Continental ContiConnect Telematic Kit Installationsanleitung Seite 42

3. Sluit de centrale telematicaeenheid aan op de CCU van het
NL
Afb. 1: Variant A
ContiPressureCheck-systeem volgens de volgende uitleg
(zie variant A of B).
LET OP
Mogelijke materiële schade.
Voorkom het ompolen van de CAN-datakabel van het CPC-
systeem door de kabelboom N op de aansluitstekkers.
►
De witte datakabel van het CPC-systeem moet worden
aangesloten op de witte kabel van de kabelboom N.
Hetzelfde geldt voor de bruine datakabel.
Variant A:
Aansluiting van de centrale telematicaeenheid op een
ContiPressureCheck-systeem met een display.
2
Sub-Harness N
(17341950000)
3
In dit geval is alleen de meegeleverde kabelboom N nodig voor
de aansluiting.
Sluit de kabelboom N aan zoals weergegeven in. "Afb. 1: Variant
‹
A"
4
Sub-Harness B
(17340070000)
2
4
Sub-Harness C
(17340060000)
2
Sub-Harness A
(17340080000)
3
Sub-Harness D
(17340090000/
17340670000)
42