7. Persleiding van pvc DN 40 (conform DIN
8063) in lijmmof van pomponderdeel
(6) lijmen en boven terugstroomniveau
door middel van terugstroomlus naar de
volgende afvalwaterbuis voeren. (De ver-
binding moet qua lengte krachtgesloten
plaatshebben)
8. Ventilatie en ontluchting kunnen gebe-
uren via de standaard actieve koolfilter.
Een afzonderlijke ontluchtingsleiding kan
- overeenkomstig de voorschriften - ook
tot boven het dak worden aangelegd.
3.3 Toevoeren aan de zijkant
Aanbrengen van toevoeren aan de zijkant/ toe-
voermoffen voor kabeldoorvoer DN 50 (bij vloe-
rinbouw):
Afhankelijk van behoefte kunnen op de
Miniliftopvoerinstallatie toevoeren aan de
zijkant worden aangebracht. De daarvoor
vereiste uitboring dient met de gatenzaag
(bestelnr. 50100) te worden geboord.
3. Inbouw
Een dichte verbinding tussen opvoer-
installatie en toevoerbuis kan via de
KESSEL- toevoermof (bestelnr. 39005) of
het doorvoerrubber (bestel. nr. 850114)
worden gemaakt.
Aanboren van het basiselement, aanbrengen van de toevoermof of het door-
voerrubber DN 50.
Nog een buisdoorvoer met HT-buis DN 50 met bocht van maximaal 45°
Attentie a.u.b.: de vlotterfunctie mag door de
aanbrenging van toevoeren aan de zijkant
niet worden geschaad.
56