VOLTCRAFT VC1008 Anleitung Seite 13

Meet geen geladen condensatoren, omdat anders door een mogelijke ontla-
ding uw meetapparaat beschadigd kan raken.
Bij weerstanden >1 MΩ heeft de elektronica een beetje tijd nodig om de weer-
gave te stabiliseren.
Meten van dioden en akoestische doorgangscontrole
Voor het meten van dioden en halfgeleidertrajecten resp. voor de akoestische door-
gangscontrole van spanningsloze draden / zekeringen gaat u als volgt te werk:
a) De meetconfiguratie (aansluiting van de meetdraden) komt overeen met de weer-
standsmeting. Druk één keer op de gekleurde ronde knop rechts boven de draai-
schakelaar. Het meetapparaat schakelt nu over van de weerstandsmeting naar de
diodetest, zichtbaar door het symbool "
b)In het display wordt ".0L" voor overload weergegeven bij open of niet aangesloten
meetdraden of hoogohmige (of onderbroken) halfgeleidertrajecten. Sluit de meet-
staven aan op de spanningsloze halfgeleidermodule, een diode of een transistor.
Daarbij moet erop worden gelet dat de rode meetdraad met de anode en de zwar-
te meetdraad met de kathode moet worden verbonden. Nu wordt de doorgangs-
richting gemeten. Bij een intacte PN-overgang verschijnt bij Si-diodetrajecten een
waarde tussen 0,45 en 0,75 VDC en bij Ge-diodetrajecten een waarde tussen 0,2
en 0,4 VDC. Verschijnt echter in plaats van een spanningswaarde ".0L" (voor over-
loop), dan is het diodetraject onderbroken of zijn meetdraden verwisseld. Als bij
transistoren een spanning van meer dan 1 V wordt gemeten, kan het daarbij om
transistoren met ingebouwde weerstanden gaan.
De sperrichting van een diodetraject meet men door de kathode met de rode
meetdraad en de anode met de zwarte meetdraad te verbinden. Als vervolgens
een spanningswaarde wordt weergegeven, is de diode defect. Wordt daarentegen
".0L" weergegeven, is het diodetraject hoogohmig (i.O.).
rode zwarte
rote schwarze
meetdraad meetdraad
Meßleitung Meßleitung
doorgangsrichting
Durchlaßrichtung
c) Om naar de akoestische doorgangscontrole te komen, drukt u nogmaals op de
gekleurde rond knop rechts boven de draaischakelaar. Boven de "omega" moet
nu het symbool voor de = akoestische doorgangscontrole verschijnen. Verbind de
meetstaaf met een altijd spanningsloos meetobject (draden, kabels, schakelingen
enz.). Bij weerstanden onder ca. 70 ohm wordt een akoestisch signaal afgegeven.
Bij "0" ohm is dit signaal het hardst.
60
" rechts in het display.
rode zwarte
schwarze
rote
meetdraad meetdraad
Meßleitung Meßleitung
sperrichting
Sperrichtung
Achtung!
Überschreiten Sie niemals die max. Eingangsgrößen!
Bei Spannungen kleiner ca. 300 mVrms (gemessen bei 1 KHz) bis 1 MHz und klei-
ner als 600 mVrms über 1 MHz bis < 10 MHz ist keine Frequenzmessung möglich.
Hinweise!
Folgende Unterfunktionen sind einstellbar:
Festhalten des Messwertes "HOLD H" und Umschaltung von "Hz" (Frequenz-
messung) auf "%" (Messg. Puls-Pausenverhältnis).
Gleich- und Wechselstrommessung (True Rms beim VC-840)
Zur Messung von Gleich- oder Wechselströmen gehen Sie wie folgt vor:
a) Verbinden Sie die Messleitungen polungsrichtig mit dem ausgeschalteten Mess-
gerät. Je nach dem in welchem Strombereich (µA, mA, A) Sie messen möchten,
müssen die Messleitungen unterschiedlich an das Messgerät angeschlossen wer-
den. Für Messungen von 0 bis 4000µA bzw. 0 bis 400mA muss die rote Messlei-
tungen in die "µA/mA" Buchse, für Messungen von 0,4A bis 20A in die "20A"
Buchse eingesteckt werden. Die schwarze Messleitung wird mit der "COM" (=
Masse oder "-") verbunden. Achten Sie auf einen sicheren Sitz.
b) Je nach dem welche Stöme Sie messen möchten, stellen Sie den Drehschalter auf
"µA", "mA" oder "A" und schalten Sie das Messgerät ein. Nach einer sehr kurzen
Initialisierungsphase (alle Segmente) ist nun die "Gleichstrommessung" eingeschal-
tet. Um Wechselströme messen zu können, betätigen Sie einmal den blauen Zweit-
funktionstaster rechts oben vom Drehschalter. Daraufhin erscheint links neben dem
Messwert das Symbol der Wechselgrößen "AC" (= alternating current). Außerdem
ist die automatische Bereichswahl, sichtbar durch "AUTO", aktiv. Das heißt der
kleinste mögliche Messbereich mit einer Auflösung von 0,1µA ist eingestellt.
c) Verbinden Sie die Messleitungen in Serie mit dem Messobjekt (siehe nachfolgen-
de Abbildung).
Sicherung
Sicherung
~
Strom-
Strom-
quelle
quelle
Achtung!
Sobald bei der Gleichstrommessung ein "-" vor dem Messwert erscheint, ist
der gemessene Strom negativ (oder die Messleitungen sind vertauscht).
Überschreiten Sie niemals die für den jeweiliegen Eingang geltenden maxima-
len Eingangsgrößen, da dies zur Zerstörung der Sicherung führt.
Folgende Unterfunktionen sind einstellbar:
Festhalten des Messwertes "HOLD H", Bezugswertmessung "REL", und manu-
elle Bereichswahl "RANGE".
Amperemeter
Mikroamperemeter
μA
A
Verbraucher
Verbraucher
(Last, Schaltung
(Last, Schaltung
usw) usw.)
13