. Gedurende deze tijd wordt de compressor op
bedrijfstemperatuur voorverwarmd.
• De module herkent automatisch, of in het cv-circuit een debiet aan-
wezig is. Wanneer er geen debiet is, wordt de warmtepomp niet inge-
schakeld.
HM200.2 – 6721864357 (2023/05)
Nationale en toepassingsspecifieke informatie
3.2.1
Toebehoren
Exacte informatie over geschikte toebehoren is opgenomen in de catalo-
gus of de internetpagina van de fabrikant.
• HW-Set HYC25 (artikelnummer 7736605980)
• HB-Set HYC25 (artikelnummer 7736605981)
Installatie van het toebehoren
▶ Installeer de toebehoren overeenkomstig de wettelijke voorschriften
en de meegeleverde handleidingen.
4
Installatie
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmtebron en alle andere BUS-
deelnemers over alle polen losmaken van de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan ( afb. 24 aan het
einde van het document).
4.1
Installatie van de module
Afhankelijk van de componenten van de installatie zijn er verschillende
installatieplaatsen:
▶ Een vloerstaande warmteproducent: module direct in de ketelafdek-
kap van de conventionele warmteproducent installeren ( afb. 8 en
9 aan het einde van het document en bedieningshandleiding van de
conventionele warmteproducent).
-of-
▶ Module op de wand of een DIN-rail installeren ( afb. 10 tot 13 aan
het eind van het document en de bedieningshandleiding van de con-
ventionele warmteproducent).
-of-
▶ Module aan toebehoren HW-Set HYC25 of HB-Set HYC25 installeren
( technische documentatie van de toebehoren).
Deïnstallatie:
▶ Module in omgekeerde volgorde van de installatie demonteren.
4.2
Installatie van de temperatuursensor
▶ De kabel uit [4] ( afb. 6 aan het einde van het document) op de mo-
dule aansluiten.
▶ Bij gebruik van de toebehoren EMS-module de kabel ook op de modu-
le aansluiten.
3
49

Werbung

loading