Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
ting over een rand mogelijk is, moeten passende
voorzorgs- en reddingsmaatregelen worden geno-
men en getraind:
- controleren of een val over een dergelijke rand
kan worden voorkomen
- aanbrengen van een randbeschermer
De lengte moet op een veilige plaats en zonder
valgevaar worden ingesteld.
Vanwege het gevaar voor wurging mag het hoofd
in geen geval tussen parallel lopende verbindings-
takken of lusdelen worden gehouden.
Bij het gebruik van een verbindingsmiddel (valbe-
veiligingssysteem) moet er rekening mee worden
gehouden dat het verbindingsmiddel inclusief
schokabsorber en verbindingselementen een maxi-
male totale lengte van 2,0 m niet mag overschrij-
den. Voorafgaand aan het gebruik van een valbe-
veiligingssysteem moet ervoor worden gezorgd, dat
de vereiste vrije ruimte (incl. bouwkundige uitrus-
ting) op de werkplek van ten minste 2x de lengte
van het verbindingsmiddel + max. scheurtraject
van de schokabsorber (1,75m) + 1 m veiligheids-
buffer onder de gebruiker wordt gewaarborgd. Als
het verbindingsmiddel met een verankeringssys-
teem volgens EN 795, klasse C wordt gebruikt,
moet tevens rekening worden gehouden met de
uitslag van de horizontale, beweegbare geleider bij
het bepalen van de vrije hoogte onder de gebruiker.
Verbindingsmiddelen zonder schokabsorber wor-
den gebruikt als beveiligingssystemen voor positi-
onering op de plaats van gebruik. Het bewegings-
gebied van de gebruiker moet zodanig worden
beperkt dat de zone met gevaar voor vallen niet
kan worden bereikt!
Verbindingselementen voor veiligheidslijnen volgens
EN 358 moeten aan de zijdelingse bevestigings-
ogen of aan het centrale voorste bevestigingsoog
van de veiligheidslijn volgens EN 358 worden
vastgezet. De instelling en plaatsing van de beves-
tigingskabel moet zodanig worden gekozen dat
een val niet mogelijk is. Het verbindingsmiddel
voor veiligheidslijnen moet strak worden gehou-
den; het verankeringspunt moet boven of op heu-
phoogte liggen en de vrije valhoogte moet tot
maximaal 0,5 m worden begrensd. De diameter
van het onderdeel waaromheen de bevestigingska-
bel in een ronde twist wordt gewikkeld, mag niet
kleiner zijn dan 75 mm. Bij het werken met de
bevestigingskabel in combinatie met scherp
gereedschap (mes, zaag, kettingzaag) is speciale
aandacht en voorzichtigheid geboden. Ook beves-
tigingskabels met ommantelde stalen kern kunnen
met de kettingzaag worden doorgezaagd. Deze
werkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd
als schade aan het verbindingsmiddel niet kan
worden uitgesloten.
Voorzichtig ! Verbindingsmiddelen voor veilig-
heidslijnen volgens EN 358 zijn niet geschikt voor
opvangdoeleinden, de eventuele noodzaak van
een valbeveiligingssysteem moet altijd worden
afgewogen.
Een aanslagmiddel in overeenstemming met/
gebaseerd op EN 795 B mag niet zonder schokab-
sorber volgens EN 355 worden gebruikt in een
valbeveiligingssysteem. De dynamische kracht op
de gebruiker moet worden begrensd tot maximaal
6 kN.
Werbung
