Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Briggs & Stratton 83100 Bedienungsanleitung Seite 73

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 83100:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
1.
Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 8) en veeg deze met een schone doek af.
2.
Giet langzaam olie in de vulopening voor motorolie (C, Afbeelding 8). Vul zover bij
totdat olie bijna naar buiten stroomt.
Plaats de peilstok (A, Afbeelding 8). Niet draaien of vastzetten.
3.
4.
Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het oliepeil is juist als het
bovenaan bij de indicator voor vol (B, Afbeelding 8) op de peilstok staat.
5.
Plaats de peilstok (A, Afbeelding 8) terug en draai deze vast.
6.
Sluit de bougiekabel (D, Afbeelding 7) aan op de bougie (E).
Tandwielreductieolie vervangen
Zie Afbeelding: 9, 10
6:1 Tandwielreductie (Afbeelding 9)
Indien uw motor is uitgerust met een 6:1 tandwielreductie-unit, voer onderhoud hieraan
dan als volgt uit:
1.
Verwijder de olievulplug (A, Afbeelding 9) en de oliepeilplug (B).
2.
Verwijder de olieaftapplug (C, Afbeelding 9) en tap de olie af in een geschikte bak.
3.
Plaats de olieaftapplug (C, Afbeelding 9) terug en zet deze vast.
4.
Giet tandwielsmeerolie (zie het deel Specificaties ) in de olievulopening (D,
Afbeelding 9) om de unit weer te vullen. Blijf olie naar binnen gieten totdat de olie
uit de oliepeilopening (E) stroomt.
5.
Plaats de oliepeilplug (B, Afbeelding 9) terug en zet deze vast.
6.
Plaats de olievulplug (A, Afbeelding 9) terug en zet deze vast.
Opmerking: De olievulplug (A, Afbeelding 9) heeft een ontluchtingsopening (F) en moet
worden gemonteerd op de bovenzijde van de afdekking van de tandwielkast, zoals
afgebeeld.
2:1 Tandwielreductie (Afbeelding 10)
De 2:1 tandwielreductie-unit (G, Afbeelding 10) vereist geen olieverversing.
Onderhoud aan het luchtfilter
Zie Afbeelding: 11, 12
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
• De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtfiltereenheid (indien
aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig ) is verwijderd.
OPGEPAST
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het
filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
De verschillende modellen hebben een filter van schuim of papier. Sommige modellen
zijn ook uitgerust met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en
hergebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw motor is
gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
Schuimrubberen luchtfilter
1.
Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 11) los.
2.
Verwijder het deksel (B, Afbeelding 11).
3.
Verwijder de bevestiging (D, Afbeelding 11) en sluitring (E).
4.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het schuimelement (C, Afbeelding
11) voorzichtig uit de houder (G) van het luchtfilter te halen.
5.
Verwijder de steunkop (F, Afbeelding 11) uit het schuimelement (C).
6.
Was het schuimelement (C, Afbeelding 11) in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Knijp het schuimelement uit in een schone doek.
7.
Verzadig het schuimelement (C, Afbeelding 11) met schone motorolie. Verwijder
overtollige motorolie door het schuimelement uit te knijpen in een schone doek.
8.
Plaats de steunkop (F, Afbeelding 11) in het schuimelement (C).
9.
Monteer het schuimelement (C, Afbeelding 11) in de houder (G) van het luchtfilter
en op tapbout (H). Controleer of het schuimelement goed gemonteerd is op de
houder van het luchtfilter en zet het vast met sluitring (E) en bevestiging (D).
10.
Plaats het deksel (B, Afbeelding 11) en zet het goed vast met de bevestiging(en)
(A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Papieren luchtfilter
1.
Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 12) los.
2.
Verwijder het deksel (B, Afbeelding 12).
3.
Verwijder de bevestiging (E, Afbeelding 12).
4.
Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het voorfilter (D, Afbeelding 12)
en het filter (C) voorzichtig uit de houder (F) van het luchtfilter te halen.
5.
Tik het filter (C, Afbeelding 12) voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los te
maken. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een nieuw filter.
6.
Verwijder het voorfilter (D, Afbeelding 12) uit het filter (C).
7.
Was het voorfilter (D, Afbeelding 12) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel.
Laat het voorfilter grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het
voorfilter.
8.
Monteer het droge voorfilter (D, Afbeelding 12) op het filter (C).
9.
Monteer het filter (C, Afbeelding 12) en het voorfilter (D) op de houder (F) van
het luchtfilter en op tapbout (G). Controleer of het filter goed gemonteerd is op de
houder van het luchtfilter en zet het vast met bevestiging (E).
10.
Plaats het deksel (B, Afbeelding 12) en zet het goed vast met de bevestiging(en)
(A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
• Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
• Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt.
OPGEPAST
Gebruik geen water om de motor te reinigen Water kan het
brandstofsysteem verontreinigen Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en een verminderde
levensduur van de motor.
1.
Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2.
Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon
3.
Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (indien aanwezig) vrij blijft
van brandbaar vuil.
4.
Zorg dat er geen vuil of rommel op de koelvinnen van de spoel (indien aanwezig)
zit.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelvinnen van cilinder en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt. Dit vuil kan niet verwijderd worden zonder de motor
deels te demonteren Laat een erkende Briggs & Stratton-dealer het luchtkoelsysteem
inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in het Onderhoudsschema .
Opslag
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij het opslaan van brandstof of machines met brandstof in de tank
• Opslaan uit de buurt van fornuizen, ovens, waterkokers of andere apparaten
die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze
brandstofdampen kunnen doen ontbranden.
Brandstofsysteem
Zie figuur: 13 
Berg de motor waterpas op (normale bedrijfsstand). Vul de brandstoftank (A, figuur
13) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de vulhals (B)
zodat de brandstof kan uitzetten. 
Brandstof kan verschalen wanneer deze langer dan 30 dagen in een jerrycan wordt
bewaard. Voeg telkens u de jerrycan vult met brandstof brandstofstabilisator toe aan de
brandstof zoals omschreven in de handleiding van de fabrikant. Zo blijft de brandstof
vers en is er minder kans op brandstofgerelateerde problemen of vervuiling in het
brandstofsysteem.
73

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis