Herunterladen Diese Seite drucken

Telwin Doctor Charge 50 6-12-24V Bedienungsanleitung Seite 20

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 13
aangesloten op fase en neutraal van het elektriciteitsnet.
4. WERKING TIJDENS HET LADEN
N.B.: Controleer voor het laden of de capaciteit van de
accu (Ah) die moet worden opgeladen niet lager is dan de
capaciteit die staat aangegeven op het serieplaatje van de
acculader (Cmin). De instructies precies in de hieronder
aangegeven volgorde uitvoeren.
4.1 DE ACCU VOORBEREIDEN
Als de op te laden accu van het type WET is, ga dan als volgt
te werk:
- Verwijder de doppen van de accu's (indien aanwezig),
zodat de gassen die worden geproduceerd tijdens het
laden naar buiten kunnen. Controleer of het elektrolytpeil
de accuplaatjes bedekt; als deze bloot liggen, gedestilleerd
water toevoegen totdat ze 5 10 mm onder staan.
OPGELET! WEES ZEER VOORZICHTIG TIJDENS DEZE
HANDELING OMDAT ELEKTROLYT EEN STERK
CORROSIEF ZUUR IS.
4.2 AANSLUITING ACCULADER/ACCU
- Controleer of de stekker van de voedingskabel uit het
stopcontact is gehaald.
- De rode laadklem verbinden met de positieve klem van de
accu (symbool +). Als de symbolen niet te onderscheiden
zijn, onthoud dan dat de positieve klem de klem is die niet is
aangesloten op het chassis van het voertuig.
- De zwarte laadklem aansluiten op het chassis van het
voertuig, ver weg van de accu en de brandstofleiding.
LET OP: als de accu niet in het voertuig is geïnstalleerd,
direct aansluiten op de negatieve klem van de accu
(symbool -).
4.3 GELIJKTIJDIG MEERDERE ACCU'S LADEN
Als u tegelijkertijd meerdere accu's moet opladen, kunt u deze
in "serie" of "parallel" verbinden.
OPGELET: In beide gevallen moeten alle gebruikte
accu's van hetzelfde type zijn: hetzelfde vermogen
(Ah), dezelfde koude startstroom (CCA) en
dezelfde nominale spanning (Volt).
Serie
Om de accu's in "serie" te schakelen, moeten ze hetzelfde
vermogen (Ah) hebben en moet de som van de nominale
spanningen
van
alle
uitgangsspanning uit de acculader.
Parallel
accu's
overeenkomen
Om de accu's "parallel" te verbinden, moeten ze dezelfde
nominale spanning (Volt) hebben, die overeenkomt met de
uitgangsspanning uit de acculader en moet de som van de Ah's
binnen het laadbereik van de acculader liggen.
4.4. EINDE LADEN
- De voeding van de acculader loskoppelen door de stekker
van de voedingskabel uit het stopcontact te halen.
- De zwarte laadklem loskoppelen van het chassis van het
voertuig of van de negatieve klem van de accu (symbool -).
- De rode laadklem loskoppelen van de positieve klem van de
accu (symbool +).
- De acculader op een droge plaats neerzetten.
- De accucellen sluiten met de speciale doppen (indien
aanwezig).
5. WERKING ALS STARTHULP
OPGELET: neem voordat u begint nauwkeurig de
waarschuwingen van de constructeur van de voertuigen
in acht!
- Zorg ervoor dat de voedingsleiding wordt beschermd met
zekeringen of automatische onderbrekers met de waarde
die op het serieplaatje staat aangegeven met het symbool (
).
- Voor gebruik als starthulp de accu eerst 10-15 minuten snel
opladen, met de acculader in de laadpositie en NIET in de
startpositie.
- Als het voertuig niet start, wacht dan enkele minuten en
herhaal de snelle laadprocedure. Niet doorgaan als de
motor van het voertuig niet start: als u dat wel doet, kan
de accu of zelfs de elektronica van het voertuig ernstig
beschadigd raken.
5.1 AANSLUITING ACCULADER/ACCU
- Controleer voordat het voertuig wordt gestart of de
nominale spanningswaarde van de accu overeenkomt met
de op de acculader ingestelde waarde.
- Controleer of de accu goed op de klemmen (+ en -) is
aangesloten, of de aansluitingen op de accu goed zijn
uitgevoerd en of de accu in goede staat is (niet gesulfateerd
en niet defect).
- Laat absoluut geen voertuigen starten waarvan de accu's
niet op de klemmen zijn aangesloten; de aanwezigheid
van de accu is bepalend voor het opheffen van eventuele
overspanning door de energie die zich kan ophopen
in de aansluitkabels tijdens de startfasen. Als u deze
voorschriften niet in acht neemt, kan de elektronica van
het voertuig beschadigen.
5.2 STARTHULP
- Raadpleeg de tekening "STARTHULP" voor het selecteren
van deze functie.
5.3 EINDE STARTEN
- Haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
- Koppel de zwarte laadklem los van de negatieve klem van
de accu (symbool -) en de rode laadklem van de positieve
klem van de accu (symbool +).
met
de
- De acculader op een droge plaats neerzetten.
6. NUTTIGE TIPS
- Verwijder eventuele roestplekken van de positieve en
negatieve klem zodat de klemmen goed contact blijven
maken.
- Als de accu waarmee u deze acculader wilt gebruiken
permanent in het voertuig is geïnstalleerd, raadpleeg dan ook
het gedeelte "ELEKTRISCHE INSTALLATIE" of "ONDERHOUD"
van de instructie- en/of onderhoudshandleiding van het
voertuig.
- 20 -

Werbung

loading