Cabine Du Sauna; Structure De La Cabine De Sauna; Noircissement Des Murs Du Sauna; De Saunaruimte - Harvia DELTA COMBI D29SE Gebrauchs- Und Montageanleitung

FR

2. CABINE DU SAUNA

2.1. Structure de la cabine de sauna

A. Laine isolante, épaisseur 50 à 100 mm. La
cabine doit être
soigneusement
isolée, pour
pouvoir maintenir
le poêle à une
température assez
basse.
B. Protection contre
l'humidité, par
ex., papier alu-
minium. Placer le
côté brillant du
papier vers l'inté-
rieur du sauna.
Assembler les
raccords avec
du ruban adhésif
aluminium.
C. Espace d'aération
d'environ 10 mm
entre la protection
contre l'humidité
et le panneau (re-
commandation).
D. Lambris léger
de 12 à 16 mm
d'épaisseur. Avant d'installer les lambris,
vérifier le câblage électrique et les renforts des
murs, nécessaires à l'installation du poêle et
des banquettes.
E. Espace d'aération d'environ 3 mm entre le mur
et le panneau de plafond.
F. La hauteur du sauna est généralement de 2100
à 2300 mm. La hauteur minimale dépend du
poêle (voir tableau 2). L'espace entre la ban-
quette supérieure et le plafond ne doit pas
dépasser 1 200 mm.
G. Utiliser des revêtements de sol en céramique
et des joints en ciment sombres. Les particules
dues à la désitégration des pierres du poêle et
les impuretés contenues dans l'eau du sauna
peuvent noircir et/ou endommager les revête-
ments de sol fragiles.
REMARQUE : demander aux autorités de lutte
contre l'incendie quelles parties de la paroi-coupe
feu peuvent être isolées. Les conduits de fumée
utilisés ne doivent pas être isolés.
REMARQUE : les plaques de protection légères
montées directement contre le mur ou le plafond
présentent un risque d'incendie.
REMARQUE : L'eau tombée sur le sol du sauna doit
être evacuée vers le conduit prévu à cet effet.

2.1.1. Noircissement des murs du sauna

Avec le temps, i est tout à fait normal que les sur-
faces en bois de la cabine de sauna noircissent. Ce
noircissement peut être accéléré par
la lumière du soleil
•
la chaleur du poêle
•
les agents de protection appliqués sur les
•
murs (les agents de protection présentent un
faible niveau de résistance à la chaleur)
les fines particules provenant des pierres du
•
poêle qui sont soulevées par le flux d'air.
58
F
B
A
Figure 3.
Figuur 3.
NL

2. DE SAUNARUIMTE

2.1. Constructie van saunaruimte

A. Isolatiewol, dikte 50–100 mm. De saunaruimte
A
D
C
G
scherming en het paneel (aanbevolen).
D. Lichtgewicht paneel van 12–16 mm dikte.
Controleer vóór het aanbrengen van de panelen
de elektrische bedrading en de verstevigingen
in de wanden die nodig zijn voor de oven en de
banken.
E. Ventilatiegat van ongeveer 3 mm tussen de
wand en het plafondpaneel.
F. De hoogte van de sauna is meestal 2100–
2300 mm. De minimale hoogte is afhankelijk
van de oven (zie tabel 2). De ruimte tussen de
bovenste bank en het plafond mag niet groter
zijn dan 1200 mm.
G. Gebruik vloermaterialen van keramische ma-
terialen en donkere voegspecie. Deeltjes die
losraken van de saunastenen en onzuiverheden
in het saunawater kunnen vlekken maken en
gevoelige vloerbedekking beschadigen.
N.B.! Vraag bevoegde instanties welke delen van
de brandwerende wand geïsoleerd mogen worden.
Rookkanalen die in gebruik zijn mogen niet geïso-
leerd worden.
N.B.! Weinig bescherming biedende kappen die
rechtstreeks tegen de wand of het plafond zijn be-
vestigd kunnen brandgevaarlijk zijn.
N.B.! Zorg dat het water dat op de saunavloer
drupt, in het afvoerputje terechtkomt.

2.1.1. Blakeren van de saunawanden

Het is normaal dat houten oppervlakken van de
saunaruimte na verloop van tijd geblakerd raken.
Dit kan sneller plaatsvinden door
zonlicht
•
hitte van de oven
•
beveiligingsmiddelen op de wanden (beveili-
•
gingsmiddelen zijn weinig hittebestendig)
fijne stofdeeltjes die loskomen van de sauna-
•
stenen en die opstijgen met de warme lucht-
stroom.
moet zorg-
vuldig geïso-
leerd worden,
zodat de
warmteleve-
ring van de
oven beperkt
E
kan worden
gehouden.
B. Beveiliging
tegen vocht,
bijv. met
aluminiumfo-
lie. Plaats de
folie met de
gladde kant
naar de sauna
gericht. Plak
de naden
dicht met alu-
miniumtape.
C. Ventila-
tiegat van
ongeveer 10
mm tussen
de vochtbe-