Speciale Toestanden Beëindigen; Kalibratie; Testgassen - Dräger Polytron 6100 EC WL Gebrauchsanweisung

10.2 Speciale toestanden beëindigen
1. Storing identificeren:
a. Instrumentvariabelenstatus bepalen via commando 9.
b. Instrumentstatus bepalen via commando 48.
c. Instrumenttoestand met PolySoft uitlezen.
2. Met het verhelpen van storingen beginnen (zie "Probleemoplossing",
pagina 215) of corrigerende maatregelen uitvoeren volgens PolySoft.
Fouten en waarschuwingen zijn niet zelfhoudend. Als de fout- of
waarschuwingsvoorwaarden worden opgeheven, wordt ook de betreffende
speciale toestand niet langer doorgegeven.
11

Kalibratie

De kalibratie geschiedt met PolySoft.
Bij het kalibreren wordt de meetnauwkeurigheid van de sensor met een
bekende testgasconcentratie gecontroleerd en afgesteld. Eerst wordt het
nulpunt en daarna de gevoeligheid van de sensor gekalibreerd. De lengte van
de kalibratie-intervallen hangt af van de betreffende regionale normatieve
voorschriften.
Voor een juiste werking nooit de gevoeligheid instellen voordat het nulpunt is
ingesteld. Als deze handelingen in de onjuiste volgorde worden uitgevoerd, is
de kalibratie foutief.
WAARSCHUWING
Foutieve kalibratie!
Een foutieve kalibratie kan leiden tot onnauwkeurige meetwaarden.
► Na een sensorwissel alle instellingen en parameters controleren.
► Een nieuw geïnstalleerde sensor met meetgas testen, om een correcte
werking te waarborgen.
Gebruiksaanwijzing |
Dräger Polytron
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
11.1

Testgassen

Zie voor testgaseigenschappen (bijv. vochtigheid, concentratie) het
bijbehorende gegevensblad van de sensor.
Testgasvochtigheid is niet relevant voor O
Afhankelijk van het type kalibratie worden verschillende testgassen gebruikt.
Nulgas
Nulgas is een testgas voor het kalibreren van het nulpunt. Als de
omgevingslucht vrij is van storende onzuiverheden en gemeten gas, kan deze
als nulgas worden gebruikt. Voor O
gebruikt.
Kalibratiegas
Kalibratiegas is een testgas voor het kalibreren van de sensorgevoeligheid
tijdens de gevoeligheidskalibratie. Kalibratiegas is een bekende concentratie
van het te meten gas, verdund met schone lucht of stikstof. Bij O
geen kalibratiegas benodigd, omdat zuurstof uit de omgevingslucht wordt
gebruikt.
11.2 Testgastoevoer voorbereiden
Het testgas moet drukloos worden toegevoerd. Dit komt overeen met een flow
van 500 ml/min.
Voorwaarde:
– Inloopfasen van de sensor zijn voltooid (zie "Inbedrijfstelling", pagina 209).
– Datum en tijd zijn correct ingesteld (controle met PolySoft).
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico door het testgas
Het inhaleren van testgas kan een gezondheidsrisico vormen of de dood tot
gevolg hebben.
► Inhaleer geen testgas.
► Neem de risico's en de veiligheidsinformatie met betrekking tot het testgas
in acht (Raadpleeg de gegevensbladen en de op de kalibratie-instrumenten
aangebrachte instructies).
®
Repeater WirelessHART
Kalibratie
-sensoren.
2
- en CO -sensoren wordt stikstof (N
2 2
-sensoren is
2
®
| nl
)
2
213