Werbung
q
w
q
z
q
c
Stof
Batist
Zijde #80-100
Georgette
Katoen #80-100
Dunne
Tricot
Synthetisch #80-100
stoffen
Wol,
Polyester
Katoen
Zijde #50
Polyester
Katoen #60-80
Medium
Fijne jersey
Synthetisch #50-80
stoffen
Wol
Katoen #50
Denim
Zijde #50
Jersey
Katoen #40-50
Zware
Mantelstof
Synthetisch #40-50
stoffen
Quiltien
Zijde #30
Katoen #50
w
e
x
w
Draad
Naald
#9/65–11/75
#11/75–14/90
#14/90
#14/90–16/
100
#16/100
Transporteur verzinken en omhoog brengen
De transporteurhevel bevindt zich onder de vrije arm aan de
achterkant van de machine.
q Om de transporteur te laten verzinken, moet u de hevel,
zoals wordt vertoond, in de richting van het pijltje q duwen.
w Om de transporteur omhoog te brengen, moet u de hevel,
zoals wordt vertoond, in de richting van het pijltje w duwen
en het handwiel e naar u toe draaien.
Voor normaal naaien moet de transporteur in de opwaartse
stand staan.
Naald verwisselen
LET OP:
Zet de machine UIT voordat de naald wordt verwisseld.
z Schakel de machine uit.
Zet de naald in de hoogste positie door het handwiel naar
links te draaien. Breng het naaivoetje naar beneden.
Draai de naaldklemschroef los q door hem naar links te
draaien. Haal de naald uit de naaldklem w.
x Zet een nieuwe naald in de naaldklem w met de platte
kant naar achteren. Wanneer u de naald in de
naaldklem w zet, duw deze zo ver mogelijk naar boven.
Draai de naaldklemschroef stevig aan q door hem
naar rechts te draaien.
c Om te zien of de naald goed is, plaatst u de platte kant
van de naald op een vlak voorwerp (naaldplaat, glas etc).
De ruimte tussen de naald en het vlakke voorwerp
dient overal gelijk te zijn. Gebruik nooit een kromme of
botte naald.
Een beschadigde naald kan permanente halen of ladders in
tricot, zijde en zijdeachtige stoffen veroorzaken.
q Naaldklemschroef
w Naaldklem
Garen en naalden kiezen
Gebruik voor algemeen naaiwerk naald 11/75 of 14/90.
Gebruik voor het naaien van lichte stoffen fijn garen en een fijne
naald, zodat de stof niet beschadigt.
Bij zware stoffen gebruikt u een naald die dik genoeg is om
door de stof te lopen zonder de bovendraad te rafelen.
Test het garen en de naald die voor het naaiwerk zullen worden
gebruikt altijd eerst op een proeflapje.
Gebruik in het algemeen hetzelfde garen voor de onder- en
bovendraad. Bij stretchstoffen, zeer dunne en synthetische
materialen gebruikt u een naald met een BLAUWE PUNT. Dit
voorkomt het overslaan van steken.
18
Werbung
