Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 39
naar achteren vanuit neutraal dan de linker
besturingshendel totdat de achterkant van de machine is
rondgedraaid. Duw vervolgens de besturingshendels naar
voren totdat ze beide voorbij neutraal zijn en de machine
vooruit begint te rijden. Duw de linker besturingshendel
verder naar voren vanuit neutraal dan de rechter
besturingshendel en voltooi de bocht.
Om de snelheid te verhogen, vergroot u de afstand van
de besturingshendel vanuit de neutraalstand. Hoe verder
de besturingshendels voorwaarts uit de neutraalstand
staan, hoe sneller de machine vooruit rijdt. Hoe verder de
besturingshendels naar achteren staan vanuit de
neutraalstand, hoe sneller de machine achteruit gaat.
4.2.3
STOPPEN VAN DE MACHINE
Maak nooit plotselinge stuurbewegingen met de machine,
vooral niet als u op een helling manoeuvreert. De besturing
is ontworpen voor een gevoelige reactie. Een snelle
beweging van de besturingshendels in beide richtingen kan
resulteren in een snelle reactie van de machine. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken.
1. Zet de besturingshendels terug in de neutrale stand. Duw
NL
de besturingshendels naar buiten in de parkeerremstand.
2. Druk de AAN/UIT-knop voor de bladen omlaag.
3. Druk op de drukknopschakelaar.
Het wordt aanbevolen om de magneetsleutel uit de
machine te verwijderen om te voorkomen dat de
machine per ongeluk start.
4.3

GEBRUIK OP EEN HELLING

Wees uiterst voorzichtig bij het werken op hellingen.
Verwijder of wijzig geen wielen.
Kijk uit voor gaten, spoorvorming, hobbels, stenen of
andere verborgen voorwerpen. Oneffen terrein kan de
machine doen kantelen. Hoog gras kan obstakels
verbergen.
Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, afval etc.
Laat alle bewegingen op hellingen langzaam en
geleidelijk verlopen. Maak geen plotselinge
veranderingen in snelheid of richting.
GEVAAR!
LET OP!
Nederlands
Vermijd starten en stoppen op een helling. Als de banden
hun grip verliezen, schakel dan de bladen uit en ga
langzaam rechtuit de helling af.
Maai op een veilige afstand (minimaal 3 meter) van
afwateringen, sloten, taluds, water en andere soorten
gevaren om te voorkomen dat de machine in onbalans
raakt of dat de grond wegbreekt. Dit vermindert het risico
dat de machine plotseling omrolt, wat ernstig letsel of de
dood tot gevolg kan hebben.
Gebruik een normale loopmaaier, duwmaaier of
handtrimmer op hellingen en in de buurt van afhellende
vlakken, afwateringen, sloten, taluds en water.
Maai niet op nat gras. Verminderde tractie kan leiden tot
slippen en verlies van controle veroorzaken.
Zorg dat u niets sleept op een hellend vlak. Het gewicht
van het getrokken materieel kan verlies van tractie en
controle veroorzaken.
Als de banden van de maaier grip verliezen bij het
werken op hellingen, schakelt u de maaiaandrijving uit,
zet u de besturingshendels in de parkeerremstand, drukt u
op de drukknop, verwijdert u de magneetsleutel en roept
u hulp in.
Maak nooit plotselinge stops, starts, bochten en
richtingveranderingen met de machine, vooral niet als u
op een helling manoeuvreert. De besturing is ontworpen
voor een gevoelige reactie. Een snelle beweging van de
besturingshendels in beide richtingen kan resulteren in
een snelle reactie van de machine. Dit kan ernstig letsel
veroorzaken.
Stop nooit plotseling als u van een helling afrijdt. Deze
actie kan leiden tot een reactie van de machine die ernstig
lichamelijk letsel kan veroorzaken.
De Cramer maaier is in staat om horizontaal te werken
(traverse) op matige hellingen. Let bij het werken op
hellingen tot 20 graden op alle omstandigheden die ertoe
kunnen leiden dat de aandrijfbanden van de maaier hun
tractie verliezen, waardoor u mogelijk de controle over de
machine kunt verliezen. Een bestuurder mag niet op een
helling werken voordat hij grondig vertrouwd is met het
apparaat.
Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan
20 graden.
Gebruik de hellingindicator wanneer u de graad van de te
maaien helling moet bepalen. Het wordt ten sterkste
aanbevolen dat de bestuurder de helling met uiterste
voorzichtigheid verlaat, indien er tekenen van verlies van
tractie worden waargenomen. Wacht tot de toestand die
het probleem veroorzaakte is opgelost voordat u weer op
de helling probeert te werken. Terreingesteldheid kan de
tractie beïnvloeden, wat kan leiden tot verlies van
controle over de machine. Enkele van de omstandigheden
waarop u moet letten zijn:
1. Nat terrein
2. Oneffenheden in de grond (bv. gaten, spoorvorming)
3. Modder
4. Bepaalde grondsoorten (bv, zand, losse aarde, grind,
klei)
188

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

7400486

Inhaltsverzeichnis