Problemen Oplossen - Carrier WTC-LEX-WD Bedienungsanleitung

13. Problemen oplossen

Uitbreidingsmodule schakelt niet in
Is de uitbreidingsmodule
aangesloten op de regelaar?
Krijgt de regelaar elektrische
voeding?
Is de kabel aangesloten op
de regelaar en de
uitbreidingsmodule?
Is de patchkabel
zelfgemaakt?
Uitbreidingsmodule communiceert niet met de regelaar
Is het adres correct ingesteld
op een uniek adres?
Is het apparaat te ver van de
regelaar?
Is er een
configuratieprobleem?
Zijn de EOL-
afsluitweerstand van het
subnetwerk correct
ingesteld?
Hardware-ingang leest niet de correcte waarde
Ingangsbedradingsprobleem Controleer of de bedrading correct is overeenkomstig dit handboek en
Open circuit of kortsluiting
Configuratieprobleem
Te hoge spanning of te hoge
stroomsterkte bij een ingang
Hardware-uitgang werkt niet correct
Probleem uitgang bedrading Controleer of de bedrading correct is overeenkomstig dit handboek en
Configuratieprobleem
84
Controleer of de uitbreidingsmodule is aangesloten op de regelaar en of de
patchkabels in de aansluitingen zitten.
Misschien krijgt de regelaar geen voeding.
Controleer of de RJ-45-stekkers correct aan de kabel zijn gemonteerd.
Zie "Communicatiebedrading subnetwerk" op pagina 8.
Controleer of de RJ-45-stekkers correct aan de kabel zijn gemonteerd.
Zie "Communicatiebedrading subnetwerk" op pagina 8.
Elke uitbreidingsmodule moet zijn ingesteld op een uniek adres voor elke
regelaar. Zie "Apparaatadressering" op pagina 9.
Controleer de afstand tussen de uitbreidingsmodule en het volgende en het
vorige apparaat op het WTC-subnetwerk. Zie "Communicatiebedrading
subnetwerk" op pagina 8.
Controleer de configuratie van de uitbreidingsmodule; controleer,
bijvoorbeeld, of de uitbreidingsmodule is geactiveerd. Zie de documentatie
van het netwerkcommunicatie-bedieningspaneel voor meer informatie.
Alleen van de laatste module op het WTC-subnetwerk moet de EOL-
afsluitweerstand zijn ingesteld op ON. Bij alle anderen apparaten moet de
EOL-afsluiting op OFF staan.
overeenkomstig de documentatie van de fabrikant van de randapparatuur.
Controleer met een voltmeter de spanning op de ingangsklem.
Kortsluiting (0 V) en open circuit (3,3 V).
Controleer de configuratie van de uitbreidingsmodule; controleer,
bijvoorbeeld, of de uitbreidingsmodule is geactiveerd. Zie de documentatie
van het netwerkcommunicatie-bedieningspaneel voor meer informatie.
Een te hoge spanning of te hoge stroomsterkte bij een ingang kan de aflezing
van andere ingangen beïnvloeden. Houd u aan de max. toegelaten spannings-/
stroombereiken van alle ingangen. Raadpleeg het betreffende gegevensblad
voor de max. en min. waarden voor deze uitbreidingsmodule.
overeenkomstig de documentatie van de fabrikant van de randapparatuur.
Controleer de configuratie van de uitbreidingsmodule; controleer,
bijvoorbeeld, of de uitbreidingsmodule is geactiveerd. Zie de documentatie
van het netwerkcommunicatie-bedieningspaneel voor meer informatie.