12 Na de werkzaamheden
11.6
Kappen met een slagmes of
hakselmes
► Plaats het metalen snijgarnituur van bovenaf
in het struikgewas.
► Til het metalen snijgarnituur niet boven de
heupen.
11.7
Zagen met een cirkelzaagblad:
► Linkerzijde van de beschermkap tegen de
stam laten rusten.
► De stam met vol gas in één zaagsnede door‐
zagen.
► Een veiligheidsafstand van minimaal 2 boom‐
lengten tot het volgende werkgebied in acht
nemen.
11.8
Maaidraad bijstellen
11.8.1
Maaidraden op de maaikoppen Auto‐
Cut bijstellen
► Met de draaiende maaikop even de grond
aantippen.
De maaidraad wordt circa 30 mm langer. Het
afkortmes in de beschermkap kort de maai‐
draad automatisch op de juiste lengte af.
2
1
0458-856-7621-A
Als de maaidraden korter dan 25 mm zijn, kun‐
nen deze niet automatisch worden bijgesteld.
► Schakel de motor uit.
► Druk het spoelelement (1) in de maaikop in en
houd het ingedrukt.
► De maaidraden (2) er met de hand uittrekken.
► Als de maaidraden (2) niet meer kunnen wor‐
den uitgetrokken: spoelelement (1) of de maai‐
draden (2) vervangen.
Het spoelelement is leeg.
12 Na de werkzaamheden
12.1
Na het werk
► Schakel de motor uit.
► Laat de motorzeis afkoelen.
► Als de motorzeis nat is: laat de motorzeis dro‐
gen.
► Motorzeis reinigen.
► Beschermkap reinigen.
► Snijgarnituur reinigen.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de passende transportbe‐
schermkap.
13 Vervoeren
13.1
Motorzeis vervoeren
► Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de passende transportbe‐
schermkap.
Motorzeis dragen
► Draag de motorzeis met één hand dusdanig
op de steel/maaiboom dat het snijgarnituur
naar achteren is gericht en de motorzeis in
balans is.
Motorzeis in een voertuig vervoeren
► De motorzeis zo borgen dat deze niet kan
kantelen en verschuiven.
14 Opslaan
14.1
Motorzeis opslaan
► Schakel de motor uit.
► Als er een metalen snijgarnituur is gemon‐
teerd: monteer de passende transportbe‐
schermkap.
Nederlands
19