CYBEX Gold SOLUTION G I-FIX Bedienungsanleitung Seite 17

•
Het gebruik van autostoeltjes kan op sommige autostoelen, die zijn
vervaardigd van gevoelige materialen, sporen en/of verkleuring nalaten.
Om dit te voorkomen, plaats een deken of handdoek of iets gelijkaardig
onder het autostoeltje om de autostoel te beschermen.
PRODUCTONDERDELEN
(1) Rugleuning
(2) Instelbare hoofdsteun
(3) Zitverhoger
(4) Lengteversteller voor de
hoofdsteun
(5) Schoudergordelgeleider
(6) Linear Side­impact Protection
(L.S.P.)
(7) Buikgordelgeleider
(8) ISOFIX­vergrendelarmen
DE CORRECTE POSITIE IN HET VOERTUIG
Met ingetrokken ISOFIX­vergrendelarmen (8) kan het kinderzitje
gebruikt worden op autostoelen die zijn uitgerust met een automatische
driepuntsgordel. Om ISOFIX te gebruiken, zie de bijgesloten lijst met
voertuigtypen voor goedgekeurde voertuigen. Kijk voor de meest up­to­date
versie op www.cybex-online.com.
Als uw kind groter is dan 135 cm, is de compatibiliteit tussen de Solution G
i­Fix en uw voertuig mogelijk verminderd. Neem de lijst met voertuigtypen door
om te controleren of het kinderzitje zonder beperkingen kan worden gebruikt in
alle hoofdsteunposities. In uitzonderlijke gevallen mag het kinderzitje voor in de
auto ook op de stoel van de bijrijder worden gebruikt. Volg de aanbevelingen
van de autofabrikant altijd op.
HET AUTOSTOELTJE INSTALLEREN IN HET VOERTUIG
1. Zorg er altijd voor dat...
• de rugleuningen in het voertuig vergrendeld zijn in de rechtopstaande positie.
• wanneer het autostoeltje wordt geïnstalleerd op de stoel van de bijrijder, zet
de autostoel zo ver mogelijk naar achteren zonder dat dit effect heeft op de
riemgeleiding.
2. Vóór de installatie, zorg ervoor dat het autostoeltje in de zithouding staat.
3. Ontgrendel de ISOFIX­ontgrendelknoppen (10) om de ISOFIX­vergrendelarmen
uit te strekken (8).
(9) ISOFIX-fixatiepunten
(10) ISOFIX­ontgrendelknoppen
(11) ISOFIX­veiligheidsindicator
(12) Handleiding handschoenenvakje
(13) Side­impact Protection
ontgrendelknop
(14) Positie­instelknop
(15) Kantelbare hoofdsteun
De ISOFIX­ontgrendelknoppen kunnen beide onafhankelijk van elkaar
��
worden ontgrendeld waardoor de ISOFIX­vergrendelarmen onafhankelijk
kunnen worden ingesteld.
4. Duw de ISOFIX­vergrendelarmen (8) uit de basis tot hun grootste reikwijdte.
5. Plaats het autostoeltje op een passende autostoel in de auto.
6. Duw de ISOFIX­vergrendelarmen (8) in de ISOFIX-fixatiepunten
(9) tot ze vergrendelen met een hoorbare "KLIK". De twee ISOFIX­
veiligheidsindicatoren (11) zullen overschakelen van rood naar groen.
7. Zorg ervoor dat het zitje goed vastzit en bevestig dit door het uit de ISOFIX­
fixatiepunten proberen te trekken (9).
8. Duw het autostoeltje in de richting van de hoofdsteun van de autostoel tot dit
volledig op een lijn zit met de rugleuning.
Als de hoofdsteun van het voertuig in de weg zit, trek die zo ver mogelijk
��
omhoog of verwijder hem volledig (behalve bij autostoelen die achteruit
gericht zijn).
9. Het zitje kan in een zittende of ligpositie worden gebracht door op de positie­
instelknop te drukken (14) en het zitje vooruit of achteruit te duwen.
HET AUTOSTOELTJE VERWIJDEREN UIT HET VOERTUIG
Volg de installatiestappen in omgekeerde volgorde op.
1. Ontgrendel de ISOFIX­vergrendelarmen (8) aan beide zijden door op
de ISOFIX­ontgrendelknoppen te duwen (10) en ze dan gelijktijdig terug
te trekken.
2. Trek het zitje weg van de ISOFIX-fixatiepunten (9).
3. Verwijder het autostoeltje en duw de ISOFIX­vergrendelarmen (8) volledig
terug in hun transportpositie.
DE HOOFDSTEUN AANPASSEN
De instelbare hoofdsteun (2) kan worden aangepast met de
hoofdsteunverstelhendel (4) op de achterzijde van de hoofdsteun (2). Pas
de hoofdsteun zo aan dat niet meer dan 2 cm (ongeveer de breedte van 2
vingers) overblijft tussen de schouder van het kind en de hoofdsteun.
De hoogte van de hoofdsteun kan nog steeds worden aangepast terwijl het
��
zitje is geïnstalleerd in de auto.
NL
15