Zapfwellenbetrieb
1. Es dürfen nur die vom Hersteller
vorgeschriebenen Gelenkwellen
verwendet werden!
2. Schutzrohr und Schutztrichter
der Gelenkwelle sowie
Zapfwellenschutz müssen
angebracht sein und sich in einem
ordnungsgemäßen Zustand
befinden!
3. Bei Gelenkwellen auf die
vorgeschriebenen
Rohrüberdeckungen in Transport-
und Arbeitsstellungen achten!
4. An- und Abbau der
Gelenkwellen nur bei
ausgeschalteter Zapfwelle,
abgestelltem Motor und
abgezogenem Zündschlüssel!
5. Bei Verwendung von
Gelenkwellen mit Überlast- oder
Freilaufkupplungen, die nicht durch
die Schutzeinrichtung am Traktor
abgedeckt werden, sind Überlast-
bzw. Freilaufkupplungen
geräteseitig anzubringen!
6. Immer auf richtige Montage und
Sicherung der Gelenkwelle achten!
7. Gelenkwellenschutz durch
Einhängen der Kette gegen
Mitlaufen sichern!
8. Vor Einschalten der Zapfwelle
sicherstellen, daß die gewählte
Drehzahl und Drehrichtung der
Zapfwelle des Traktors mit der
zulässigen Drehzahl und
Drehrichtung des Gerätes
übereinstimmen!
9. Vor Einschalten der Zapfwelle
darauf achten, daß sich niemand
im Gefahrenbereich des Gerätes
befindet!
10. Zapfwelle nie bei abgestelltem
Motor einschalten!
Aandrijving door middel van
tussenas
(Alleen voor machines die d.m.v. een
tussenas worden aangedreven)
1. Gebruik alleen de door de
fabrikant voorgeschreven
tussenas!
2. Beschermbuizen en -kappen
aan de tussenas alsmede de
aftakasbeschermkap moeten
gemonteerd en in goede staat zijn!
3. Zorg voor de voorgeschreven
overlapping van kopplingsas-
helften en -beschermbuizen, zowel
in transport als in werkstand!
4. Aan- en afkoppelen van de
tussenas mag uitsluitend indien de
aftakas uitgeschakeld, de motor
afgezet en de kontaktsleutel
verwijderd is.
5. Monteer tussensassen met niet
door de aftakasbeschermkap
afgeschermde slipkoppeling of
vrijloop zo, dat koppeling resp.
vrijloop aan de machinezijde komt!
6. Zorg steeds voor een juiste
montage en beveiliging van de
tussenas.
7. Borg de bescherming van de
tussenas tegen meedraaien door
de ketting(en) aan een vast punt te
bevestigen.
8. Zorg ervoor dat gekozen
draairichting en toerental van de
aftakas in overeenstemming zijn
met draairichting en toerental die
voor de aan te drijven machine zijn
vereist, voordat de aftakas wordt
ingeschakeld!
9. Let op, dat niemand in het
gevarenbereik van de machine is
als de aftakas wordt ingeschakeld!
10. Schakel de aftakas nooit in als
de motor stilstaat!
12
PTO
1. Der må kun anvendes de af
producenten foreskrevne
kraftoverføringsaksler!
2. Kraftoverføringens
beskyttelsesrør og –tragt samt
PTO-afskærmningen skal være
påmonteret og i orden!
3. Kraftoverføringsakslens
røroverlapning skal være korrekt i
transport- og arbejdsstilling!
4. På- og afmontering af
kraftoverføringsaksel må kun ske,
hvis PTO og motor er standset og
tændingsnøglen taget ud!
5. Ved anvendelse af
kraftoverføringsaksler med overlast-
eller friløbskoblinger, som ikke
afdækkes af traktorens
beskyttelsesanordninger, skal
overlast-/friløbskoblingerne
anbringes på maskinsiden!
6. Kontroller altid, at
kraftoverføringsakslen er korrekt
monteret og sikret!
7. Kraftoverføringsakslens
afskærmning sikres mod medløb
med kæden!
8. Inden start af PTO kontrolleres,
at omdrejningstal og
omdrejningsretning på traktorens
PTO stemmer overens med
maskinens.
9. Før start af PTO kontrolleres, at
ingen opholder sig i maskinens
farezone!
10. PTO må aldrig tilkobles, hvis
motoren er standset!